Reflexwerking: consumentenrechten voor kleine rechtspersonen
We nemen allemaal deel aan het economisch verkeer als consument, wanneer we niet handelen op de interne markt vanuit professie of beroep. Wie als consument een middagje gaat winkelen geniet wettelijke bescherming wat betreft bijvoorbeeld de garantietermijn op aankopen en de mogelijkheid deze te retourneren. Geniet een ondernemer die nieuwe kleren nodig heeft voor de uitvoering van zijn bedrijf of beroep dezelfde bescherming als wanneer hij winkelt in de hoedanigheid van consument? In de rechtspraak is het begrip 'reflexwerking' in ontwikkeling. Reflexwerking stelt in bepaalde gevallen professionele partijen in de gelegenheid om zich te beroepen op consumentenrechten - en dus op extra wettelijke bescherming in het maatschappelijke verkeer. Waarom is er reflexwerking en voor wie geldt deze regeling precies? Wanneer maak je als professionele partij kans op een geslaagd beroep op de reflexwerking en wanneer niet?
Consumentenrechten
Wanneer handelstransacties plaatsvinden tussen consument (niet handelend vanuit professie of beroep) en professioneel opererende partijen, hebben we te maken met consumentenrechten. De consument wordt in de regel gezien als de 'zwakke partij' bij een zakelijke overeenkomst. Dit wil zeggen dat er van uit wordt gegaan dat de gemiddelde consument niet alle sociale, economische en juridische kennis en machtsmiddelen in huis heeft ten opzichte van zijn 'grotere' wederpartij. Grote professionele partijen partijen: bedrijven, verenigingen etc. hebben deze middelen meestal wel, door bijv. een eigen juridische afdeling en juridisch personeel te hebben. Door dit verschil in machtsverhouding loopt de consument meer kans het onderspit te delven in juridische kwesties.
Bevorderen van de interne markt
De wetgever heeft hier een stokje voor willen steken, in navolging van Europese Richtlijnen die aandringen op een hoge mate van consumenten bescherming. Door de consument meer bescherming te bieden met het wettelijk vastleggen van consumentenrechten, die van toepassing zijn op alle overeenkomsten tussen rechtspersonen en consumenten - zogenaamde b2c-overeenkomsten - zouden professionele partijen minder verdergaande macht moeten hebben. Dit sterkt het vertrouwen van consumenten wanneer het wil toetreden in het zakelijk verkeer en bevordert op die manier de interne markt. Consumentenrechten zijn bepalingen van dwingend rechtelijke aard, dat wil zeggen dat hier niet van afgeweken mag worden.
Consumentenwetgeving
Consumentenrechten hebben betrekking op diverse rechtsgebieden. Denk hierbij aan het afsluiten van een verzekering, online aankopen doen en een telefoon abonnement afsluiten. Je vindt consumentenrechten daarom niet terug onder één afzonderlijke titel in de wet , maar verspreid over verschillende wetten. Zo vind je veel consumentenrechten in de Wet Koop op Afstand, het Burgerlijk Wetboek, de Algemene Verordening Gegevensbescherming en de Telecommunicatiewet.
Enkele voorbeelden van consumentenrechten zijn:
- Het kunnen vernietigen van algemene voorwaarden door middel van de grijze en zwarte lijst.
- Wettelijke garantie bepaling op aankopen.
- Beperkte stilzwijgende verlenging van tijdschrift abonnementen.
Overeenkomsten tussen professionele partijen
In
business to consumer-overeenkomsten krijgen alleen consumenten wettelijke bescherming. De wetgever gaat er van uit dat grote ondernemers minder bescherming behoeven, omdat zij door hun sociaal, economische en juridische sterkere positie sterker staan. De vraag is echter of, wanneer professionele partijen overeenkomsten sluiten (b2b) ook enige vorm van bescherming gewenst is. Dit geldt met name voor minder grote en kleine professionele opererende partijen die materieel minder verschillen van de consument en nauwelijks qua deskundigheid en organisatie boven het consumentenniveau uitstijgen.
Verschillen in middelen tussen professionele partijen
Vanuit het oogpunt van twee professionele partijen kunnen zich zonder meer grote verschillen voordoen in machtspositie (kennis en middelen). Zo kan men zich afvragen: Heeft een zzp'er dezelfde juridische kennis paraat als een bedrijf als Shell - beide ondernemers? Wanneer het gaat om het uitvoeren van
kernactiviteiten van de onderneming zal het antwoord
eerder bevestigend luiden. Een ondernemer wordt geacht kennis van zaken te hebben in hetgeen hij bedrijft. Maar wanneer een kleine ondernemer zich ook bezighoudt met
activiteiten die niet direct aansluiten bij de eigenlijke activiteiten van de onderneming, maar wel noodzakelijk zijn voor de uitoefening van professie of beroep, zou het antwoord wel eens anders kunnen luiden.
