De directie stelt zich niet aansprakelijk
Wie kent ze niet, de bordjes waarmee men aansprakelijkheid wil afschuiven? Je treft ze vaak aan bij bijvoorbeeld garderobes, autowasstraten, speeltuinen en hotels. Meestal beginnen de bordjes met de tekst: “De directie stelt zich niet aansprakelijk…”. De bedoeling is duidelijk. De eigenaar van het betreffende bedrijf wil eventuele schade van zijn klanten niet vergoeden. Kan dat zomaar? Hebben deze bordjes juridisch gezien wel nut of is het gewoon bangmakerij?
Inhoudsopgave
Overeenkomst sluiten
Dagelijks sluit men overeenkomsten. Dat gaat dat weliswaar niet altijd door het tekenen van een officieel contract, maar vaker door middel van een handeling. Eigenlijk gaat het sluiten van zo’n overeenkomst heel eenvoudig; er wordt iets aangeboden en je aanvaardt dit aanbod. Op dat moment is er al een overeenkomst. Dit geldt ook voor het ophangen van je jas in een betaalde garderobe. Tegen een betaling belooft men op je jas te letten. Dit is het aanbod. Op het moment dat je je jas afgeeft en betaalt, komt de overeenkomst tot stand.
Algemene voorwaarden
Als er bij een overeenkomst niets extra’s wordt afgesproken dan wordt de inhoud van de overeenkomst door de wet bepaald. Dat is niet altijd gewenst. In verband hiermee wordt er vaak gebruik gemaakt van algemene voorwaarden. In deze voorwaarden staan de spelregels voor de betreffende overeenkomst. De gebruiker van algemene voorwaarden kan zich alleen op deze voorwaarden beroepen als de andere partij vooraf kennis heeft kunnen nemen van deze voorwaarden. Dit betekent dat de algemene voorwaarden bijvoorbeeld overhandigd moeten worden voordat men de overeenkomst sluit. In veel gevallen is dit praktisch onmogelijk. In de praktijk probeert men dit te ondervangen door het plaatsen van de beruchte bordjes.
Voorwaarden op de zwarte lijst
Op zich mag je in overeenkomsten van alles overeenkomen. Bijna alles mag, maar er zijn wel grenzen. Een aantal voorwaarden is volgens de wet niet toegestaan. Het gaat hierbij om zogenaamde 'onredelijk bezwarende bedingen'. De rechten van de klant worden door deze voorwaarden dusdanig beperkt dat ze niet tegen de klant gebruikt mogen worden. Deze voorwaarden staan op de zogenaamde 'zwarte lijst'. Dit betekent dat je niet gehouden kan worden aan deze onredelijke voorwaarden. Je kan -zonder tussenkomst van de rechter- dergelijke voorwaarden laten schrappen. De 'zwarte lijst' is in de wet omschreven in artikel 6:236 van het Burgerlijk Wetboek.
Voorwaarden op de grijze lijst
Naast de 'zwarte lijst' bestaat er ook een 'grijze lijst'. Op de grijze lijst staan de voorwaarden waarvan de wet vermoedt dat ze onredelijk bezwarend zijn. Men denkt dus dat de voorwaarden niet door de beugel kunnen, maar biedt nog een klein beetje ruimte voor bijzondere gevallen. Het komt er op neer dat er geen rechten ontleend kunnen worden aan deze voorwaarden, tenzij de gebruiker de rechter kan overtuigen dat er sprake was van bijzondere omstandigheden. Het afwijzen van (wettelijke) aansprakelijkheid is een beding dat staat op de grijze lijst. De bordjes waarmee de directie laat weten dat ze geen aansprakelijkheid aanvaarden, hebben juridisch gezien dus geen waarde, tenzij men kan aantonen dat er iets heel bijzonders aan de hand was. De 'grijze lijst' is in de wet omschreven in artikel 6:237 van het Burgerlijk Wetboek.
In de praktijk
Als je je jas afgeeft, wil je de jas later natuurlijk weer onbeschadigd terugkrijgen. Hetzelfde geldt voor een wasstraat. De auto moet schoon worden. Om extra krassen en deuken heb je niet gevraagd. In geval van schade zal de eigenaar waarschijnlijk al snel naar het bordje wijzen. Tja, betreden op eigen risico. Wij aanvaarden geen aansprakelijkheid. Kijk maar, het staat op het bordje. Zo werkt het dus niet. Degene die aansprakelijk is voor de schade, zal deze schade moeten vergoeden. Zo staat het in de wet.
