Ondernemingsplan schrijven voor beginners
Dit artikel is bedoeld voor mensen die een nieuw bedrijf starten en nog weinig tot geen ervaring hebben met het schrijven van een ondernemingsplan. Het schrijven van een ondernemingsplan wordt gezien als een goede voorbereiding voor starters (of je nou geld gaat lenen bij de bank of niet). Zo kun je van te voren rekening houden met mogelijke problemen en kom je minder snel voor verassingen te staan. Ten slotte is een eigen bedrijf beginnen al spannend genoeg!
Het ondernemingsplan
Een ondernemingsplan (ook wel 'businessplan') is een verslag, geschreven door de ondernemer(s), waarin je gedetailleerde informatie geeft over de onderneming, het product, de markt, het personeel, promotie en de financiering. Door het schrijven van zo'n plan krijg je een beter beeld van de haalbaarheid en risico's van het bedrijf dat je gaat starten. Doordat je meer inzicht krijgt in alle zaken die te maken hebben met het beginnen en hebben van een eigen bedrijf, kun je van te voren problemen oplossen en weet je grotendeels wat je te wachten staat. Bovendien is een deugend ondernemingsplan verplicht als je een startkapitaal gaat lenen bij een bank/investeerder.
De opbouw van het ondernemingsplan
Door je aan de volgende indeling te houden, krijgt je ondernemingsplan een logische opbouw en volgorde. Hierdoor zul je ook beter in staat zijn de vragen die bij elk gedeelte horen, te beantwoorden.
- Hoofdstuk 1: De onderneming
- Hoofdstuk 2: De ondernemer(s)
- Hoofdstuk 3: Het marketingplan
- Hoofdstuk 4: Promotie, personeel etc.
- Hoofdstuk 5: Het financieel plan
Hoofdstuk 1: De onderneming
Dit eerste hoofdstuk gaat over jouw onderneming. Het is een korte samenvatting van je plan en moet de lezer (eventuele verstrekker van de lening) aansporen om verder te lezen. Beantwoord concreet en in grote lijnen de volgende vragen in deze samenvatting:
- Wat is je idee?
- Welke producten of diensten ga je aanbieden?
- Voor welke markt?
- Wat onderscheidt jou van andere aanbieders?
- Wat is je bedrijfsformule? (betekenis: korte, kernachtige zin die bovenstaande vragen beantwoordt)
De samenvatting over je onderneming moet kort en krachtig zijn. Denk aan tien, maximaal twintig zinnen. Deze samenvatting (dus Hoofdstuk 1) schrijf je achteraf, wanneer je de rest van je ondernemingsplan klaar hebt.
Hoofdstuk 2: De ondernemer(s)
Waarschijnlijk is dit hoofdstuk het gemakkelijkst in te vullen, het gaat namelijk over jou en over je eventuele zakenpartner. Onderstaande zaken beschrijf je in dit hoofdstuk:
- Persoonlijke gegevens van jou (en je zakenpartner) zoals naam, adresgegevens, opleidingen en cursussen, etc.
- Motivatie (kort). Waarom wil je dit bedrijf beginnen? In dit stukje 'motivatie' beschrijf je jouw persoonlijke redenen om dit bedrijf te starten. Is het je droom? Wil je onafhankelijk zijn of denk je hiermee veel geld te gaan verdienen? Denk er wel aan dat niet elke reden relevant of realistisch is. Voorbeeld: Als je schrijft dat je meer vrijheid wilt dan in loondienst is dat slechts gedeeltelijk waar. Je krijgt meer creatieve vrijheid, maar bij een eigen onderneming zul je (vooral in het begin) meer vrije tijd in moeten leveren dan in loondienst.
- Sterke en zwakke punten analyse. Bij dit punt ga je meerdere eigenschappen bij langs en schrijf je kort en eerlijk op hoe deze op jou van toepassing zijn. Iedereen heeft sterke én zwakke punten, dus ga jezelf niet ophemelen, maar probeer objectief naar jezelf te kijken. De bedoeling van de sterke punten analyse is dat je opschrijft hoe je gebruik gaat maken van die positieve eigenschappen in de onderneming. De zwakke punten analyse is echter ook heel erg belangrijk. Hoe kunnen jouw zwakke eigenschappen een valkuil vormen voor de onderneming en hoe wil je die verbeteren of ondervangen? De volgende eigenschappen kun je beschrijven in je analyse:
- Creativiteit
- Plannen en organiseren
- Energie
- Stressbestendigheid
- Sociabiliteit
- Samenwerking
- Inzet
- Ondernemen
- Leidinggeven
Vervolgens ga je in dit hoofdstuk verder in op een punt uit Hoofdstuk 1, namelijk:
- Het ondernemingsidee (Wat ga je doen met deze onderneming?)
- Productomschrijving (Welk product of welke dienst ga je leveren?)
- Toekomstvisie (Wat wil je over vijf en tien jaar hebben bereikt? Wil je klein blijven of juist de wereld veroveren? Blijf je parttime werken naast je bedrijf of wil je over vijf jaar je volledige inkomsten uit het bedrijf halen?)
