De Collectieve Arbeidsovereenkomst: de definitie
In een collectieve arbeidsovereenkomst staan belangrijke regels over de rechtspositie van werkgevers en werknemers. Deze regels gaan over het algemeen boven de normale regels die per individueel arbeidscontract zijn overeengekomen. Het is daarom van belang om altijd te kijken in welke branche je werkt en of voor deze branche een collectieve arbeidsovereenkomst van toepassing is. De regels uit deze overeenkomst zijn namelijk van groot belang voor je eigen contract!
Inleiding
Een collectieve arbeidsovereenkomst (cao) is een overeenkomst gesloten tussen werkgevers en werknemers binnen een onderneming of een bedrijfstak. De wet beschrijft dit in art. 1 lid 1 Wet Collectieve Arbeidsovereenkomst (Wet CAO) als volgt: 'onder collectieve arbeidsovereenkomst wordt verstaan de overeenkomst, aangegaan door een of meer werkgevers of een of meer verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid van werkgevers en een of meer verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid van werknemers, waarbij voornamelijk of uitsluitend worden geregeld arbeidsvoorwaarden, bij arbeidsovereenkomsten in acht te nemen'. Nu zal ik deze definitie van de cao verder uitwerken.
De definitie van art. 1 Wet CAO
De werkgever als partij kan in verschillende hoedanigheden aanwezig zijn bij een cao-onderhandeling. Zo kan er sprake zijn van één werkgever (ondernemings-cao), kunnen er verschillende werkgevers samen zijn, kan er sprake zijn van een werkgeversorganisatie (bedrijfstak-cao) of kunnen er als laatste meerder werkgeversorganisaties zijn. De ondernemings-cao en de bedrijfstak-cao komen tegenwoordig het meeste voor. Vooral de ondernemings-cao wordt steeds vaker gebruikt, dit speelt namelijk veel meer in op de persoonlijke behoeften van zowel de werkgever als de werknemer in een bepaald bedrijf. Zo zien we dat de bedrijfstak-cao tegenwoordig zo wordt opgesteld, dat de onderneming zelf de regels van de overkoepelende cao vaak zelf nog kan inkleuren. Bij dit laatste wordt wel gesproken van een cafetaria-cao.
De werknemer als partij bij de cao-onderhandelingen kan niet individueel optreden, zij kunnen alleen in een werknemersorganisatie hun stem laten horen. Dit moet echter wel een organisatie zijn met volledige rechtsbevoegdheid, zo luidt de wet. Volledige rechtsbevoegdheid (art. 2:27 lid 1 jo. 2:30 lid 1 Bw) houdt het volgende in: de vereniging moet beschikken over statuten die zijn opgemaakt bij notariële akte, daarnaast kan deze vereniging registergoederen verkrijgen en kan het erfgenamen hebben en als laatste is het bestuur niet hoofdelijk aansprakelijk voor de ontstane schulden binnen de vereniging. Naast de volledige rechtsbevoegdheid van een vereniging, moet in de statuten ook vermeld staan dat de vereniging bevoegd is om een cao af te sluiten, art. 2 Wet CAO. Hierdoor kan bijna elke groep van werknemers een vereniging oprichten die de cao's binnen een onderneming of bedrijfstak regelen. Dit heeft zo zijn voor- en nadelen, waar ik hier niet op in zal gaan. Vandaag de dag kennen we twee belangrijke en tevens grote verenigingen, ook wel vakbonden genoemd, namelijk de FNV (Federatie Nederlandse Vakbeweging) en de CNV (Christelijke Nationale Vakbond).
Contractsvrijheid
Bij het sluiten van een cao gaat het om het sluiten van een overeenkomst. Hierbij speelt het principe van de contractsvrijheid bij het sluiten van een overeenkomst een grote rol. Zo beslissen de partijen zelf of zij met een andere partij gaan onderhandelen, gedwongen onderhandelingen zijn er niet. Ook kunnen partijen samen afspraken maken over de duur van de betreffende cao, ook dit is contractsvrijheid (echter noemt de wet een maximum van vijf jaar, art. 18 Wet CAO). Op de contractsvrijheid is echter door de Rechtbank in Utrecht een uitzondering gemaakt. Wanneer een werknemersorganisatie deel wil nemen aan de onderhandelingen over een toepasselijke cao, moeten de al deelnemende partijen deze organisatie toelaten als: de organisatie een belangrijk deel van de werknemers binnen de betreffende bedrijfstak vertegenwoordigt en de organisatie moet een eigen beleid hebben en de deelnemende werknemers moeten een specifieke, niet onbelangrijke nieuwe wens hebben.
Onderhandelingen
Binnen de cao-onderhandelingen kennen we twee vormen van onderhandelen: de distributieve manier en de integratieve manier. Bij distributief onderhandelen gaat het om concessies doen, de confrontatie met de andere partij is van belang. Wanneer er een akkoord wordt gesloten, zal de ene partij winnen, de andere partij verliezen. Bij de integratieve manier onderhandelt men op basis van andermans belangen. Er wordt gestreefd naar een zo goed mogelijke win-winsituatie, waarbij beide partijen winst hebben. De eerste manier geldt vaak binnen de cao-onderhandelingen. Wanneer een partij geen verdere concessies meer wil doen, kan het zijn dat de partij uit de onderhandelingen stapt. Als deze partij de werknemersorganisatie is, kan dit leiden tot stakingen. De rechter kan dit zien als onrechtmatig, bijvoorbeeld omdat de redelijkheid en billijkheid niet toelaten dat een partij vlak voor een akkoord binnen de onderhandelingen zich terugtrekt. Het afbreken van de onderhandelingen is nu onaanvaardbaar geworden.
Arbeidsvoorwaarden
De wet bepaalt dat een cao moet gaan over de arbeidsvoorwaarden. Hierbij gaat het niet alleen over de arbeidsvoorwaarden in het algemeen, maar ook over alle andere voorwaarden die te maken hebben met het begrip 'arbeid'. We kunnen dus concluderen dat bijna alle zaken wel bij cao kunnen worden afgesproken. Hierbij gaat het niet om onderhandelingen over een sociaal plan (afspraken over het ontslag van werknemers binnen een onderneming), dit zijn geen arbeidsvoorwaarden met betrekking tot een arbeidsovereenkomst.
Wanneer de onderhandelingen zijn voltooid en er een cao tot stand is gekomen die voldoet aan de voorwaarden genoemd in art. 1 en 2 Wet CAO, dan moet men nog één handeling verrichten voordat de cao inwerking treedt. De cao moet namelijk worden aangemeld bij de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Art. 4 lid 3 van de Wet op de Loonvorming (WLV) zegt dat de cao inwerking treedt op de dag volgende op die waarop de minister de kennisgeving van ontvangst van de cao aan partijen heeft gezonden.