Garderobe
Als je je jas afgeeft bij een garderobe ontstaat er een bijzondere overeenkomst, namelijk 'bewaarneming'. Deze bijzondere overeenkomst wordt afzonderlijk in de wet omschreven in artikel 7:600 BW. Volgens de wet is de definitie van bewaarneming:
"Bewaarneming is de overeenkomst waarbij de ene partij, de bewaarnemer, zich tegenover de andere partij, de bewaargever, verbindt, een zaak die de bewaargever hem toevertrouwt of zal toevertrouwen, te bewaren en terug te geven".
Hiernaast is in artikel 7:602 BW bepaald dat de bewaarnemer
“de zorg van een goed bewaarder in acht moet nemen”. Kortom, de beheerder van de garderobe moet goed op je jas letten en deze later weer onbeschadigd aan je terug geven. Indien de beheerder zich niet aan deze regels houdt, zal hij eventuele schade moeten vergoeden. Dit is de wet. Hiernaast is in artikel 6:237 lid f bepaald dat het afwijzen of beperken van deze wettelijke aansprakelijkheid vermoedelijk onredelijk bezwarend is. De beheerder kan dus niet onder zijn aansprakelijkheid uitkomen door een bordje op te hangen. Soms laat een eigenwijze beheerder het alsnog op een rechtszaak aankomen als deze moet opdraaien voor een verloren jas. Dat dit redelijk kansloos is, blijkt wel uit
deze uitspraak van de rechter.
Standpunt Koninklijke Horeca Nederland (KHN)
Het bordje waarmee de beheerder van een horecagelegenheid alle aansprakelijkheid afwijst, wordt uitgebreid besproken op de
website van de KHN. Er wordt keurig vermeld dat er wettelijk sprake is van een overeenkomst van bewaarneming. Ook wordt duidelijk vermeld dat de ondernemer aansprakelijk is voor eventuele schade of verlies van de afgegeven jassen. Ondanks dat geeft men het advies om toch het beruchte bordje op te hangen. Niet omdat het juridisch zin heeft, maar meer om eventuele claims te voorkomen. Het advies van KHN luidt:
“Hang altijd duidelijk zichtbaar een bordje boven uw garderobe waarop u aansprakelijkheid afwijst. Het is niet zo dat u door het ophangen van zo'n bordje met zekerheid alle aansprakelijkheid kunt uitsluiten, maar gasten zullen door dit bordje eerder twijfelen of zij u aansprakelijk kunnen stellen”.
Autowasstraat
Ook bij een autowasstraat is de wetgeving vergelijkbaar aan de situatie bij de garderobe. De afspraak met de beheerder van de wasstraat is dat deze de auto wast. Eventuele schade aan de auto zal door de eigenaar van de wasstraat vergoed moet worden. Het beperken of uitsluiten van deze aansprakelijkheid is vermoedelijk onredelijk bezwarend. Op zeer bijzondere omstandigheden na, zal de schade dus gewoon betaald moeten worden. Daar helpt geen bordje tegen. Uiteraard moet de eigenaar/bestuurder van de auto niets te verwijten zijn. Hij moet natuurlijk wel de aanwijzingen van beheerder van de wasstraat opvolgen en zich houden aan de regels van de wasstraat. Hiernaast zal de eigenaar van de beschadigde auto moeten aantonen dat de schade ontstaan is door de wasstraat. Hier geldt immers het uitgangspunt: Wie eist, bewijst. Dit kan in sommige gevallen best lastig zijn.
Standpunt BOVAG
Bij de meeste autowasstraten zal je het beruchte bordje tegenkomen. Bij bedrijven die aangesloten zijn bij de BOVAG is dit anders. Volgens de algemene voorwaarden voor BOVAG Autowasbedrijven (artikel 6) wordt aansprakelijkheid voor schade niet geheel uitgesloten, maar beperkt tot € 4.500. Hoewel een beperking van aansprakelijkheid ook vermoed wordt onredelijk bezwarend te zijn, is het beter dan een gehele uitsluiting. Deze beperking zal echter voor de rechter waarschijnlijk geen stand houden. Indien de schade groter is dan € 4.500 kan het dus nog steeds een poging waard zijn om het bedrijf voor een volledige vergoeding aan te spreken.
Taalkundig onjuist, juridisch wankel
De tekst op het bordje luidt vaak: “De directie stelt zich niet aansprakelijk…”. Zoals gezegd, heeft het bordje -juridisch gezien- vrij weinig waarde. Hiernaast is het taalkundig eigenlijk ook niet correct. Aansprakelijk stellen wordt namelijk gedaan door de partij die schade lijdt. Degene die aansprakelijk gesteld wordt, is degene die aangesproken wordt om de schade te vergoeden. Taalkundig is de tekst dan ook niet juist. Natuurlijk stelt de directie zich zelf niet aansprakelijk. Dat doet de gedupeerde klant wel.