Marketing van commerciële organisaties
Het beleid dat commerciële organisaties op het gebied van marketing voeren, houdt alle activiteiten in van een organisatie die gericht zijn op de maximale behoeftebevrediging van de consumenten. Daarnaast heeft marketing ook als doel om de afzet te bevorderen. Hieronder een aantal begrippen.
Marketing commerciële organisaties
Een aantal begrippen die hierbij belangrijk zijn:
- Omgevingsfactoren: Factoren van buiten de onderneming (extern).
- Macro-economische ontwikkelingen: De ontwikkelingen op het economische vlak van een land. Bij een economische groei, zal de koopkracht van de consument toenemen.
- Gedragsregels: Dit zijn regels die binnen organisaties worden aangenomen en waar zij zich aan moeten houden. Mocht de consument problemen hebben, dan kan deze zich wenden tot een geschillencommissie. Er zijn verschillende commissies: auto, bank, reizen, etc.
- Zelfregulering: Organisaties leggen zich regels op. De reclame code commissie controleert hier bijvoorbeeld op (reclame mag bijvoorbeeld niet misleidend zijn)/
- Continuïteit: Voortgang van de onderneming.
- Imago: Beeld dat mensen hebben van de onderneming.
Marketing en Markt
- Marktaandeel: Aandeel van een merk, producent of land in de totale afzet van een bepaalde soort van producten.
- Marketingdoelstellingen: Doelstellingen van een organisatie op het gebied van marketing. Bijvoorbeeld: door reclame op zender X moet ons imago verbeteren.
- Marktleider: Onderneming die de hoogste verkoopcijfers heeft van een bepaald product.
- Marktpositie: Zelfde als marktaandeel.
- Ongedifferentieerde marketing: product bestemd voor alle doelgroepen bijv. brood van merk X.
- Gedifferentieerde marketing: ondernemer heeft voor elke doelgroep een aangepaste marketing strategie bijv. Unilever heeft Blue Band, Zeeuws Meisje Linera enz.
- Geconcentreerde marketing: ondernemer richt zich op een doelgroep bijv. Jaguar-rijders.
- Prijs: Beleid dat de ondernemer voert op het gebied van prijs, prijspolitiek. Kan op vele doelstellingen worden gericht (bijvoorbeeld concurrentie).
Marketing - Productbeleid
- Product: Alles wat in een behoefte kan voorzien. Een product heeft diverse eigenschappen die het gebruikersnut bepalen. Heeft naast materiele ook immateriele eigenschappen, bijvoorbeeld service en exclusiviteit.
- Promotie: Alle activiteiten waardoor de interesse van de consument wordt gewekt tot aankoop van een product.
- Kwaliteit: Eigenschappen van een product die een consument gebruikt om er een waarde aan toe te kennen.
- Service: Dienstverlening van een bedrijf/organisatie aan zijn klanten.
- Garantie: Zekerheid die men heeft dat iets inderdaad goed is en zal blijven in een afgesproken periode. Bij onverwachte (technische) kwaliteitsvermindering, kan er bijvoorbeeld worden geruild.
Merkenbeleid bij marketing (Assortimentsbeleid)
- A-merk: Een fabrikantenmerk (Coca-Cola, Mercedes) waarvoor veel reclame wordt gemaakt, dat overal verkrijgbaar is en een relatief hoge prijs heeft
- B-merk: Fabrikantenmerk dat niet overal verkrijgbaar is, waarvoor minder reclame wordt gemaakt en een relatief lage prijs (Euroshopper).
- Paraplumerk (groepsmerk): Een merknaam voor de verschillende producten van de onderneming (Philips).
- C-merk: Fabrikantenmerk waarvoor geen reclame wordt gemaakt en dat alleen verkocht wordt in winkels die zeer goedkope producten verkopen.
- Private-label: Producten die speciaal voor de desbetreffende winkel worden gemaakt en relatief goedkoop zijn. Het gaat hierbij om één product of productgroep (Euroshopper).
- Huismerk (winkelmerk): Kwaliteit is goed, de prijs beduidend lager dan fabrikantenmerken.
- Wit merk: Is in feite geen merk, de aanvoer van producten is niet constant, de prijs laag en de kwaliteit gering.
