Het ontstaan van marketing
Getting the market, is waaruit de term marketing bestaat. Eigenlijk zegt dat het al. Het gaat er bij marketing om hoe je als ondernemer de 'vragers op de markt' naar je toe kunt trekken. De markt is de plaats waar vrager en de aanbieder elkaar ontmoeten. Hoe is marketing ontstaan en was het vroeger overbodig. Dit artikel laat overzichtelijk de ontstaansgeschiedenis van marketing zien.
Het marketingprincipe
Marketing is een vrij jong begrip die zich bezighoudt met de wijze waarop de ondernemer het ruilproces beïnvloed door de behoefte en de wensen van de afnemer als uitgangspunt te nemen. De ontwikkeling van het economisch leven is de directe reden van het ontstaan van marketing. Het doorlopen van deze stadia geeft antwoord op de vraag waarom marketing is ontstaan.
Fasen in de ontwikkeling van het economisch leven
De periode van zelfverzorging
In de eerste fase van het economisch leven consumeerde de mens uitsluitend datgene wat hijzelf voortbracht. Handel was weinig nodig. indien handel toch nodig was ruilde men goederen tegen goederen. Er was geen afstand tussen producent en consument, iedereen voorzag in zijn eigen levensonderhoud.
De ambachtelijke periode
Geleidelijk specialiseerde men zich. De visser ging zich uitsluitend bezighouden met het vangen van vissen, en de boer verbouwde alleen maar aardappelen. Maar men moest wel kunnen ruilen om in de behoeften te kunnen blijven voorzien. Geld maakte dit ruilen extra makkelijk. Er is in deze periode nog steeds een nauw contact tussen producent en afnemer. Marketing was in deze fase nog niet in beeld.
De productie-economie
Door de industriële revolutie deden machines hun intrede in het productieproces en konden producten in grote hoeveelheden worden geproduceerd. Er ontstond massaproductie. Niet langer was het mogelijk om het product af te stemmen op de individuele wensen van de consument. Dit was ook niet nodig, omdat de vraag veel groter was dan het aanbod. Overschotten waren er niet en op de markt lag de macht bij de producent. Er was in deze periode dus ook geen noodzaak om bij het ondernemen de behoeften en wensen van de afnemer als uitgangspunt te nemen.
De afzet-economie
Door technologische ontwikkeling nam de productie met astronomische aantallen toe. Door de toename van het aantal concurrenten en de toename van de productie konden producenten hun producten nog maar met moeite verkopen. Men kon niet meer afwachten. Men moest zich onderscheiden en merken ontstonden. Men probeerde zich op deze manier te onderscheiden van elkander. Men hield echter nog steeds geen rekening met de consument en trachtte via een agressieve verkooptactiek te verkopen. Het besef ontstond echter dat je het product zal moeten afstemmen op de consument om goed te verkopen. Het marktgericht denken deed zijn intrede.
De welvaartseconomie
Kenmerkend voor de jaren na 1960 was de sterke toename van de koopkracht. Op de markt lag de macht bij de consument , die veel te besteden had. Tevens was er een grote en gevarieerde productie mede door de doorgaande technologische ontwikkelingen. De consument kreeg meer macht en had een grote keuze. Het marktgericht denken kreeg een sleutelrol. Alleen dan zal een onderneming succesvol zijn. Deze instelling geldt vandaag de dag nog.
De kritische welvaartseconomie
Tegenwoordig is het besef dat je marketing in een breder kader moet plaatsen. Naast de consument zijn er andere, maatschappelijke, ontwikkelingen die van belang zijn voor het functioneren van de onderneming. Veel bedrijven willen bijvoorbeeld maatschappelijk verantwoord ondernemen. Uiteraard blijft de afnemer centraal staan, maar is ook kritischer.