Hoofdstuk 3: Het marketingplan
In dit hoofdstuk beschrijf je de markt waarin jouw onderneming zich bevindt. De volgende punten zijn daarin van belang:
- Branche informatie (Hoe groot is de markt? Wat zijn nieuwe ontwikkelingen/ trends? Is er omzetgroei of -daling? Zijn er veel faillissementen? Kloppen jouw verwachtingen van je onderneming vergeleken met bestaande bedrijven in de branche?)
- Verzorgingsgebied (Hoe groot is het gebied waar de gebruikers van jouw product/diensten vandaan komen? De grootte van het verzorgingsgebied heeft te maken met het soort dienst of product, concurrentie, bevolkingsdichtheid. Voorbeeld: een bakker heeft een kleiner verzorgingsgebied dan een bekend attractiepark.)
- Doelgroepomschrijving (Wie zijn de mensen/bedrijven die van de diensten/producten van jouw onderneming gebruik gaan maken? Bij het beschrijven van je doelgroep kun je beter zo specifiek mogelijk zijn. Beter: jonge mannen tussen de 20 - 25 jaar in de Randstad, dan: mannen in Nederland. Hoe meer je weet over je doelgroep, hoe beter je ze zult bereiken.)
- Concurrentie (Wie zijn je directe concurrenten, dus concurrenten met hetzelfde concept/product? Wie zijn de overige concurrenten, dus bedrijven waar consumenten hun geld aan kunnen besteden in plaats van aan jou?)
- Leveranciers (Welke bedrijven/mensen heb je nodig bij het vervaardigen, distribueren of verkopen van je product?)
Hoofdstuk 4: Promotie, personeel etc.
De volgende punten ga je uitwerken in dit hoofdstuk.
- Locatiekeuze (Begin je vanuit huis of heb je een pand nodig? Welke locatie kies je en waarom?)
- Vergunningen (Welke vergunningen zijn verplicht bij jouw onderneming?) Deze informatie kun je ook opvragen bij de gemeente.
- Verzekeringen (Welke verzekeringen zijn verplicht voor jouw onderneming? Welke verzekeringen zijn handig? Kijk goed naar de grootte van de risico's die jij of je bedrijf lopen. (Voorbeeld: een arbeidsongeschiktheidsverzekering is niet nodig als je naast je bedrijf nog in loondienst bent. Dat is geldverspilling.)
- Assortimentbepaling en prijzen (Waaruit bestaat het assortiment aan producten/diensten? Hoe duur zijn de verschillende producten/diensten? Hoe sluit het assortiment aan bij de behoeften van de doelgroep?)
- Promotieplan (Hoe ga je jouw doelgroep bereiken? Welk budget heb je bij het uitvoeren van je promotieplan? Welke promotiemiddelen passen bij jouw doelgroep? Welke huisstijl gebruik je en past deze perfect bij je logo, communicatie en doelgroep?)
- Personeelsplanning (Ga je personeel aannemen of gebruik maken van freelancers? Wat komt er allemaal kijken bij het aannemen en houden van personeel? Wat zijn je arbeidsvoorwaarden?)
- Rechtsvorm (Begin je een éénmanszaak, VOF, BV of een stichting? en waarom? Wat betekent dit o.a. voor je belastingzaken en je startkapitaal?)
Hoofdstuk 5: Het financieel plan
Het financieel plan geeft antwoord op de volgende vragen:
- Wat zijn de kosten?
- Waar wordt het benodigde geld vandaan gehaald?
- Wat is de te verwachten omzet?
- Wat is de te verwachten winst?
- Wat zijn de financiële risico's?
- Zijn de plannen financieel haalbaar?
Het financieel plan bestaat uit:
- Investeringsbegroting (Wat is er nodig om te kunnen beginnen? Welke investeringen zijn zinvol? Ga je een pand huren of kopen? Welke apparaten/machines heb je nodig? Welke aanloopkosten zijn er? Hoeveel geld moet er op de zakelijke rekening staan voordat je begint?)
- Financieringsbegroting (Welk gedeelte financier je met privé-geld? Hoe kom je aan geld om te investeren? Heb je externe financiers nodig en hoe kom je daaraan?)
- Exploitatiebegroting (Wat is de verwachte omzet en winst? Wat zijn de totale kosten? Worden alle uitgaven gedekt? En je privé-uitgaven? Houd je genoeg over voor je eigen salaris? Denk hierbij ook aan de verschillende rechtsvormen!)
- Prive-financiën (Welk bedrag houd je over uit de onderneming? Is dit voldoende om je privé-uitgaven te dekken? Welke overige privé-inkomsten, zoals huursubsidie of inkomen van je partner, heb je?)
- Liquiditeitsprognose (Wat zijn je daadwerkelijke inkomsten en uitgaven per maand? Tijdens welke periodes, zoals vakantieperiodes , BTW-afdracht of door late betalers, zijn de uitgaven of inkomsten hoger of lager?
Tot slot: Als je het ondernemingsplan uiteindelijk laat lezen aan een leningverstrekker, zorg dan voor een goede eindredactie. Laat het plan lezen door mensen in je omgeving en het liefst ook door iemand met een eigen bedrijf of kennis van zaken. Haal taalfouten en onwaarheden eruit voordat je het laat lezen aan de financier, zodat je professioneel overkomt.