Hoe komt een overeenkomst tot stand?
Dagelijks sluiten we overeenkomsten, denk bijvoorbeeld aan de koopovereenkomst. Maar hoe komt een overeenkomst nu eigenlijk tot stand en wat zijn de regels van deze totstandkoming? De wetgever heeft zo veel mogelijk geprobeerd alle mogelijke situaties vast te leggen in het Burgerlijk Wetboek, boek 6.
De totstandkoming van een overeenkomst
Een overeenkomst komt tot stand door een aanbod en de aanvaarding daarvan. Dit is geregeld in artikel 6:217 Burgerlijk Wetboek. Een aanbod vind je bijvoorbeeld in de supermarkt als je een fles drinken in de schappen ziet staan, indien de klant de fles drinken afrekent is er sprake van aanvaarding. Op deze manier is er een koopovereenkomst tot stand gekomen. Aanbod en aanvaarding is soms lastiger te benoemen, bijvoorbeeld als het gaat om een aanbod in een advertentie in de krant.
Wanneer is er sprake van een aanbod?
Van een aanbod, zoals bedoeld door de wetgever, is sprake indien op het aanbod met een simpele "ja" geantwoord kan worden. Een aanbod dient alle essentiële elementen, zoals de prijs en de voorwaarden, uit de overeenkomst te bevatten. Indien het aanbod als volgt wordt gedaan: "wil jij deze kast kopen?" is er dus geen sprake van een aanbod. Het aanbod bevat hier namelijk geen prijs en ook geen eventuele voorwaarden. Zou de vraag anders worden gesteld: "Wil jij deze kast kopen voor €100,- en je moet deze voor de 10de van de maand ophalen", dan kunnen we wel spreken van een aanbod. Er kan met een simpele "ja" aanvaard worden en de belangrijkste elementen worden in het aanbod genoemd.
De regel kent echter ook uitzonderingen, zo is een aanbod van een huis via een advertentie, geen aanbod, maar slechts een uitnodiging tot onderhandelingen. Ditzelfde geldt voor advertenties op bijvoorbeeld marktplaats. De uitspraak in de rechtszaak Hofland/Hennis van de Hoge Raad kan hier meer duidelijkheid over scheppen.
Herroeping van een aanbod
Een aanbod kan altijd herroept worden, tenzij onherroepelijkheid in het aanbod is benoemd. Indien een aanbod nog niet is aanvaard, kan de aanbieder deze te allen tijde intrekken en zal er geen overeenkomst tot stand komen. De herroeping van het aanbod is vastgelegd in artikel 6:219 lid 2 Burgerlijk Wetboek en bepaalt dat herroeping moet gebeuren voordat het aanbod is aanvaard en voordat een tot aanvaarding strekkende mededeling is verzonden. Zou een aanvaarder om 13:30 uur een mail hebben verzonden met daarin de aanvaarding van het aanbod, maar komt deze door een storing pas om 13:50 uur bij de aanbieder binnen, dan kan de aanbieder het aanbod om 13:31 uur al niet meer herroepen. Er is in dit geval immers al een aanvaarding verzonden en de overeenkomst is hiermee tot stand gekomen.
De onherroepelijkheid van een aanbod kan op twee manieren worden vastgelegd:
- Indien in het aanbod een termijn waarbinnen aanvaarding moet plaatsvinden wordt genoemd;
- Een andere wijze van onherroepelijkheid volgt uit het aanbod.
Een vrijblijvend aanbod is herroepelijk, zelfs als deze al is aanvaard. De herroeping van de aanbieder dient echter wel "onverwijld" te gebeuren. Dit betekent dat de aanbieder zo snel mogelijk, zonder vertraging, zijn aanbod zal moeten intrekken.
Wanneer komt een aanbod te vervallen?
In de volgende gevallen zal een aanbod komen te vervallen:
- Een schriftelijk aanbod komt te vervallen indien deze niet binnen een redelijke termijn wordt aanvaard (art. 6:221 lid 1 BW)
- Een mondeling aanbod komt te vervallen indien deze niet onmiddellijk wordt aanvaard (art. 6:221 lid 1 BW)
- Een aanbod vervalt indien deze wordt verworpen (art. 6:221 lid 2 BW)
- Een afwijkende aanvaarding heeft een nieuw aanbod als gevolg (art. 6:225 lid 1 BW)
- In geval van een aanbieding door een winkel, vervalt het aanbod als de voorraad op is (art. 6:218 BW)
In geval van de dood van de aanbieder of door het verlies van handelingsbekwaamheid, komt een aanbod niet te vervallen.
Wanneer is er sprake van aanvaarding?
Een aanvaarding is het accepteren van een aanbod waardoor er een overeenkomst tot stand komt. Dit kan bijvoorbeeld door het plaatsen van een handtekening gebeuren. Er gelden twee hoofdregels bij de aanvaarding:
- De aanvaarding moet in overeenstemming zijn met het aanbod (art. 6:225 BW)
- De aanvaarding dient te zijn gedaan terwijl het aanbod nog van kracht was (art. 6:221 BW)
De verklaring het aanbod te aanvaarden is "vormvrij", dit houdt in dat het op elke manier mag gebeuren, dit is vastgelegd in artikel 3:37 lid 1 Burgerlijk Wetboek. Een uitzondering wordt hierop gegeven door het derde lid, namelijk dat de aanvaarding de aanbieder wel moet hebben bereikt, wil de overeenkomst tot stand komen.