Hoe werkt een kort geding procedure?

De kortgedingprocedure is een bijzondere dagvaardingsprocedure voor spoedeisende zaken. Een aantal voorschriften voor de gewone dagvaardingsprocedure geldt daarom eveneens in kort geding, maar er zijn ook enkele afwijkingen. In het algemeen kan worden gesteld dat de procedure in kort geding wordt gekenmerkt door snelheid en eenvoud. De duur van een kortgedingprocedure van dagvaarding tot vonnis varieert, afhankelijk van de spoedeisendheid van de zaak, tussen enkele uren en enkele weken.
In het kort ziet de kortgedingprocedure er als volgt uit:
Dagvaarding
↓
Mondelinge behandeling/terechtzitting
↓
Vonnis
Dagvaarding↓
Mondelinge behandeling/terechtzitting
↓
Vonnis
De kortgedingprocedure begint met een dagvaarding. De inhoudelijke eisen die aan de dagvaarding in kort geding worden gesteld, zijn gelijk aan die voor de bodemprocedure, met dien verstande dat art. 112 Rv in kort geding een extra aanzegging door de eiser verplicht stelt. Eiser moet in de kortgedingdagvaarding aan de gedaagde aanzeggen dat gedaagde bij verschijning al dan niet vast recht (kosten die de gerechtelijke instantie in rekening brengt) verschuldigd zal zijn, evenals de hoogte daarvan en de mogelijkheid om vermindering van het vast recht te verkrijgen. Voor zover deze in kort geding relevant zijn.
Afwijkend ten opzichte van de gewone bodemprocedure is het op voorhand vragen van een datum voor de terechtzitting aan de rechter: art. 254 lid 2 Rv.
Anders dan de bodemprocedure kan gedaagde in kort geding in advocaatzaken kiezen: ofwel hij procedeert bij advocaat, ofwel - en dit is anders dan in een bodemzaak - hij procedeert zelf. Anders gezegd: in een kortgedingprocedure moet eiser bij advocaat procederen, gedaagde in persoon of bij advocaat.
Mondelinge behandeling
Nadat de kortegedingdagvaarding aan gedaagde is betekend, volgt de mondelinge behandeling. Het spoedeisende karakter van het kort geding brengt mee dat er door gedaagde vaak geen schriftelijke conclusie van antwoord voorafgaand aan de terechtzitting wordt ingediend. In plaats daarvan bepleit gedaagde tijdens de zitting mondeling zijn zaak, veelal aan de hand van schriftelijke pleitaantekeningen die aan de rechter worden overhandigd. Wel is het gebruikelijk dat partijen voorafgaand aan de mondelinge behandeling 'producties' (bewijsstukken ter onderbouwing van de vordering of het verweer) aan de behandelend rechter en aan de wederpartij toezenden.In feite is de mondelinge behandeling het belangrijkste moment van de kortgedingprocedure. De belangrijkste zaken in het kort geding vinden op deze terechtzitting plaats. Advocaten voeren hun pleidooien waarin ze hun vordering en verweer toelichten, de rechter stelt vragen, partijen gaan dikwijls met elkaar en/of de rechter in debat over de feiten en de juridische aspecten van de zaak, producties worden toegelicht of besproken.
Nadat de kantonrechter de terechtzitting heeft gesloten hebben partijen geen gelegenheid meer zich nog tot de rechter te wenden. De rechter zal nu vonnis wijzen, dit op basis van de kortgedingdagvaarding, de mondelinge pleidooien, de eventuele schriftelijke pleitnota's, de eventuele producties in partijen, evenals de informatie die de rechter op de terechtzitting heeft ingewonnen.