Afstammingsrecht
Het afstammingsrecht regelt de familierechtelijke betrekkingen van een persoon. Wie is in juridisch opzicht de moeder van een kind? En vaak belangrijker: wie is de juridische vader van een kind? In dit artikel zal ik een aantal aspecten van het afstammingsrecht behandelen. Omdat het juridisch vaderschap vaker betwist wordt dan het moederschap, zal ik voornamelijk stilstaan bij dit eerste aspect.
Inleiding
In de zaak Valkenhorst (HR 15 april 1994, NJ 1994, 618) heeft de Hoge Raad erkend dat, afgeleid van het recht op privéleven, een ieder het recht heeft om te weten van wie hij of zij afstamt. Hiernaast blijven de ouders van een kind natuurlijk het recht hebben op geheimhouding, echter weegt het belang van het kind om te weten wie zijn ouders zijn vaak zwaarder. Is er duidelijkheid over iemands afstamming, dan kunnen hieraan veel verschillende rechten van worden afgeleid. Zo heeft een kind recht op een erfenis, wordt de nationaliteit bepaald door afstamming en kunnen er bijvoorbeeld regelingen worden getroffen over alimentatie.
De wet gaat in beginsel uit van biologische afstamming, dus afstamming uit een man en een vrouw. Tegenwoordig worden echter ook veel kinderen geboren of opgenomen in gezinnen bestaande uit twee mensen met hetzelfde geslacht. Bij twee vrouwen zal het kind in ieder geval in familierechtelijke betrekking staan tot de moeder waaruit het kind is geboren. De andere vrouw kan alleen in familierechtelijke betrekking tot het kind komen door adoptie. Dit wordt naar alle waarschijnlijkheid veranderd in erkenning. Bij twee mannen kunnen beide alleen tot het kind in familierechterlijke betrekking komen te staan als zij beide het kind adopteren.
De moeder
Over de moeder van een kind kan ik hier kort zijn. De wet laat duidelijk weten in art. 1:198 Bw wie de moeder van een kind is: de vrouw uit wie het kind geboren is of de vrouw die het kind heeft geadopteerd. Op andere manieren kan een vrouw geen moeder worden van een kind. Let op: ook een draagmoeder is de juridische moeder van een kind!
De vader
Huwelijk
Het vaderschap is soms lastiger vast te stellen en wordt in de praktijk nog al eens betwist. Er zijn voor de vader dan ook meerder mogelijkheden om als vader van het kind te kunnen worden aangemerkt. Allereerst is de man vader van het kind als het kind tijdens het huwelijk met een vrouw is geboren. De vader hoeft hiervoor niet de biologische vader van het kind te zijn, voldoende is het huwelijk tussen man en vrouw. Ook als het kind voor het huwelijk is verwekt, is de man de vader van het kind (art. 1:199 sub a Bw). Is het huwelijk voor de geboorte van het kind ontbonden door de dood van de man, dan is deze man de vader van het kind. Dit geldt ook als de vrouw na de dood van haar man al weer is hertrouwd. Is het huwelijk echter voor de geboorte van het kind ontbonden door een echtscheiding, dan is de ex-man niet de vader van het kind (behoudens erkenning).
Erkenning
Krijgen een man en een vrouw buiten het huwelijk een kind, dan moet de man het kind erkennen om in familierechterlijke betrekking te kunnen komen met het kind (art. 1:199 sub c Bw). Hierbij is van belang, ook binnen het huwelijk, om voor ogen te houden dat de vader op twee manieren de biologische vader van een kind kan zijn. Zo kan een man de verwekker zijn van het kind. Hij heeft dan zelf het kind laten ontstaan, op een natuurlijke manier. Daarnaast is er de donor, de man heeft dan voor kunstmatige inseminatie zaad voor een vrouw afgestaan. Deze terminologie is van belang voor het lezen van verschillende wetsartikelen, bijvoorbeeld omtrent de ontkenning van het vaderschap tijdens het huwelijk.
Erkenning van een kind is een rechtshandeling. Door deze handeling komt de man in familierechterlijke betrekking te staan tot een kind. Het kan dus ook zijn dat de erkenner niet de verwekker van het kind is. Een erkenning komt tot stand door het opmaken van een akte bij een ambtenaar (art. 1:203 lid 1 Bw). De erkenning wordt hiermee onherroepelijk.
Een erkenning kan nietig of vernietigbaar zijn. Bij de eerste vorm, nietigheid, is de rechtshandeling vanaf het begin ongeldig en mag gezien worden als niet bestaand. Bij de tweede vorm, vernietigbaarheid, kan de rechtshandeling na afloop worden vernietigd. De nietigheidsgronden staan in art. 1:204 Bw en de gronden voor vernietigbaarheid in art. 1:205 Bw. Zo is een erkenning van een man die met een andere vrouw is getrouwd dan de moeder van het kind dat hij erkent, nietig op grond van art. 1:204 lid 1 sub e Bw.
