Deelneming: medeplichtigheid

Deelneming: medeplichtigheid Eén van de bekendste vormen van deelneming is wel de medeplichtigheid. Wanneer iemand medeplichtig is aan een bepaald strafbaar feit, is deze persoon opzettelijk behulpzaam bij het plegen van een misdrijf of verschaft deze persoon opzettelijk middelen of inlichtingen om het misdrijf gemakkelijk te maken. Medeplichtigheid is in dat opzicht moeilijk te scheiden van medeplegen. In dit artikel meer aandacht voor medeplichtigheid.

Inleiding

Artikel 48 Wetboek van Strafrecht (art. 48 Sr) geeft ons de volgende bepaling: ‘als medeplichtige van een misdrijf worden gestraft: zij die opzettelijk behulpzaam zijn bij het plegen van een misdrijf en zij die opzettelijk gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaffen tot het plegen van het misdrijf’. Makkelijker gezegd is de medeplichtige dus de persoon die de daadwerkelijke dader van het strafbare feit hulp biedt bij het plegen van dit feit. In principe is de deelnemingsvorm medeplegen ongeveer hetzelfde. Ook hier is de persoon die medepleegt behulpzaam bij het plegen van een strafbaar feit. Een verschil is echter, dat de medepleger ook echt meewerkt aan de uitvoering van het strafbare feit, de medeplichtige doet dit in beginsel niet. De medeplichtige staat dus gewoonlijk buiten het plegen van het strafbare feit.

Medeplichtigheid wordt in de wet gezien als een minder zwaar delict dan de andere deelnemingsvormen. Hierom wordt de medeplichtige krachtens art. 49 lid 1 Sr gestraft met dezelfde straf als de pleger van het feit, alleen wordt hier dan wel een derde van de straf op in mindering gebracht. Hiernaast is de poging tot medeplichtigheid aan een bepaald feit ook niet strafbaar gesteld. Dit kan alleen strafbaar zijn gesteld als de poging tot medeplichtigheid in een speciaal artikel in het Wetboek van Strafrecht staat.

Twee vormen van medeplichtigheid

Iemand kan medeplichtig zijn bij een strafbaar feit of medeplicht tot een strafbaar feit. Van de eerste, bij het strafbaar feit, is sprake als de medeplichtige daadwerkelijk aanwezig was bij het plegen van het strafbare feit. Medeplichtigheid tot een strafbaar feit is de verdachte die voordat het feit is gepleegd meewerkt om het delict te kunnen plegen, hij is zelf echter niet aanwezig bij de uitvoering van het feit. Let op: ook als de verdachte medeplichtige de pleger vervoert van en naar de plaats delict is deze persoon medeplichtig bij het misdrijf en niet medeplichtig tot!

Hieromtrent speelt de vraag of passiviteit, dus nalaten, ook kan worden gezien als medeplichtigheid. Wanneer een medeplichtige dus niks uitvoert bij het strafbare feit, kan hij of zij als nog medeplichtig zijn. Dit wordt wel passieve medeplichtigheid genoemd (zie arrest HR 12 december 2000, NJ 2002, 516). Hiervan is bijvoorbeeld sprake, zoals blijkt uit het genoemde arrest, als iemand in strijd met een op hem rustende rechtsplicht opzettelijk nalaat om te beletten dat het misdrijf wordt gepleegd. Hieruit blijkt dat wanneer een persoon nalaat voldoende zorg te betrachten om een misdrijf te voorkomen, deze kan worden aangemerkt als medeplichtige.

Criteria voor het aannemen van medeplichtigheid

Voordat men kan aannemen dat er sprake is van medeplichtigheid, moeten een aantal criteria bij langs worden gegaan. Allereerst moet er sprake zijn van een grondfeit. Er moet dus een delict zijn gepleegd. Zonder een gepleegd delict kan geen medeplichtigheid worden aangenomen. Poging tot medeplichtigheid is immers niet strafbaar. Let op: in de wet is uitdrukkelijk geregeld dat het grondfeit een misdrijf moet zijn.

Zoals hiervoor al bleek moet de medeplichtige bij het delict aanwezig zijn geweest of moet hij voortijdig aan het delict hebben meegewerkt. De medeplichtigheid tot of bij het delict moet wel daadwerkelijk leiden tot bevorderingen van de uitvoering van het misdrijf. Er wordt ook wel gezegd dat de medeplichtigheid effectief moest zijn. De medeplichtige moet wel echt een bijdrage hebben geleverd aan de uitvoering van het strafbare feit of de voorbereiding hiervan. Een denkbare situatie is de medeplichtige die op de uitkijk staat voor een inbreker (de pleger). Belangrijk om je te realiseren is het volgende: ook als de medeplichtige (per ongeluk) bij een ander huis op de uitkijk staat, is de hulppersoon medeplichtige als de pleger van het feit heeft gedacht dat de medeplichtige wel aanwezig was. Dit is natuurlijk lastig te bewijzen! De medeplichtige moet in ieder geval het feit hebben bevorderd, contact tussen pleger en medeplichtige is dan niet vereist.

