Relatiebeding: bijzondere vorm van het concurrentiebeding
Afhankelijk van de soort werkzaamheden kan de werknemer tijdens het dienstverband in contact komen met klanten van de werkgever. Zo zal een vertegenwoordiger van een softwarebedrijf regelmatig op bezoek gaan bij de klanten die binnen zijn rayon vallen. Hetzelfde geldt voor de advocate die bij een middelgroot advocatenkantoor werkzaam is en de juridische problemen voor de clientèle van het kantoor oplost. Maar wat als het dienstverband met de vertegenwoordiger of de advocate wordt beëindigd en een van hen de klanten actief gaat benaderen om mee over te stappen naar de nieuwe werkgever? Moet de voormalig werkgever hierin berusten? De vraag stellen is hem beantwoorden; nee, de werkgever kan met behulp van een relatiebeding in de arbeidsovereenkomst het wegkapen van klanten tegengaan.
Inhoudsopgave
Relatiebeding
Een relatiebeding is een afspraak tussen de werknemer en werkgever die een verbod inhoudt voor de werknemer om na het einde van de arbeidsovereenkomst werkzaam te zijn voor klanten of relaties van de werkgever. Het relatiebeding kan op vele manieren worden vormgegeven. Twee voorbeelden ter illustratie:
Voorbeeld 1
Het is de werknemer uitdrukkelijk verboden om gedurende de periode van twee jaar na afloop van de arbeidsovereenkomst op enigerlei wijze zakelijke contacten aan te gaan of te onderhouden met relaties van de werkgever.
Relaties van werkgever zijn alle natuurlijke en rechtspersonen waarmee werkgever gedurende een periode van twee jaar voorafgaande aan de beëindiging van de arbeidsovereenkomst zakelijke contacten heeft onderhouden, daaronder begrepen (rechts)personen waarmee de werkgever in onderhandeling is (geweest) om diensten en/of producten aan te leveren.
Voorbeeld 2
1. Het is de werknemer verboden gedurende een periode van twaalf maanden na beëindiging van het dienstverband zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van werkgever:
a. werkzaam te zijn ten behoeve van bedrijven of personen die op het moment van beëindiging van de overeenkomst cliënt zijn van werkgever, dan wel gedurende twee jaren voorafgaand aan deze beëindiging cliënt van de werkgever of een daarmee gelieerde onderneming zijn geweest (hierna 'relaties'), op welke wijze dan ook, direct of indirect, hetzij tegen vergoeding, hetzij om niet;
b. de sub a bedoelde relaties direct of indirect in zijn eigen of in het belang van derden te benaderen, teneinde hen te bewegen de relatie met werkgever of een daarmee gelieerde onderneming te beëindigen ten behoeve van een concurrent, of zichzelf. De werknemer dient zich in het algemeen te onthouden van iedere activiteit die de relatie tussen de werkgever en haar relaties in negatieve zin zou kunnen beïnvloeden;
2. Indien werknemer in strijd met zijn verplichtingen uit hoofde van het bepaalde in dit artikel handelt, zal hij, in afwijking van het bepaalde in artikel 7:650 leden 3, 4 en 5 BW aan werkgever, zonder dat enige ingebrekestelling is vereist, voor iedere overtreding een niet voor rechtelijke matiging of compensatie (zijdens werknemer) directe opeisbare boete verbeuren ter hoogte van drie maal het laatst geldende bruto maandsalaris van de werknemer en een bedrag van 1.000 EUR voor elke dag dat de overtreding voortduurt nadat deze zich het eerst heeft voorgedaan, onverminderd het recht van de werkgever om, daarnaast volledige schadevergoeding te vorderen.
Bijzondere vorm van het concurrentiebeding
Zoals besproken verbiedt het relatiebeding de werknemer om na het einde van het dienstverband bij klanten van de werkgever werkzaamheden te verrichten. In andere woorden, het relatiebeding beperkt de vrije arbeidskeuze (een grondrecht) van de werknemer. Het relatiebeding kan worden aangemerkt als een species van
het concurrentiebeding, daar deze eveneens de vrije arbeidskeuze van de werknemer beperkt ten faveure van de werkgever. Voor het concurrentiebeding geldt dat deze enkel rechtsgeldig kan worden overeengekomen tussen de werknemer en werkgever als aan de in artikel 653 van het zevende Burgerlijk Wetboek (art. 7:653 BW) gestelde voorwaarden is voldaan. Van het relatiebeding, als bijzondere vorm van het concurrentiebeding, wordt dan ook aangenomen dat dezelfde gelden voorwaarden.
Voorwaarden aan het relatiebeding in de arbeidsovereenkomst
Om een rechtsgeldig relatiebeding op te kunnen nemen in de arbeidsovereenkomst moet aan drie cumulatieve voorwaarden zijn voldaan:
- Het relatiebeding moet schriftelijk zijn overeengekomen. Een mondelinge afspraak tussen de werknemer en de werkgever over een relatiebeding is niet rechtsgeldig tot deze op papier staat en door de partijen is ondertekend. Overigens hoeft het beding niet in de arbeidsovereenkomst zelf te worden opgenomen. Als in de arbeidsovereenkomst expliciet wordt verwezen naar een ander document waarin een regeling voor relaties is opgenomen, dan is deze eveneens rechtsgeldig. Met dien verstande dat de werknemer dit document ook heeft ontvangen.
