Kansrekening, Laplace
In marketing houdt men zich steeds met de vraag bezig hoe groot de kans is dat een product succesvol al zijn, hoe groot de kans is dat reclame positief ontvangen zal worden, hoe groot de kans is dat een prijsverandering een gunstig effect zal hebben. In marketing zijn dit onzekere factoren, waar grip op te krijgen is door kansrekening. Er zijn bij kansrekening kansbegrippen en kansregels.
De kansdefinitie van Laplace
Een marketingafdeling wil alle reclame voor het bedrijf uitbesteden aan een reclamebureau. Na grondig onderzoek bljiven drie reclamebureaus in beeld. De onderlinge verschillen tussen deze drie bureaus zijn klein, men weet niet goed welk bureau de opdracht moet gaan verzorgen. De drie namen van de bureaus A, B, C, worden op een papiertje geschreven, in elkaar gefrommeld en door elkaar geschud. Men trekt één papiertje. Hoe groot is de kans dat bureau A gekozen wordt?
De kans is 1/3. Op basis van logische overwegingen weten we de kans te bepalen. We tellen het aantal uitkomsten waar we in geïnteresseerd zijn en vergelijken dit met het totaal aantal mogelijke uitkomsten. Dit is de
kansdefinitie van Laplace.
Relatieve frequentie
Bij het gooien van een dobbelsteen is de kans om 'even' te gooien 3/6=1/2. Het tellen van de uitkomsten is niet zo moeilijk.
De kans op 'even' kan op een andere manier bepaald worden. Namelijk door veel met dezelfde dobbelsteen te gooien. Geturfd wordt het aantal malen 'even' ten opzichte van het totaal aantal verrichte worpen. Hoe vaker men gooit, hoe dichter men in de buurt zal komen van een kans van 50%.
Zo wordt de relatieve frequentie bepaald.
De subjectieve kans
Een projectontwikkelaar denkt na over een te starten nieuwbouwproject. Vooraf schat hij de kans op succes in op 70%. Deze kans is geen relatieve frequentie, want er is geen herhaling mogelijk bij dit eenmalige project. En het is ook geen kans op basis van
kansdefinitie van Laplace. Je kunt op basis van logische overwegingen deze kans niet vaststellen. Er komt subjectiviteit om de hoek kijken bij het vastprikken van deze kans.
Dit is dus een subjectieve kans.
De kans dat een nieuw product succes zal hebben, is te bepalen met behulp van
marktonderzoek. Maar niet helemaal: toch blijft er enige subjectiviteit zitten in de kans op succes. Een exacte bepaling van de kans kan alleen maar door deze subjectief in te schatten.
Kansregels
Experimenten waarbij de uitkomst bij voorbaat niet zeker is, heten kansexperimenten. Dit in tegenstelling tot experimenten waarbij de uitkomst iedere keer dezelfde zal zijn: de deterministische experimenten.
- Voorbeeld kansexperiment: bij een marktonderzoek onder 1000 gezinnen wordt gekeken naar het aantal gezinnen dat t.v. heeft. Bij voorbaat is het niet zeker wat het resultaat zal zijn. Bij een kansexperiment horen uitkomsten. Een deel van de uitkomsten noemen we een gebeurtenis.
- Voorbeeld deterministisch experiment: Als je het aantal ministersposten gaat tellen, kom je iedere keer dat je dit doet uit op hetzelfde aantal.