Een andere baan of re-integreren: zo doe je dat!
Je zoekt een (andere) baan. Omdat het moet, omdat je er al zo lang uit bent, omdat je wel eens iets anders wilt. Iets wat beter bij je past. Of omdat je gewoon van afwisseling houdt. Hoeveel groot zijn je kansen? Dat hang af van veel factoren: je leeftijd, je ervaring, je opleiding, je flexibiliteit. Als er sprake is van re-integratie kun je terecht bij je gemeente. Gemeentes hebben van het rijk een pot met geld gekregen om hun onderdanen aan het werk te helpen. Dus ook jou. Profiteer daar van. Vraag hulp van professionals. Laat je begeleiden. Doe je huiswerk en grijp die kans!
Andere baan
Het maakt niet uit of je een uitkering ontvangt of niet, als je thuis zit en wilt werken, kun je gebruik maken van het
re-integratietraject dat de gemeente je aanbiedt. Zelfs als je werkt, maar het bevalt je niet, kun je bij de gemeente aankloppen.
Dit geldt voor mensen:
- met een WWB-, IOAW of IOAZ-uitkering tot 65 jaar;
- met een gecombineerde uitkering WWB, IOAW, IOAZ en WW, WIA;
- zonder uitkering (niet-uitkeringsgerechtigden);
- met een gesubsidieerde baan: een TWB-voorbereidingsovereenkomst, groeibaan of participatiebaan.
Hoe werkt het?
Je belt je gemeente en zegt dat je in aanmerking wilt komen voor dit traject. Als je (nog) niet (meer) als werkzoekende bij het CWI staat ingeschreven, doe je dat eerst. Intussen maak je die afspraak met de
sociale dienst. De consulent zal je vertellen wat je moet doen. Het komt er op neer dat je
zelf een of meer afspraken maakt met een of meerdere re-integratiebureaus, bijvoorbeeld: Randstad, USG Restart of Agens, om er een paar te noemen. Het loont om enkele bureaus te vergelijken, want, net als bij het kopen van een wasmachine wil je wel weten wie de beste waar geeft voor je geld. Dat geld krijg je immers slechts één keer. Het bureau van jouw keuze stelt vervolgens samen met jou een
trajectplan op en dient dit samen met de offerte in bij de gemeente. De consulent beoordeelt dit plan en binnen 8 weken krijg je al dan niet groen licht.
Wie betaalt dat?
De gemeente betaalt. Zij hebben een pot met geld ontvangen van het rijk. Die pot moet leeg, anders krijgt de gemeente volgend jaar minder geld. Jouw gemeente trekt bijvoorbeeld 5.000 euro per persoon uit over een periode van een jaar. Van dat geld wordt het re-integratiebureau betaald, maar ook jouw cursus als je die nodig mocht hebben. Daarom is het belangrijk dat je goed met deze bureaus onderhandelt, om het onderste uit de kan te halen. Dus:
doe je huiswerk!, zodat je de baan vindt die je past.
Een oriënterend gesprek
- Daar begin je mee. Vraag hoe het contact met je coach van het re-integratiebureau zal verlopen. Heb je veel face to face gesprekken of verloopt het contact al snel via email of telefoon?
- Hoe vaak hebben jullie contact? Is dat wekelijks of tweewekelijks?
- Hoe toegankelijk is je coach als je plotseling met een vraag of probleem zit?
- Hoe groot is hun netwerk, welke grote, voor jou, aantrekkelijke bedrijven en organisaties zitten daarin, welke branches zijn er vertegenwoordigd?
- Welke cursussen biedt het bureau zelf aan? In hoeverre zijn die op maat gesneden? Je hebt weinig aan een sollicitatietraining met werkzoekenden van een heel ander niveau of met andere voorkennis dan jij. Terwijl het bureau het wel op jouw rekening zet! Calculeren ze in dat je wellicht een cursus elders nodig hebt?
- Er bestaan subsidiepotjes voor werkgevers die langdurig werklozen in dienst nemen, vraag daar naar.
- Wordt het trajectplan tussentijds (met jou) geëvalueerd, bijvoorbeeld iedere zes weken? Houden ze er rekening mee dat een plan een plan is en dus regelmatig bijgesteld zal moeten worden?
- Wat is de meerwaarde van het ene bureau boven al die andere?
Let op!
Bureaus hebben een
standaardaanpak, ze willen zoveel mogelijk aan je verdienen (voor zo min mogelijk werk). Eis daarom vooral individuele invulling. Daarin tonen ze hun kwaliteit: in de mate van persoonlijke en individuele afstemming van hun begeleiding. Claim de tijd die je van hen nodig hebt. Zorg dat je de uren krijgt die zij declareren (een gesprek is meer waard dan e-mailcontact; laat je niet afschepen).
Wat doe je zelf?
- Wees eerlijk: wat kun je, hoeveel ervaring heb je, en hoe vers is die? Speel open kaart. Doe jezelf niet beter voor dan je bent, daar ben je straks zelf de klos van.
- Ga niet te kort door de bocht, ga niet op je strepen staan omdat je vindt dat je meer krediet verdient. Je kunt nog zol gelijk hebben, wees flexibel, dat brengt je verder.
- Houd je horizon breed. Denk niet: ik ben al mijn hele leven secretaresse geweest, dat zal het nu wel weer worden. Je bent nu niet bij het arbeidsbureau en evenmin bij een uitzendbureau.
- Zeg niet bij voorbaat: dat is te ver, te lang, te veel, dan kan ik niet. Kijk wat wel kan. Houd de deur open. Overweeg daarna wat de baan je waard is.
- Je hebt een jaar de tijd, néém die tijd dan ook. Je hoeft niet binnen twee maanden te slagen. Wees zorgvuldig. Sta stil bij jezelf: wat doe je graag, hoe werk je het liefst? Ben je een sociaal dier of zit je liefst in je eentje te sleutelen. Ben je dienstbaar of zorgzaam ingesteld of is je hoogstpersoonlijke ontwikkeling belangrijker voor je? Bespreek dit soort dingen met je coach zodat zij/hij je doelgerichter kan helpen.
Werken aan werk
Stel vragen ook al weet je het antwoord al (of denkt dat te weten).
Vertellen ze je iets nieuws? Laat het bureau waarvoor je kiest voor je werken! Zij
verdienen aan jou. Zonder jou hebben ze geen werk, staan ze zelf op straat. Wees zakelijk, maar maak er ook een spel van. En besef: mensen die zelf het heft in handen nemen hebben de beste kans van slagen. Succes ermee!