Het doel van straffen in het Nederlandse strafrecht
In deze handleiding wil ik je inzicht geven op het doel van het opleggen van straffen binnen het rechtssysteem van Nederland.
Het doel van straffen
Er wordt vaak gesproken over wat de intentie is van het opleggen van straffen, en wat de uiteindelijke uitwerking ervan is. Als iemand een strafbaar feit begaat dan kan de rechter hem een straf opleggen. De rechter doet dit niet naar willekeur, veelal beoogt hij twee doelen met het opleggen van een straf:
Vergelding
Een dader die een strafbaar feit pleegt brengt altijd leed toe aan anderen. Het meest logische is het leed dat hij een eventueel slachtoffer aandoet. Met zijn strafbare feit, bijvoorbeeld mishandeling of diefstal, heeft hij een ander leed toegebracht. Dit leed moet dan worden gecompenseerd met een vergelding. Het gebeurt soms dat iemand een strafbaar feit heeft begaan zonder dat daarbij een slachtoffer is aan te wijzen, zoals bijvoorbeeld bij uitkeringsfraude of belastingontduiking. Toch wordt bij dit soort strafbare feiten ook nagegaan wat voor leed er is aangericht. Niet het leed bij een slachtoffer, maar het leed dat de dader in de maatschappij heeft aangericht.
Door middel van leedtoevoeging wordt het leed dat een dader een slachtoffer of de maatschappij heeft aangedaan vergolden. Deze leedtoevoeging gebeurt veelal door middel van een vrijheidsstraf (gevangenisstraf) opgelegd door de rechter. Hoewel dit doel van bestraffing misschien wat middeleeuws lijkt, is het toch erg belangrijk voor het vertrouwen van het volk in het rechtssysteem. Het opleggen van straffen ter vergelding van iemand zijn daad zorgt voor morele genoegdoening. De dader heeft kwaad afgeroepen over personen of over de samenleving en derhalve roept de samenleving, via de rechter, kwaad af over de dader.
Preventie
Waar het vergeldingsaspect van een straf erg intuïtief aangevoeld wordt, is de preventiegedachte een stuk eenvoudiger. Kort door de bocht behelst de preventiegedachte een eenvoudig principe: mensen willen geen straf opgelegd worden, dus zullen ze het gedrag dat tot straf leidt moeten willen vermijden. Er is sprake van twee soorten preventie:
- Speciale preventie
- Generale preventie
Speciale preventie
Speciale preventie is - in tegenstelling tot generale preventie - persoonsgericht. Het moet bewerkstelligen dat een dader die ooit een strafrechtelijke norm heeft overschreden, wordt afgeschrikt door een straf. Als een dader zijn straf verschrikkelijk vond zal hij minder snel weer een strafbaar feit begaan, uit angst voor de straf. Deze angst moet voorkomen dat hij snel weer een strafbaar feit begaat, en wel drie keer nadenkt voordat hij weer een strafbaar feit wil begaan. Een goed voorbeeld waaruit deze speciale preventie blijkt is het opleggen van voorwaardelijke straffen. Voorwaardelijke straffen worden niet uitgevoerd onder voorwaarde dat de veroordeelde zich tijdens een bepaald tijdsbestek (de zogenaamde proeftijd) niet opnieuw schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Generale preventie
De bedoeling van generale preventie zit al verwerkt in de naam. De gedachte is dat ook anderen dan een gestrafte lering trekken uit dat er voor het plegen van strafbare feiten een straf wordt opgelegd. Ordinair gezegd is dit dus een afschrikmiddel.
Lees verder
Reactie
Marit, 01-10-2013
Hallo,
Kunt u mij vertellen waar u de doelen van staf heeft gevonden? Ik moet hier voor school een onderzoek naar doen en ik vroeg mij af of de 5 doelen waar u het over heeft nog een keer uitgebreider beschreven staan in 'Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht'. Als dit zo is wil ik dit boek gaan bestellen maar anders is dit niet nodig.
Gr,
Marit
Reactie infoteur, 01-10-2013
Beste Marit,
In het boek wordt gerept over twee doelen, zoals ze te vinden zijn in het artikel. Deze twee doelen staan daar wel iets uitgebreider in beschreven.
Infokoning