Collectieve arbeidsovereenkomst: het verbod op nevenarbeid
Arbeidsvoorwaarden voor werknemers en werkgevers worden in diverse bronnen en op verschillende niveaus geregeld. Zo bestaan er arbeidsvoorwaarden op individueel en collectief niveau. Het individuele arbeidsrecht bevat de regels die zien op de individuele relatie tussen de werkgever en de werknemer. Het collectief arbeidsrecht bevat de regels die door vakbonden, ondernemingsraden en door werkgeversorganisaties worden overeengekomen of uit de wet voortvloeien. De voornaamste doelstelling van de collectieve arbeidsovereenkomst is de daarin afgesproken arbeidsvoorwaarden deel uit te laten maken van de individuele arbeidsovereenkomsten tussen werkgevers en werknemers. Volgens cijfers van het ministerie van sociale zaken en werkgelegenheid viel in 2013 ongeveer 80 procent van de werknemers onder een collectieve arbeidsovereenkomst (6,1 miljoen werknemers). De invloed van bepalingen, opgenomen in een collectieve arbeidsovereenkomst, is hiermee evident. Zo ook het beding omtrent nevenarbeid.
Nevenwerkzaamheden in collectieve arbeidsovereenkomst
Een bepaling die vaak in een collectieve arbeidsovereenkomst wordt opgenomen is een beding omtrent nevenwerkzaamheden. Onder nevenarbeid wordt verstaan het ondernemen van activiteiten die de werknemer naast zijn hoofdbaan buiten werktijd verricht en die van invloed zouden kunnen zijn op de hoofdwerkzaamheden. Om de onderneming te beschermen, kan de werkgever er belang bij hebben om nevenarbeid te beperken of bepaalde soorten nevenarbeid te verbieden. In de praktijk worden in arbeidsovereenkomsten en cao’s absolute of specifieke beperkingen opgelegd aan de nevenwerkzaamheden van werknemers.
Geen wettelijke regeling
De collectieve arbeidsovereenkomst is bij het onderwerp nevenarbeid van de werknemer van cruciaal belang omdat een wettelijke regeling voor het reguleren van nevenwerkzaamheden in de regel ontbreekt. Dit in tegenstelling tot veel andere bepalingen in de collectieve arbeidsovereenkomst. Het is namelijk heel gebruikelijk dat bepalingen die in een collectieve arbeidsovereenkomst zijn opgenomen geheel of tot op zekere hoogte zijn gebonden aan een wettelijke regeling. Dit betekent normaliter dat zij niet strijdig mogen zijn met wettelijke regelingen die al over datzelfde onderwerp bestaan. Dit geldt niet voor cao-bepalingen omtrent nevenwerkzaamheden, want hierover bestaat – op een kleine uitzondering na – geen wettelijke regeling.
Uitzondering
Deze hierboven genoemde kleine uitzondering ziet op het absolute verbod op een nevenwerkzaamhedenbeding. Wanneer er een absoluut verbod op nevenwerkzaamheden in een collectieve arbeidsovereenkomst is opgenomen, dan kan de collectieve arbeidsovereenkomst niet algemeen verbindend worden verklaard op grond van het toetsingskader algemeen verbindend verklaren van een collectieve arbeidsovereenkomst, omdat dit een inbreuk maakt op de vrijheid van arbeidskeuze die is vastgelegd in artikel 19 lid 3 van de Grondwet (
art. 19 lid 3 GW).
Reguleren nevenarbeid lastig
Nevenarbeid is een lastig onderwerp om wettelijk te regelen. Het staat namelijk eenieder vrij om zijn eigen arbeidskeuze te maken. Bovendien is het verrichten van nevenarbeid ook een heel erg gebonden aan de feiten en omstandigheden van het geval. Er zijn zoveel denkbare combinaties mogelijk tussen een vaste baan en een bijbaan waarbij de feiten en omstandigheden steeds verschillend zijn. Er moet worden gekeken naar wat er zich in het concrete geval afspeelt. Derhalve is er voor gekozen om nagenoeg niets over nevenarbeid in de wet te regelen.
Beperking nevenarbeid in cao rechtsgeldig
Partijen kunnen in beginsel rechtsgeldig beperkingen aan nevenwerkzaamheden afspreken. Daarbij gelden geen vormvereisten, zoals het vereiste van schriftelijkheid dat bij het in zekere zin vergelijkbare
concurrentiebeding wel geldt (artikel 653 van het zevende Burgerlijk Wetboek).
