Wat voor manager ben jij?
De ene manager is de andere manager niet. Elke persoon is uniek en dit is ook vaak terug te zien in de verschillende leiderschapsstijlen. De ene manager is meer betrokken bij het personeel, de andere manager is meer betrokken bij de omzet. Op deze manier kan een bedrijf ingericht worden, door de juiste manager op de juiste afdeling te plaatsen. Maar welke rollen zijn er allemaal?
Om te testen wat voor een manager jij bent, zijn er diverse tests en modellen. Een van de modellen is het model van Quinn. Dit model staat centraal in dit artikel. Het model is opgedeeld in vier kwadranten. Elk kwadrant kent twee rollen voor managers. De kwadranten en rollen worden hieronder uitgelicht:
Samenwerken
Het eerste kwadrant staat voor samenwerken. Volgens het model richt dit kwadrant zich op de interne kant van de organisatie. Daarnaast staat het voor flexibiliteit binnen een organisatie. De rollen die bij dit kwadrant horen zijn mentor en stimulator.
Mentorrol
De mentorrol richt zich op de persoonlijke ontwikkeling van de werknemers. De drie belangrijkste competenties voor deze rol zijn als volgt:
- Inzicht in uzelf en anderen
- Effectief communiceren
- Ontwikkeling van medewerkers
Bij deze rol is het voornamelijk van belang dat een manager goed kan luisteren naar de werknemers. Op deze manier weet de manager wat er speelt bij hen en kan het hierop inspelen. Op deze manier krijgt de manager ook inzicht in anderen (het personeel) en kan hij of zij voor ontwikkeling zorgen.
Stimulatorrol
De tweede rol van dit kwadrant is de stimulatorrol. De stimulatorrol lijkt erg op de mentorrol, alleen richt deze rol zich meer op het collectief. Ook voor deze rol zijn weer de drie belangrijkste competenties opgesteld:
- Teambuilding
- Participerende besluitvorming
- Conflictmanagement
Deze rol richt zich dus erg op het collectief, het team. Het is van belang dat de manager het team onder controle heeft. Teambuilding komt hierbij van pas. Wanneer er conflicten spelen op de werkvloer, moet de manager in staat zijn om dit op te lossen. Daarnaast kan een participerende besluitvorming voor betrokkenheid zorgen onder het personeel.
Creëren
Het tweede kwadrant, creëren, is wederom gericht op flexibiliteit. Het verschil met samenwerken is dat dit kwadrant zich richt op de externe omgeving. De rollen die bij dit kwadrant horen zijn innovator en bemiddelaar.
Innovator
De innovator richt zich op innovatie en creativiteit. Het bedenken van nieuwe producten en diensten staat hierbij centraal. De drie belangrijkste competenties zijn als volgt:
- Leven met verandering
- Creatief denken
- Management van verandering
Bij innovatie komt verandering kijken. Voor de manager is het van belang dat hij of zij met deze verandering kan leven en dit ook kan managen. Creatief denken is ook een pre bij deze rol. Creativiteit helpt namelijk erg bij innovatie.
Bemiddelaar
De rol van de bemiddelaar richt zich vooral op het presenteren van verschillende ideeën bij een externe organisatie (bijvoorbeeld de bank) om iets voor elkaar te krijgen. Hiervoor zijn wederom verschillende competenties:
- Machtbasis opbouwen en handhaven
- Onderhandelen over inzet en overeenstemming
- Ideeën presenteren
Macht kan je op diverse wijze verkrijgen. De directeur van een bedrijf heeft een bepaalde macht, maar iemand die expert in een bepaald vakgebied is, heeft ook een soort macht. Dit kan meewerken tijdens het presenteren van ideeën en het onderhandelen over de bepaalde inzet. Een expert kan immers iemand eerder overtuigen dan iemand die er weinig van af weet.
Concurreren
Het derde kwadrant, concurreren, richt zich wederom op de externe organisatie. Echter staat dit kwadrant voor beheersing en niet voor flexibiliteit. De rollen die bij dit kwadrant horen zijn producent en bestuurder.
Producent
De producent richt zich vooral op het "doen". Het werk moet gedaan worden. Het personeel moet aangestuurd en gestimuleerd worden om dit ook te gaan doen. De competenties zijn als volgt:
- Productief werken
- Productieve werkomgeving bevorderen
- Tijd- en stressmanagement
Door productief te werken, komt bepaald werk sneller af. Dit is een belangrijke competentie. Hierbij speelt de werkomgeving ook een grote rol. Wanneer deze productief is, kan het werk ook productiever. Erg belangrijk bij deze rol is dat er zo min mogelijk stress aanwezig is. Aan de manager de taak om stress en tijd goed te managen.
Bestuurder
De bestuurder staat ook voor het productieve werken, alleen richt de bestuurder zich vooral op het ontwikkelen van een visie en bepaalde doelen. Het organiseren speelt hierbij een grote rol. De competenties zijn:
- Visie ontwikkelen en communiceren
- Doelen en doelstellingen formuleren
- Ontwerpen en organiseren
Bij deze rol richt de manager zich veel meer op de input en het voortraject. Wanneer er een duidelijke visie met SMART geformuleerde doelstellingen geformuleerd zijn, kan het team aan de slag. De manager moet wel blijven organiseren en bewaken of het proces volgens de visie verloopt.
Controleren
Tot slot het kwadrant van controleren. Dit kwadrant richt zich wederom op beheersing. Ook zijn we weer terug in de interne omgeving. De rollen bij dit kwadrant zijn controleur en coördinator.
Controleur
De controleur richt zich voornamelijk op het "regelen en consolideren van continuïteit". De controleur bewaakt het proces en grijpt in wanneer dit nodig is. De competenties zijn als volgt:
- Omgaan met informatie overvloed
- Kernprocessen analyseren
- Prestaties en kwaliteit meten
Omdat de controleur het proces bewaakt, moet deze manager om kunnen gaan met de vele informatie die hij of zij binnen krijgt. Vanuit de vele informatie moeten de kernprocessen geanalyseerd kunnen worden. De kwaliteit en prestaties moeten gemeten worden. Op deze manier kan de controleur ingrijpen en bijsturen als dit nodig is.
Coördinator
De coördinator zorgt voor de schakeling tussen bepaalde personen en afdelingen waarbij afhankelijkheid een rol speelt. Verloopt de samenwerking soepel of moet hierin worden bijgestuurd? De competenties bij deze rol zijn:
- Projectmanagement
- Taken ontwerpen
- Crossfunctioneel management
Deze rol wordt voornamelijk gebruikt bij projecten. Bij projecten werken diverse afdelingen samen en dit moet gemanaged worden. De taken moeten duidelijk zijn voor de afdelingen. Wanneer er afstand ontstaat tussen bepaalde afdelingen, moet de manager kunnen ingrijpen.
Mastermanager
Iedere persoon zal zijn voorkeursrol of kwadrant hebben. De ene persoon zal zich meer richten op de interne omgeving, de ander meer op de externe omgeving. Toch zijn er managers die alle kwadranten en alle rollen meer dan gemiddeld beheersen. Volgens Quinn zijn dit de zogenaamde mastermanagers. Iedereen kan een mastermanager worden. Wanneer een bepaalde rol slecht ontwikkeld is bij jou, moet je de competenties van deze rol gaan beheersen. Op deze manier kan de weg naar het mastermanagement worden ingezet.