Op grond van art. 1:204 lid 3 Bw kan een man die voor de erkenning geen toestemming heeft van de vrouw of het kind, de rechter om vervangende toestemming tot erkenning vragen. Hiervoor moet de erkenner aantonen dat hij de verwekker van het kind is en daarnaast moet er een belangenafweging worden gemaakt. Een donor kan dus in beginsel geen aanvraag tot erkenning doen, tenzij deze donor aantoont dat hij een ‘family life’ heeft met het kind. Wat de belangenafweging betreft, moet gekeken worden naar de belangen van de erkenner, van de moeder en van het kind. De moeder heeft bijvoorbeeld het belang een ongestoorde relatie met haar kind te hebben.
Wil de moeder van het kind de erkenning van het kind door de verwekker tegenhouden, dan zou zij het kind door een andere man kunnen laten erkennen. Dit is niet de bedoeling en daarom zal de toestemming voor erkenning van een andere man dan de verwekker een voorwaardelijke toestemming/erkenning opleveren. Is de verwekker te laat met het aanvragen van vervangende toestemming bij de rechtbank en is er dus al een andere man erkenner, dan kan de verwekker een beroep doen op misbruik van bevoegdheid van de moeder van het kind. De verwekker moet dan ook dit misbruik aantonen.
Een erkenning kan op grond van art. 1:205 Bw worden vernietigd. Dit kan alleen als blijkt dat de erkenner niet de biologische vader van het kind is. De vader, de moeder, het kind en zelfs het Openbaar Ministerie kunnen de erkenning laten vernietigen. In het artikel valt te lezen op welke gronden vernietigd kan worden. De vernietiging heeft terugwerkende kracht.
Ontkenning van het vaderschap
Blijkt tijdens het huwelijk of binnen 306 dagen na ontbinding van het huwelijk door de dood van de man dat de man niet de biologische vader van het kind is, dan kan het vaderschap worden ontkend. De ontkenner moet bewijzen dat hij niet de biologische vader is. De ouders (vader of moeder) worden niet-ontvankelijk verklaard in hun vordering wanneer de vrouw voor het huwelijk met de ontkenner al zwanger was en ook wanneer de man heeft ingestemd met een daad die de verwekking van het kind tot gevolg kan hebben gehad (art. 1:200 Bw). De termijnen en gronden voor een verzoek tot ontkenning van het vaderschap staan genoemd in art. 1:200 lid 5 en 6 Bw. Is de verzoeker tot ontkenning echter voordat het verzoek is ingediend overleden, dan mag een nabestaande in de eerste graad het verzoek indienen.
In principe moet een verzoek tot ontkenning van het vaderschap worden ingediend bij de rechtbank. De moeder van het kind heeft echter twee mogelijkheden om buitenrechte het vaderschap te ontkennen. Dit kan als het de vader is gestorven toen de vrouw nog zwanger was (306 na ontbinding van het huwelijk door de dood) of als wordt aangetoond dat op het moment van verwekken de man en vrouw gescheiden leefden. Wordt de ontkenning geaccepteerd, dan staat het kind vanaf de geboorte alleen in familierechterlijke betrekking tot de moeder. Let op: door ontkenning komt geen vordering op de moeder nog op het kind te liggen voor bijvoorbeeld gemaakte kosten voor levensonderhoud (art. 1:206 Bw).
Gerechtelijke vaststelling van het vaderschap
Als laatste redmiddel voor de moeder en het kind om het vaderschap vast te stellen wordt het de gerechtelijke vaststelling van het vaderschap gezien. De rechter stelt dan vast dat iemand de vader van een kind is. Hiervoor moet de man wel de verwekker van het kind zijn of hebben ingestemd met een daad die de verwekking van het kind teweeg heeft gebracht. Uit de feiten die in het proces naar voren zijn gekomen, moet blijken dat de man naar alle waarschijnlijkheid de verwekker van het kind is. Daarna kan de rechter namelijk een DNA-onderzoek gelasten. Ook de vaststelling van het vaderschap heeft terugwerkende kracht en werkt dus terug naar de geboorte van het kind.
Hetzelfde geslacht
In Nederland is het huwelijk tussen twee mensen met hetzelfde geslacht bij wet toegestaan. Daarnaast mogen stellen van hetzelfde geslacht kinderen krijgen en/of opvoeden. Twee vrouwen kunnen er bijvoorbeeld voor kiezen om samen een kindje te nemen door gebruik te maken van donorzaad. In dat geval is de vrouw uit wie het kind geboren wordt de juridische moeder. De andere vrouw moet het kind adopteren om ook een familierechterlijke betrekking met het kind te krijgen. Bij twee mannen is er een mogelijkheid om een kind te adopteren, beide moeten het kind dan juridisch opnemen willen zij beide in familierechterlijke betrekking staan tot het kind. Mannen kunnen er ook voor kiezen om een draagmoeder te nemen (vrouwen natuurlijk ook). In dat geval is de draagmoeder in eerste instantie de juridische moeder. Door de juridische moeder te ontheffen van het gezag en daarna het kind zelf te erkennen, is één man juridisch de vader. De erkenner vraagt nu het gezag over het kind en daarna het gezamenlijk gezag met zijn partner. Daarna volgt een adoptie.