Kosten van een gerechtelijke procedure
Een rechtzoekende kan bij het voeren van een gerechtelijke procedure te maken krijgen met diverse soorten kosten. Kosten die vaak onduidelijk zijn voor de gewone burger. Een vraag waar veel mensen mee zitten is bijvoorbeeld: Hoeveel euro gaat mij deze rechtzaak kosten?
Kosten hulpverlener
Een rechtzoekende die niet in persoon procedeert, is kosten verschuldigd aan zijn rechtshulpverlener: zijn advocaat of gemachtigde. Uitgangspunt is dat iedere rechtzoekende zijn eigen rechtshulpverlener betaalt. In zijn declaratie zal de rechtshulpverlener veelal een aantal soorten kosten opvoeren: het honorarium, de verschotten en de kantoorkosten.
Honorarium
Het honorarium is de prijs die de rechtshulpverlener ontvangt voor de door hem te verrichten juridische diensten. De juridische verhouding tussen de rechtzoekende en de rechtshulpverlener betreft een overeenkomst van opdracht (art. 7:400 BW). Uit dien hoofde heeft de rechtzoekende jegens zijn opdrachtnemer een betalingsverplichting. De hoogte van het honorarium kunnen partijen in beginsel vrij overeenkomen.
In de praktijk wordt vaak gebruik gemaakt van de methode ‘aantal uren maal uurtarief’: het uurtarief wordt dan overeengekomen en vermenigvuldigd met het aantal gewerkte uren. Gemiddeld bedraagt het uurtarief van een advocaat al snel 200 euro exclusief kantoorkosten en btw.
Een andere methode is een vaste prijsafspraak per zaak. Opdrachtnemer (advocaat) en opdrachtgever (rechtzoekende) spreken op voorhand een vast bedrag voor de zaak af.
Verschotten
De rechtshulpverlener kan, naast zijn honorarium, ook verschotten in rekening brengen. Verschotten zijn de onkosten die de rechtshulpverlener of door hem ingeschakelde derden maken ten behoeve van een bepaalde zaak en die niet onder het honorarium vallen. Voorbeelden van verschotten zijn reiskosten en de kosten voor het vertalen van bijvoorbeeld een dagvaarding.
Kantoorkosten
Ten slotte zal de rechtshulpverlener in zijn declaraties kantoorkosten in rekening brengen. Kantoorkosten zijn vaste overheadkosten, zoals papier en telefoonkosten.
Kosten gerechtelijke instantie
Indien een juridisch geschil uitmondt in een gerechtelijke procedure, is de rechtzoekende kosten verschuldigd aan de gerechtelijke instantie waar de procedure aanhangig is gemaakt. De kosten die het desbetreffende gerecht voor de behandeling van de zaak in rekening brengt, worden vast recht, ofwel griffierecht genoemd. De hoogte van het griffierecht is afhankelijk van de gerechtelijke instantie waar de zaak aanhangig is en van het soort zaak.
Griffierecht moet worden betaald door de eisende of verzoekende partij en door de verschenen gedaagde of verweerder.
Proceskosten
De proceskosten zijn de kosten die de procespartijen in het kader van de gerechtelijke procedure maken. Daaronder vallen het betaalde griffiegeld en de kosten voor de rechtsbijstandverleners van partijen. De mogelijkheid bestaat dat de rechtzoekende aan het eind van de procedure, naast zijn eigen proceskosten, tevens de proceskosten van de wederpartij moet betalen.
Verliezer betaalt
De partij die bij vonnis in het ongelijk wordt gesteld, wordt veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de wederpartij. Dit wordt de proceskostenveroordeling genoemd. In verzoekschriftprocedures komt een veroordeling in de proceskosten van de wederpartij minder vaak voor, dit vanwege de aard van de verzoekschriftprocedure.
Compensatie en matiging van proceskosten
Naast het uitspreken van een proceskostenveroordeling kan de rechter de proceskosten ook compenseren of matigen. Compensatie van proceskosten houdt in dat de rechter bepaalt dat beide partijen hun eigen kosten dragen. De rechter zal veelal compensatie toepassen op het moment dat beide partijen een gelijk aandeel in het geschil hebben of in een familierechtelijke betrekking tot elkaar staan. Bij matiging van de proceskosten stelt de rechter de proceskosten in hoogte bij, bijvoorbeeld wanneer door een van de partijen een exorbitant hoog bedrag aan proceskosten wordt gevorderd.
Buitengerechtelijke kosten
Van de proceskosten moeten de buitengerechtelijke kosten worden onderscheiden. Buitengerechtelijke kosten worden in de wet aangeduid als 'redelijke kosten ter verkrijging van voldoening buiten rechte'. Dit zijn kosten die de rechtshulpverlener van de rechtzoekende maakt tot het moment dat hij een gerechtelijke procedure gaat voorbereiden. Te denken valt bijvoorbeeld aan het voeren van schikkingsonderhandelingen of het voeren van inhoudelijke correspondentie. Het opstellen van een dagvaarding of verzoekschrift valt niet onder de buitengerechtelijke kosten, maar onder de proceskosten.
Lees verder