- Merkenstrategie: Strategie gevoerd door een onderneming, waarbij een keuze of juist niet wordt gemaakt in bovenstaande merken.
Prijsbeleid en distributiebeleid marketing
- Psychologische prijs: Afgeronde prijzen zien er in bepaalde gevallen duurder uit, dat de consument doet afschrikken. Door bijvoorbeeld 3,95 te hanteren in plaats van 4,00 Euro, doet optisch gezien denken dat het maar drie Euro kost.
- Afroompolitiek: Producent vraagt bij introductie van het product een hoge prijs voor z'n product, maar later verlaagd hij zijn prijs geleidelijk. Dit wordt toegepast als de producent een voorsprong heeft op zijn concurrenten.
- Penetratiepolitiek: Zo een lage prijs vragen dat een groot deel van de markt wordt bediend, maar het voor de concurrentie bijna onmogelijk is een nog lagere prijs te vragen.
- Directe distributie: De fabrikant maakt geen gebruik van de tussenhandel. Dit is een kort distributie kanaal.
- Indirecte distributie: De fabrikant maakt gebruik van de tussenhandel (1 of meerdere). Dit is een lang distributie kanaal.
- Distributieproces: De groothandel en de kleinhandel kunnen de fabrikant bijvoorbeeld helpen de afzet te vergroten, of een grotere doelgroep te bereiken. De fabrikant maakt keuze in distributie via zichzelf, of via de tussenhandel.
Promotie en communicatie bij marketing
- Massacommunicatie: Wanneer er gebruik wordt gemaakt van een massamedium (TV).
- Persoonlijke communicatie: wanneer de afnemer persoonlijk wordt benaderd. Bijvoorbeeld door een vertegenwoordiger.
- Push-strategie: Door het aanbieden van hoge marges en het leveren op krediet probeert een organisatie zijn product de mark in te duwen.
- Pull-strategie: Door reclame in massamedia zal er interesse worden opgewerkt voor het product bij de afnemer. Deze doet navraag bij de detaillist en zal bij grote interesse het product aanschaffen voor de verkoop. Je trekt op deze manier een product de markt in.
- Public-Relations: Het bevorderen van de contacten tussen organisatie en klant door middel van acties. Ook om bekendheid te genereren.
DESTEP of DEPEST-analyse
Wat zijn voor de verschillende bedrijfstakken de gevolgen door ontwikkelingen op Demografisch, Economisch, Politiek, Ecologisch, Sociaal-cultureel en Technologisch niveau? Dat komt samen in de
DEPEST of DESTEP-analyse. In deze analyse staat secuur omschreven wat de trends zijn, wat de directe gevolgen hiervan zijn voor de betreffende bedrijfstak(ken) en wat de gevolgen zijn voor de komende jaren op de eerder genoemde terreinen. Per terrein worden specifieke criteria aangegeven waarmee de analyse kan worden gemaakt.
Reclame marketing
Er zijn 5 soorten reclames:
- Individuele reclame: Reclamemaker is één organisatie vb. Automerk.
- Collectieve reclame: Reclame voor een bepaalt goed bijv. aardappelen, vis enz.
- Ideële reclame: Reclame met als doel het veranderen van het gedrag of opvattingen van mensen.
- Actiereclame: Korte termijn reclame met als doel een product te introduceren bijv. proefmonstertjes.
- Themareclame: Langetermijn reclame op naamsbekendheid te behouden.
Marketingmix & 4 P's, 5 P's of 6 P's
- Marketingsinstrumenten: Dit is de marketingsmix (of marketingmix) en bestaat uit de 4 P's: plaats, prijs, promotie en product. Soms worden nog personeel en presentatie genoemd, zodat je of 5 P's hebt of 6 P's. Marketingsmix is een combinatie van bovengenoemde instrumenten waarmee een bedrijf in de wensen van afnemers wil en kan voorzien.
- Marktonderzoek: Onderzoek over de effectiviteit van de marketinginstrumenten (marketingmix) op een markt. Voordat een product een markt op gaat kan er ook marktonderzoek worden uitgevoerd om de behoefte en de meningen over het product te peilen.
Marketing audit
Marketing audit: lees in het artikel over
marketing audit, de inhoud hiervan.