Bron: Pexels, Pixabay Een voorbeeld
Een zzp'er die zijn geld verdient als zelfstandig coach, geen rechtsbijstandsverzekering heeft en een omzet draait van 35.000 euro per jaar, sluit een opstalverzekering af voor zijn woning en tevens werkplek bij de grote verzekeraar Aegon N.V. Aegon had op zijn beurt ruim 4000 werknemers in dienst in 2013 en haalde een omzet van meer dan 300 miljoen euro. De zzp'er lijdt op een zeker moment schade aan de pui van zijn woning en kantoorgedeelte wegens hevige regenval. De schade bedraagt 20.000 euro. Wanneer er tussen Aegon N.V. en de zzp'er een conflict ontstaat omtrent de uitkering van verzekeringsgeld door een onredelijk bezwarende clausule in de algemene voorwaarden en de situatie dreigt uit te lopen op een rechtszaak, zal de zzp'er juridisch en financieel in een zwakke positie staan ten opzichte van Aegon N.V. en behoorlijk in de kosten gejaagd worden.
De wetgever heeft geen wettelijke regeling getroffen om de impasse in verschil qua middelen tussen professionele partijen te overbruggen, maar heeft het aan de rechter overgelaten om hier invulling aan te geven. De rechterlijke overwegingen gelden tevens als recht. Omdat bescherming van kleine professionele partijen niet in een wettelijke regeling is gegoten, zal de rechter zich van tijd tot tijd over dit onderwerp buigen en zal het dit zich verder ontwikkelen en kleur krijgen.
Reflexwerking ten aanzien van kleine rechtspersonen
De rechter heeft geoordeeld dat er situaties zijn waarin een kleine eenmanszaak, stichting, vof of vereniging zich in
bepaalde gevallen - wanneer handelend in uitoefening van zijn bedrijf of beroep - kan beroepen op dezelfde bescherming die consumenten genieten onder het consumentenrecht. Dit heet
reflexwerking. Reflexwerking is dus in feite een uitzondering op de regel dat consumentenrechten alleen bedoeld zijn om de consument te beschermen. Een kleine rechtspersoon kan in bepaalde gevallen aanspraak maken op consumentenrechten, terwijl dat eigenlijk - met het oog op de intentie van de wetgever - niet de bedoeling is geweest. Hiermee is het toepassingsbereik van consumentenrechten verruimd.
De basisregel voor een beroep op reflexwerking volgens de Hoge Raad:
Het moet het gaan om een professionele partij die beroeps- of bedrijfsmatig handelt en zich materieel niet van een consument onderscheidt. In de uitoefening van beroep of bedrijf sluit hij overeenkomsten die buiten het gebied liggen van zijn eigenlijke professionele activiteit.
Telkens zal voor het beslissen door de rechter of een professionele partij zich kan beroepen op reflexwerking
de omstandigheden van het geval bepalend zijn, waarbij in ieder geval van belang is dat:
- De ondernemer gelijk te stellen is aan een consument én
- Zijn activiteit moet een andere zijn dan dan een normale activiteit die aansluit bij de eigenlijke activiteiten van zijn onderneming.
Een voorbeeld
Een grafisch ontwerper zal zich niet op reflexwerking kunnen beroepen wanneer hij afspraken maakt met een drukkerij over te leveren drukwerk, omdat dit tot de kern van zijn eigenlijke activiteiten behoort. Op het moment dat hij zijn kantoor wil laten renoveren door een bouwbedrijf - omdat de muren barsten vertonen - zal een beroep op reflexwerking vermoedelijk wel mogelijk kunnen zijn, omdat deze activiteit buiten de normale activiteiten van zijn onderneming ligt.
Uitzondering op de reflexwerking
Aan de hand van de twee hoofdcriteria kun je opmaken dat een multinational bij voorbaat geen aanspraak kan maken op reflexwerking, maar iemand die een webshop runt naast zijn vaste baan zou er in bepaalde gevallen wél aanspraak op kunnen maken. Naast het feit dat een multinational al snel een BV of NV als ondernemingsvorm heeft, is het voor BV's en NV's sowieso uitgesloten dat deze een beroep kunnen doen op reflexwerking. Ook al bestaat het bestuur uit maar één persoon. De aard van de ondernemingsvorm verzet zich ertegen om als 'kleine ondernemer' aangemerkt te worden.
Reflexwerking ten opzichte van welke consumentenrechten?
Reflexwerking geldt niet ten opzichte van
alle consumentenrechten. Zo heeft het Gerechtshof in ieder geval bepaald dat reflexwerking in geval van
colportage niet opgaat, omdat de wetgever, volgens de memorie van toelichting, niet heeft gewild dat deze regeling voor bedrijven zou gelden.
Een beroep op reflexwerking wordt vaak gedaan wanneer het gaat om:
- Algemene voorwaarden.
- Oneerlijke handelspraktijken als misleiding, bedrog en agressiviteit in het handelsverkeer.