Groepen in organisaties
Over groepen in organisaties zijn verschillende theorieën. Bijvoorbeeld die van Tuckman en Jensen, of die van Asch. In dit artikel zal ik deze theorieën uitleggen.
In een organisatie zijn verschillende groepen. Groepen die gemaakt zijn voor de structuur voor de organisatie worden formele groepen genoemd. Ook zijn er taakgroepen, die zijn gericht op specifieke taken als inkopen, verkopen, produceren etc. Ook zijn er groepen die gemaakt zijn om overleg te plegen, dezen heten dan ook overleggroepen. Ook zijn er informele groepen, die zijn gemaakt als persoonlijke initiatieven van mensen die elkaar opzoeken. Bijvoorbeeld door mensen die dezelfde belangen nastreven in een organisatie.
Groepen hebben functies, deze zijn:
- Het bereiken van doelen
- De mensen in het groepje hebben elkaar nodig om hun gezamenlijke doel te verwezenlijken.
- Steun en bescherming
- Groepsleden kunnen elkaar steunen bij werkzaamheden of het behartigen van belangen
- Verschaffen van informatie
- Uitwisselingen tussen groepsleden, hoe kijkt de ander er tegenaan?
Arsch
Volgens een onderzoek van meneer Asch passen mensen hun mening in 75% procent van de gevallen aan aan de mening van de groep.
Tuckmann en Jensen
Als mensen bij elkaar worden gezet om taken te verrichten vormen ze nog niet gelijk een groep. Er is zijn nog geen relaties in de groep en ook geen groepsgevoel. Voor het ontstaan hiervoor is tijd nodig. Door de heren Tuckman en Jensen is een model gemaakt van groepsontwikkeling. Die van toepassing zijn op therapiegroepen, laboratoriumgroepen en natuurlijke groepen.
Dit ziet er als volgt uit:
Vormen, Vechten, Normeren, Presteren en Verdwijnen.
Vormen
Hierin zijn de groepsleden nog onzeker over hoe ze zich moeten gedragen. Ze gaan kijken hoe groepsleden ergens op reageren en maken kennis met elkaar. In deze periode zullen ze nog aardig tegen elkaar zijn en nog niet het achterste van hun tong laten zien.
Vechten
In deze fase worden de groepsleden meer zichzelf, ze komen meer op voor hun voorkeuren en belangen. Hierdoor ontstaan ook conflicten en tegenstellingen in een groep
Normeren
Hierin komt overeenstemming tot de groepsdoelen tot stand, worden verschillen in opvatting geaccepteerd en worden er compromissen over conflicten bereikt.
Presteren
De groepsleden bereiken afstemming en goede verdeling, weten wat ze aan elkaar hebben.
Verdwijnen
Hierin houdt de groep op te bestaan. Dit kan verschillende oorzaken hebben.
Algemeen
Groepen hebben nooit leden met dezelfde inbreng. Sommige mensen in de groep merk je haast nooit op en sommigen brengen juist veel in.
Bales heeft een onderzoek gedaan naar de inbreng van personen in een groep. Hiervan was dit de conclusie:
- Groepsleden die weinig inbrengen, vragen vooral naar informatie, zijn het oneens of stemmen ergens mee in.
- Groepsleden die veel inbrengen, verschaffen vooral informatie, geven suggesties en brengen hun mening in.
- Groepsleden die veel inbrengen, richten zich vooral tot de groep als geheel en in grote groepen vooral tot elkaar. Ze spelen dan de bal toe en dat zorgt ervoor dat andere groepsleden minder kans hebben om aan bod te komen.
- Groepsleden die weinig inbrengen, richten zich vooral tot de groepsleden die veel inbrengen, waardoor de dominante positie van die leden verder versterkt wordt.
- De ongelijke inbreng gaat gepaard met ongelijke invloed. De mensen met veel inbreng hebben vrijwel altijd ook een grotere invloed op de groep.