Goed werknemerschap
Bovendien rust op de werknemer krachtens artikel 611 van het zevende Burgerlijk Wetboek de verplichting de arbeidsovereenkomst als goed werknemer, dat wil zeggen loyaal en naar beste vermogen uit te voeren. De werknemer is daarom niet volledig vrij in het verrichten van nevenarbeid. Hij dient daarvan bijvoorbeeld af te zien als hij zijn gezondheid schaadt door banen te combineren, de reputatie van de werkgever aantast of de werkgever rechtstreeks beconcurreert. Het is echter wel zo dat – gezien het ontbreken van een wettelijke regeling – contractsvrijheid centraal staat ten aanzien van afspraken omtrent nevenwerkzaamheden.
Absoluut of relatief verbod bij werkgever
We onderscheiden een absoluut en een relatief (mild) verbod op het verrichten van nevenwerkzaamheden in de juridische literatuur. Er is sprake van een absoluut verbod op nevenwerkzaamheden wanneer de werkgever de werknemer verbiedt iedere vorm van nevenarbeid uit te oefenen. Zoals reeds hiervoor – bij de kop uitzondering – vermeld kan een collectieve arbeidsovereenkomst waarin een absoluut verbod op nevenarbeid is opgenomen op grond van het toetsingskader algemeen verbindend verklaren van een collectieve arbeidsovereenkomst niet algemeen verbindend worden verklaard, omdat dit inbreuk maakt op de vrijheid van arbeidskeuze die is geregeld in artikel 19 lid 3 van de Grondwet. Een relatief of mild verbod op nevenwerkzaamheden kristalliseert zich uit in een toestemming- en/of meldingsplicht bij of van de werkgever. Het is mogelijk dat in de collectieve arbeidsovereenkomst staat dat een werknemer het verrichten van nevenarbeid moet melden en toestemming van de werkgever moet afwachten alvorens hiermee aan de slag te kunnen gaan.
Voorbeelden beding nevenarbeid
Om een beter beeld te krijgen van het verbod op nevenarbeid en opdat de lezer in de toekomst het beding snel kan herkennen volgen nu enkele voorbeelden uit collectieve arbeidsovereenkomsten. De voorbeelden betreffen drie cao's uit verschillende branches waarin het verbod op nevenwerkzaamheden steeds op een iets andere wijze is ingekleed. Grofweg valt te onderscheiden (1) een verbod met toestemmingsvereiste en belangenafweging, (2) verbod met toestemmingsvereiste
zonder belangenafweging en (3) verplichting tot het melden van nevenarbeid.
Cao banken 2017-2018
Verbod op nevenwerkzaamheden
Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van uw werkgever mag u geen arbeid in loondienst voor andere werkgevers verrichten, zaken voor eigen rekening doen of als agent voor anderen optreden. De toestemming zal niet worden geweigerd, tenzij uw werkgever de kans op schade of het ontstaan van een belangenconflict aannemelijk kan maken.
ICK CAO 2017
3.2 Werkzaamheden voor derden
Het is de (deeltijd-) werknemer zonder schriftelijke toestemming van de werkgever niet toegestaan betaalde of onbetaalde werkzaamheden voor derden te verrichten, noch als zelfstandige een nevenbedrijf te voeren.
Cao apotheken 2016-2017
Artikel 13
De werknemer moet alle nevenactiviteiten (in loondienst voor derden of voor eigen rekening) welke van invloed kunnen zijn op het functioneren in de apotheek voorafgaand aan de werkzaamheden die voortvloeien uit de nevenactiviteiten melden aan haar werkgever.
Geschillen naar aanleiding van het verrichten van nevenwerkzaamheden komen regelmatig voor bij de kantonrechter. /
Bron: Sebastiaan Ter Burg, Flickr (CC BY-SA-2.0)Rechtspraak
Rechtspraak over nevenarbeid betreft relatief vaak gevallen waarin de werkgever bezwaren heeft tegen de aard van de nevenactiviteiten, bijvoorbeeld omdat deze activiteiten concurrerend zijn met het bedrijf van de werkgever of omdat de integriteit van de werkgever erdoor in het gedrang komt. Een verbod op de concurrerende nevenarbeid vloeit volgens de wetgever dan ook voort uit het reeds genoemde goed werknemerschap. Voorts kunnen er gevolgen worden verbonden aan de nevenarbeid als deze leiden tot oververmoeidheid van de werknemer. Hiervan is bijvoorbeeld sprake wanneer de werknemer twee voltijds functies combineert. Het belang van de werkgever om nevenarbeid te verbieden of te beperken wordt doorgaans door de rechter inhoudelijk getoetst met inachtneming van de concrete belangen die betrokken zijn bij het geval.
Lees verder