Het huwelijk en ons recht
In Nederland kennen wij op dit moment twee vormen van het huwelijk: het huwelijk van mensen van verschillend geslacht en het huwelijk van mensen met hetzelfde geslacht. Beide huwelijksvormen nemen rechtsgevolgen met zich mee en aan beide vormen zijn veel rechten verbonden. In dit artikel zal ik ingaan op het huwelijk en hoe dit tot stand kan komen.
Vereisten tot het aangaan van een huwelijk
Voordat men in het huwelijk kan treden met een ander, moet eerst aan enkele voorwaarden zijn voldaan. Zo zegt art. 1:31 lid 1 Bw dat beide huwelijkskandidaten de leeftijd van achttien jaar moeten hebben bereikt, alvorens zij mogen huwen. In lid 2 wordt een uitzondering gemaakt voor de zestienjarige moeder of zwangere vrouw. Hiervoor moet een arts een verklaring van zwangerschap of van geboorte van een kind overleggen. Ook het Openbaar Ministerie kan krachtens lid 3 ontheffing verlenen voor een huwelijk van minderjarigen.
Een ieder die een huwelijk wil aangaan moet dit kenbaar maken door zijn eigen wil. De beide kandidaten moeten dus blijk geven van hun wil en bereidheid om te trouwen. Een geestelijk gestoord persoon kan niet altijd blijk geven van zijn wil en wordt daarom beschermt in art. 1:32 Bw. Een geestelijk gestoorde die zijn wil niet juist tot uitdrukking kan brengen, mag niet trouwen. In principe beoordeelt de ambtenaar van de burgerlijke stand of de persoon in kwestie geestelijke gestoord is. Men kan tegen deze beslissing opkomen bij de rechter op grond van art. 1:27 Bw.
Hiernaast geldt dat een verloving van twee mensen niet kan gelden als een overeenkomst op basis waarvan men bij verbreking van de verloving recht heeft op schadevergoeding. Is er echter al aangifte gedaan van het huwelijk dan kan op basis daarvan in beperkte mate wel schadevergoeding worden gevorderd. Zie hiervoor art. 1:49 Bw.
Ook is het niet toegestaan om te trouwen met meerdere personen. Met andere woorden, bigamie is in Nederland verboden, ook voor vreemdelingen die hier komen wonen.
Verder zijn er twee groepen in ons recht die toestemming nodig hebben van derden om te huwen. Dit zijn de minderjarigen en de onder curatele gestelden. De minderjarige moet voor een huwelijk toestemming hebben van de ouders tot wie hij of zij in familierechtelijke betrekking staat (art. 1:35 Bw). Wat een familierechtelijke betrekking is heb ik een ander artikel uitgelicht en laat ik hier buiten beschouwing. De toestemming van een geestelijk gestoorde ouder is niet vereist, art. 1:35 lid 2 Bw. De ouders hoeven in deze zin geen gezag te hebben over het minderjarige kind, het enkel zijn van ouder is voldoend, ook als de ouder onder curatele staat! Er kan vervangende toestemming voor een huwelijk worden gevraagd bij de rechtbank op grond van art. 1:36 Bw. De minderjarige mag hier zelf in rechte optreden, dit mag in beginsel natuurlijk niet.
Onder curatele gestelden hebben toestemming nodig om te huwen. Sta je onder curatele wegens drankmisbruik of verkwisting, dan moet er toestemming zijn van de curator. De kantonrechter kan vervangende toestemming geven. Sta onder curatele wegens een geestelijke stoornis, dan kan alleen de kantonrechter toestemming geven tot een huwelijk, art. 1:38 Bw.
Vanzelfsprekend mag er niet een te nauwe verwantschap bestaan tussen de twee kandidaten voor het huwelijk. Zo mogen beide partners geen broer en zus van elkaar zijn. Trouwen een neef en een nicht met elkaar, dan is dit volkomen legaal. Deze regeling is te vinden in art. 1:41 Bw.
De formaliteiten
Naast de hierboven besproken vereisten, moet het huwelijk ook voldoen aan een aantal formaliteiten. Allereerst moeten de aanstaande echtgenoten hun aankomende huwelijk aangeven bij de burgerlijke stand, art. 1:43 Bw. In art. 1:44 Bw staat omschreven welke geschriften en andere bescheiden de kandidaten moeten overleggen aan de ambtenaar van de burgerlijke stand om aangifte van hun huwelijk te kunnen doen. De ambtenaar van de burgerlijke stand maakt nu een akte op van de aangifte, waarna het paar kan trouwen.
