Het Triade-model: Verandering of niet?
In de zakenwereld sta je geen dag stil. In welke branche dan ook, de wereld verandert iedere dag. Zo veranderen de wensen en behoeften van consumenten, maar ook de mentaliteit en de morele waarden van werknemers. In een dynamische omgeving is het meeveranderen dus soms van levensbelang om succesvol te kunnen zijn. Veranderen is echter niet zo makkelijk voor veel mensen en organisaties. Om te kunnen voorspellen of een bepaald nieuw gedrag toekomst heeft, is het Triade-model van Theo Poiesz uiterst geschikt.
Dit model wordt uitgelegd aan de hand van de volgende onderdelen:
Wat is het?
Dit model doet uitspraak over de mogelijkheid of een bepaald gedrag uit te voeren is. Dit nieuwe gedrag kan een nieuwe werkwijze zijn als het implementeren van een nieuw ICT-systeem of het werken met flexplekken op een afdeling van een grote organisatie. Dit kan ook het hanteren van een nieuwe milieubewustere bedrijfsstrategie zijn of het toepassen van een bepaalde nieuwe competentie voor een functie. Het model vertelt niet hoe dit moet worden toegepast, maar geeft een aanbeveling of het wel of niet toe te passen is.
Drie factoren
Om een verandering naar een bepaald gedrag te realiseren, zijn drie dingen nodig: motivatie, capaciteit en gelegenheid.
Motivatie
De motivatie is afhankelijk van de wil om te veranderen en de interesse in dit nieuwe gedrag. Het nieuwe gedrag bestaat uit aspecten die een persoon aantrekkelijk vindt of afstoot. De som van deze positieve en negatieve aspecten geeft de motivatie van die persoon ten opzichte van het nieuwe gedrag aan.
Capaciteit
Net als de motivatie moet iemand ook de capaciteit hebben om met het nieuwe gedrag aan de gang te kunnen gaan. Dit houdt in dat men de juiste eigenschappen vaardigheden en kwaliteiten moet hebben om iets (anders) te kunnen doen en te blijven doen. Hierbij kan worden gedacht aan fysieke kracht, een minimaal vereist denkniveau of het kunnen werken met bepaalde apparaten en machines.
Gelegenheid
Ten slotte is het naast de motivatie en capaciteiten van een persoon ook noodzakelijk, dat de gelegenheid zich voordoet. Zo moet er tijd, ruimte en eventuele materiële en ruimtelijke hulpmiddelen beschikbaar zijn om de gedragsverandering te kunnen doorvoeren in plaats van te belemmeren. Ook dient bijvoorbeeld de sociale omgeving van een persoon, in welke vorm dan ook, bij te dragen aan de doorvoering van het veranderen van het gedrag. Ook deze factor mag het proces niet afremmen.
Bij elk van de drie factoren moeten de voor- en nadelen tegen elkaar worden afgewogen. Hiervoor moet elk van de factoren in een cijfer tussen de 0 en de 1 worden uitgedrukt, waarbij een 0,0 het laagste is en een 1,0 het allerhoogst. Krijgt bijvoorbeeld de gelegenheid een 0,0, dan is er geen gelegenheid aanwezig om kans van slagen te bieden. Bij een 1,0 is de situatie van de gelegenheid in dit geval perfect en kan het niet beter zijn.
Het model wordt verder ingevuld volgens de formule:
T (score) =
M (motivatie) ×
C (capaciteit) ×
G (gelegenheid)
Hoe hoger T is, hoe groter de kans over het algemeen is dat de verandering succesvol kan worden doorgevoerd. Volgens de theorie kan er daarom niet een van de drie factoren 0,0 zijn. Elk van deze factoren zijn op een bepaald niveau nodig om te slagen. Bij een 0,0 van een van de factoren is er geen slagingskans, hoe hoog de andere factoren ook scoren. Als de drie factoren heel hoog of heel laag scoren is de uitkomst duidelijk. Er is echter een manier om het visueel duidelijker te maken, indien gewenst. Eerst dient er een grafiek met drie assen van de drie factoren gemaakt te worden. Vervolgens kunnen de punten worden ingevuld op de assen en ontstaat er een driehoek. Hierdoor kan duidelijk worden afgelezen waar het aan ontbreekt.
Belangrijk
Er zijn een aantal zaken belangrijk om over na te denken bij een grote ingrijpende gedragsverandering:
- Vaak zien mensen het nut van de verandering nog niet in. Dit kan grote verschillen in motivatie betekenen tussen bijvoorbeeld management en werknemers. Dit in tegenstelling tot de gelegenheid die vaak bij iedereen gelijk is.
- Het veranderen van gedrag is, zeker bij het afbreken van een bepaalde routine, lastig. Het is dan ook aan te raden dit niet in één keer te doen, maar hier verschillende kleinere stappen in te zetten. De haalbaarheid wordt zo beter, wat de motivatie ten goede komt. Het is dan aangeraden om voor elke stap het model afzonderlijk te raadplegen in plaats van een enkele keer voor het hele proces. Zo ontstaat er een gedetailleerder beeld van het hele proces.
- Na een gedragsverandering mag het evaluatiemoment nooit ontbreken. Het is dan wel geen onderdeel van dit model, maar is wel erg belangrijk. Een goede regelmatige evaluatie kan terugval voorkomen en herstel en onderhoud aan de nieuwe gedragscultuur stimuleren.
- Iedereen is anders, dus de motivatie en capaciteit kan bij iedereen verschillend zijn. In grote overkoepelende veranderingen dient hier rekening mee gehouden te worden. Zaken als opleidingsniveau, cultuur en gewoonten spelen hierin een grote rol.
Dit model biedt dus duidelijkheid en goede aanknopingspunten voor een succesvol veranderingsproces in het gedrag bij elk mens en elke organisatie.