Als laatste moet er sprake zijn van dubbel opzet. De medeplichtige moet opzet hebben op het grondfeit (het strafbare feit) en op de medeplichtigheid (het bieden van hulp). Let op: het gaat bij opzet op het grondfeit om globaal opzet. Dit betekent dat het opzet van de pleger niet precies dezelfde opzet hoeft te behelzen als het opzet van de medeplichtige. Het komt namelijk vaak genoeg voor dat het opzet van de pleger en het opzet van medeplichtige uit elkaar lopen. Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen als de medeplichtige opzet had op mishandeling, maar de pleger bijvoorbeeld het slachtoffer doodslaat en dus in beginsel opzet had op doodslaf of zelfs op moord. Voor dergelijke gevallen is art. 49 lid 4 Sr in het leven geroepen. Dit artikel zegt: ‘bij het bepalen van de straf komen alleen die handelingen in aanmerking die de medeplichtige opzettelijk heeft gemakkelijke gemaakt of bevorderd, benevens hun gevolgen’. Korter gezegd: de medeplichtige volgt de kwalificatie van de dader. Als de pleger van het feit opzet heeft op doodslag, dan heeft de medeplichtige dit in beginsel ook. Dit is ook het geval als de medeplichtige enkel opzet had op mishandeling. Dit lijkt een zeer harde eis, echter, krijgt de medeplichtige een strafvermindering van een derde.
© 2011 - 2024 Maria_louise91, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Poging tot het begaan van een strafbaar feitPoging tot het begaan van een strafbaar feitVan een poging in strafrechtelijke zin is sprake als een persoon heeft geprobeerd een strafbaar feit te verrichten, terw…
Deelneming: uitlokkingDeelneming: uitlokkingUitlokking is de meest onbekende vorm van deelneming aan een strafbaar feit in Nederland. Van uitlokken is sprake als ee…
Deelneming: medeplegenDeelneming: medeplegenIn ons huidige strafrecht wordt niet alleen de pleger van een strafbaar feit gestraft, ook degene die het feit mede plee…
Het algemeen deel van het Wetboek van StrafrechtHet algemeen deel van het Wetboek van StrafrechtEen van de belangrijkste onderdelen van het Nederlandse rechtssysteem is het Strafrecht. Het strafrecht is vastgelegd in…

Wat is een octrooi en hoe ziet een octrooiaanvraag eruit?Wat is een octrooi en hoe ziet een octrooiaanvraag eruit?Wat is een octrooi? Hoe ziet een octrooiaanvraag er eigenlijk uit? Een korte beschrijving van wat het octrooirecht inhou…
Voorwaardelijke verbintenisIn het dagelijks leven worden vaak voorwaardelijke verbintenissen overeengekomen. Maar wat houdt zo'n voorwaarde nu eige…
Bronnen en referenties
  • 'Materieel Strafrecht', mr. J. de Hullu, vierde druk.
Reacties

Milos, 22-09-2013
Mijn vraag is, ben je ook medeplichtig als bijvoorbeeld je vriend met iemand aan het vechten is, en jij staat er bij, grijpt niet in, schreeuwt alleen 'stop', omdat je bang bent om zelf slachtoffer te worden? Reactie infoteur, 25-09-2013
Jouw vraag gaat neem ik aan over de passieve vorm van medeplichtigheid? In dat geval ben je medeplichtig aan een strafbaar feit wanneer je nalaat het plegen van een delict te voorkomen. Jij zegt bang te zijn geweest om ook slachtoffer te worden. Daarom heb je niet ingegrepen. Ik ben geen rechter, dus ik weet niet hoe er in dit geval geoordeeld zal worden, maar of sprake is van medeplichtigheid aan jouw kant betwijfel ik.

Rolf Janssen, 29-03-2012
Mijn vraag. Zoals ik lees, kan een medeplichtige uitsluitend voor of tijdens de uitvoering van het misdrijf ondersteunende handelingen verrichten en derhalve als medeplichtige worden aangemerkt. Hoe zit het met de persoon die niet voor of tijdens de uitvoering van het misdrijf (bijvoorbeeld diefstal) er bij betrokken was, maar vlak na die tijd benaderd wordt om bijvoorbeeld tijdelijk het gestolen goed op te bergen. Waaraan maakt deze persoon zich dan schuldig indien hij daarmee instemt? Reactie infoteur, 01-04-2012
Het kan zo zijn dat degene die de goederen verborgen houdt zich dan schuldig maakt aan een zelfstandig delict, zoals heling (wat bij jou voorbeeld het beste past).

Maria_louise91 (153 artikelen)
Gepubliceerd: 29-11-2011
Rubriek: Zakelijk
Subrubriek: Juridisch
Bronnen en referenties: 1
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.