- Slechts met de meerderjarige werknemer kan de werkgever een relatiebeding overeenkomen. Wordt een relatiebeding met een minderjarige werknemer gesloten, dan is het beding ongeldig!
- Sinds 1 januari 2015 is het niet meer toegestaan om een relatiebeding op te nemen in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, tenzij er sprake is van zwaarwegende omstandigheden die het beding rechtvaardigen.
Vernietigen of aanpassen relatiebeding
Het is goed denkbaar dat een op het eerste oog rechtsgeldig overeengekomen relatiebeding achteraf ongeldig blijkt te zijn. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als de werknemer en de werkgever het beding slechts mondeling overeen zijn gekomen. Wanneer – na het dienstverband – door de werkgever een beroep wordt gedaan op het beding blijkt dat deze ongeldig is omdat niet aan het schriftelijkheidsvereiste is voldaan.
Tussenkomst van de rechter
Niet alleen de wet kan de toepassing van het relatiebeding doorkruisen. Ook de Nederlandse rechter kan middels de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid uit artikel 248 lid 2 van het zesde Burgerlijk Wetboek (art. 6:248 lid 2 BW) ingrijpen en het beding (gedeeltelijk) vernietigen dan wel aanpassen. Een simpel voorbeeld, waarbij ingrijpen voor de hand ligt, is de situatie waarin de werknemer bij een monopolist werkt en na het uit dienst treden gedurende tien jaar geen klanten van de werkgever mag benaderen. Iedereen voelt aan dat de werknemer hierdoor ernstig wordt benadeeld, terwijl het belang van de werkgever veel te ruim wordt beschermd. De rechter kan in zo’n geval onder meer ingrijpen door de duur van het relatiebeding in te korten tot één jaar of het gehele beding te vernietigen.
Uit de praktijk: beding omzeilen als werknemer?
Kan een rechtsgeldig overeengekomen relatiebeding door de werknemer worden ‘omzeild’? Deze vraag kan in sommige gevallen bevestigend worden beantwoord. Door middel van het relatiebeding kunnen klanten van de voormalige werkgever niet actief worden benaderd, maar wat als de klant zelf contact opneemt met de werknemer?
Praktijkvoorbeeld
Neem als voorbeeld de advocate die voor haar cliënt in het verleden naar volle tevredenheid werk heeft afgeleverd. Zes maanden later ontstaat een nieuw juridisch geschil bij de cliënt en wordt getracht de advocate telefonisch te bereiken. Bij navraag bij het advocatenkantoor blijkt dat de advocate drie maanden geleden is overgestapt naar een ander kantoor. De cliënt wil graag bijgestaan worden door de advocate en neemt contact op met haar nieuwe kantoor. Daar krijgt de cliënt echter te horen dat de advocate aan een relatiebeding met haar vorige werkgever is gebonden en derhalve voor nu haar belangen niet kan behartigen, maar dat wel contact zal worden opgenomen met het oude kantoor. De advocate neemt vervolgens achter de schermen contact op met haar voormalige werkgever om de situatie te bespreken. De advocate vertelt dat zij is benaderd door een voormalig cliënt en verzoekt daarbij om het relatiebeding voor deze specifieke cliënt buiten beschouwing te laten. Haar voormalige werkgever gaat hiermee akkoord, omdat allereerst een cliënt op deze manier tegenwerken niet goed is voor de verhouding met de cliënt en ten tweede ook precedentwerking uit kan gaan van deze werkwijze. Immers, de cliënt kan gaan morren en relaties gaan informeren over de werkwijze van het kantoor. Deze relaties van de cliënt zullen wel twee keer nadenken voordat zij in zee gaan met het advocatenkantoor.
In de praktijk is het derhalve niet altijd verstandig om een rechtsgeldig overeengekomen relatiebeding als werkgever zijnde te willen handhaven. In die zin kan het relatiebeding gedeeltelijk worden omzeild als de werkgever er meer belang bij heeft om cliënten niet ten koste van alles vast te willen houden.
Conclusie
Het relatiebeding heeft veel weg van het concurrentiebeding en valt derhalve onder de reikwijdte van artikel 653 van het zevende Burgerlijk Wetboek. Veel voorwaarden hoeven niet in acht te worden genomen om een rechtsgeldig relatiebeding tot stand te brengen. Het beding kan in beginsel schriftelijk met de meerderjarige werknemer worden overeengekomen bij de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Met behulp van de wet en rechtelijke tussenkomst kan een relatiebeding soms (gedeeltelijk) worden vernietigd of aangepast. Daarnaast blijkt in de praktijk dat het relatiebeding in bijzondere situaties meer kwaad doet dan goed voor de werkgever en derhalve de werknemer soms de werking van het beding eenvoudig kan omzeilen.
Lees verder