nieuws uitgelicht

Letselschade? Wees voorzichtig met social media

Verzekeraars keren jaarlijks miljarden euro’s aan schadevergoeding uit. Uiteraard willen ze daarbij zeker weten dat de ontvangende partij ook echt recht op de vergoeding heeft. Vermoedt een verzekeraar fraude, dan schuwen ze niet een onderzoek te starten waarbij ook social media onder de loep wordt genomen.

Letselschade? Wees voorzichtig met social media

Jaarlijks keren verzekeraars miljarden euro’s aan schadevergoeding uit, onder meer aan slachtoffers die letselschade hebben opgelopen. Uiteraard vinden ze het belangrijk dat de ontvangde partij recht op de vergoeding heeft. Vermoedt een verzekeraar dan ook fraude, dan schuwen ze niet een onderzoek te starten. Steeds vaker gebruiken ze daarbij social media. Ze controleren of hetgeen hun is verteld ook juist is.

Uitspraak rechtbank Almelo, 12 december 2011

Een goed voorbeeld waarin een verzekeraar fraude vermoedde en onderzoek op social media websites had gedaan, is de uitspraak van de rechtbank Almelo van 12 december 2011. In deze zaak vorderde Aegon op basis van uitlatingen op Facebook, Hyves en Google € 110.000 van een stratenmaker terug.

Wat speelde er?

De zaak begon in 2003. Een zelfstandig stratenmaker liep toen letsel op omdat hij op zijn hoofd geraakt werd door een bak van een mobiele kraan. De man sprak Aegon aan voor een schadevergoeding. Volgens hem was hij door het ongeval arbeidsongeschikt geraakt en leed hij als gevolg daarvan letselschade.

Aegon was bereid de letselschade te vergoeden. Een schaderegelingstraject werd gestart. In dat traject werden verschillende deskundigen ingeschakeld, waaronder een arbeidsdeskundige. Op basis van de bevindingen van de deskundigen betaalde Aegon een voorschot van €110.000. Dit voorschot was onder meer bedoeld ter compensatie van het feit dat de stratenmaker arbeidsongeschikt was.

Tot in 2009 gaf de stratenmaker aan arbeidsongeschikt te zijn. Bovendien stelde hij dat hij niets meer kon op lichamelijk en sociaal gebied en nog nauwelijks het huis uit kwam. Vakantie, wielrennen of voetbaltraining geven zat er allemaal niet meer in.

Aegon vermoedde fraude en startte daarom een onderzoek op Facebook, Hyves en Google. Wat bleek? De stratenmaker deed vanaf 2005 regelmatig mee met wielerwedstrijden, hij was nog steeds actief als voetbaltrainer en hij deed nog steeds acquisitie voor zijn bedrijf. Ook ging hij skiën, beklom met de fiets de Alpe d’Huez en liep twee keer de Kennedymars in Haaksbergen. Op basis hiervan concludeerde Aegon dat de stratenmaker helemaal niet (meer) arbeidsongeschikt was. Ze eiste dat hij de € 110.000 voorschot terugbetaalde.

Hoe oordeelde de rechter?

De rechtbank Almelo boog zich over de zaak en stelde Aegon voor het overgrote deel in het gelijk. Op basis van Facebook, Hyves en Google achtte de rechter bewezen dat de stratenmaker wel degelijk in staat was om stratenmakerswerkzaamheden te verrichten. De stratenmaker had dan wel geen zogenaamde onrechtmatige daad begaan, Aegon had wel betalingen gedaan die onverschuldigd waren. Deze betalingen dienden te worden terugbetaald.

Wees gewaarschuwd

Social media speelt een steeds grotere rol in onze samenleving. Niet vreemd omdat daarmee eenvoudig informatie kan worden gedeeld en contacten kunnen worden onderhouden. Zoals uit bovenstaand voorbeeld blijkt weten verzekeraars dit en schuwen ze niet om op social media te kijken of er fraude wordt gepleegd. Wees u hiervan bewust en bedenk; eerlijkheid duurt het langst.