Op grond van art. 1:18 Bw heeft de ambtenaar van de burgerlijke stand een onderzoeksplicht. Hij moet ervoor waken dat er geen schijnhuwelijken ontstaan. Dit is bijvoorbeeld het geval als een Nederlander trouwt met een buitenlandse vrouw alleen maar om deze vrouw Nederland binnen te krijgen. Dergelijke huwelijken zijn in strijd met de Nederlandse openbare orde en zijn verboden. Zie verder art. 1:47 en 1:48 Bw. Weigert de ambtenaar van de burgerlijke stand om een akte op te maken, dan kan men naar de rechtbank voor beoordeling gaan, art. 1:27 Bw. Het paar dat aangifte heeft gedaan, moet binnen een jaar na die aangifte trouwen. Op grond van art. 1:62 lid 1 Bw bepaalt dat men pas na veertien dagen na de aangifte mag trouwen.
Voltrekking van het huwelijk
Een huwelijk wordt in het openbaar voltrokken voor een ambtenaar van de burgerlijke stand, aldus art. 1:63 Bw. Hiernaast moeten er tenminste twee en ten hoogste vier getuigen bij het huwelijk aanwezig zijn. De voltrekking vindt plaats in de gemeente die is opgegeven bij de huwelijksaangifte. Dit is de gemeente waar één van beide echtgenoten woont, waar beide echtgenoten wonen of een andere gemeente. Het huwelijk wordt voltrokken door beide echtgenoten. Het is dus vereist dat beide partijen in persoon aanwezig zijn, art. 1:65 Bw. De partijen verklaren tegenover elkaar om elkaar aan te nemen als echtgenoten. De ambtenaar van de burgerlijke stand verklaart daarna dat de partijen door de echt aan elkaar zijn gebonden. Hiervan wordt een akte op gemaakt en deze wordt in een daarvoor bestemd register ingeschreven, art. 1:67 Bw. Het paar heeft daarna natuurlijk nog de gelegenheid om voor een kerk te trouwen. Dit mag echter pas plaatsvinden nadat partijen voor de burgerlijke stand zijn gehuwd, art. 1:68 Bw.
Vernietigbaarheid van het huwelijk
Nadat het huwelijk is voltrokken zijn de partijen door de echt verbonden. Er zijn in de wet echter een aantal bepalingen opgenomen die een grond geven voor het vernietigen van een huwelijk. Een huwelijk kan niet van rechtswege nietig zijn, maar kan alleen door een rechter vernietigd worden krachtens een uitdrukkelijke wettelijke bepaling, aldus art. 1:76 Bw. Een huwelijk kan allereerst worden vernietigd als niet aan de vereisten van afdeling 1 titel 5 Bw is voldaan, art. 1:69 Bw.
In lid 2 van art. 1:69 Bw staan de personen die bevoegd zijn tot een aanvraag voor vernietiging. In art. 1:70, 1:71 en 1:71a Bw vinden we drie bijzondere gevallen voor de vernietiging. Art. 1:70 Bw vertelt ons dat een huwelijk kan worden vernietigd als de ambtenaar van de burgerlijke stand onbevoegd was om een huwelijk te sluiten. Art. 1:71 Bw laat zien dat een huwelijk op grond van bepaalde wilsgebreken ook kan worden vernietigd. Als sprake is van een onrechtmatige bedreiging kan een beroep worden gedaan op vernietiging van het huwelijk. De bedreigde moet zich dan echter niet gemakkelijk aan de bedreiging kunnen onttrekken. Hiernaast kan dwaling een reden zijn om het huwelijk te vernietigen. Hiervan is enkel sprake als de één echtgenoot jegens de andere echtgenoot heeft gedwaald omtrent diens identiteit of wanneer men de betekenis van de huwelijksvoltrekking niet begreep en dus niet wist dat hij of zij een huwelijk aanging. Deze beide gevallen zullen zich niet vaak voordoen. Als laatste kan het Openbaar Ministerie op grond van art. 1:71a Bw een huwelijk laten vernietigen als sprake is van een schijnhuwelijk.