Organisatiestructuur: het Taylorisme (Scientific Management)
Het Taylorisme (Scientific Management) is een ontwerpprincipe voor bedrijven om een zo hoog mogelijk efficiëntie te realiseren. Op een wetenschappelijke manier wordt het werk (vooral bij productiebedrijven) ingericht om de productiviteit te optimaliseren. Hoe is deze benadering tot stand gekomen en wat zijn de uitgangspunten van het Taylorisme?
Frederick Taylor
Grondlegger van het Taylorisme is Frederick Taylor, geboren in 1856 in Philadelphia. Als werktuigbouwkundig ingenieur heeft hij tijdens zijn werkzame periode vooral gekeken naar hoeveel werk een arbeider in een fabriek dagelijks zou moeten kunnen verzetten. Hij wilde het bedrijfsleven, en met name de productieafdelingen, op een meer wetenschappelijke manier inrichten om zo tot een zo hoog mogelijke efficiëntie te komen.
De opkomst van het Taylorisme
Het Taylorisme kreeg een impuls in het begin van de twintigste eeuw in Amerika. Er was een groot aanbod van ongeschoolde immigranten en er was sprake van een aanbod gerichte afzetmarkt. De bedrijven en niet de consumenten bepaalden hoe het aanbod eruit zag. Bedrijven klaagden dat het personeel niet efficiënt genoeg was en dat er onvoldoende wil was om zich in te spannen. Taylor stelde dat een mens van nature lui is omdat hij het zich altijd makkelijk wil maken. Inspanning komt er pas als er voldoende beloning tegenover staat en voldoende beloning komt er pas wanneer het bedrijf zeer efficiënt is. Taylor zag de arbeider als een niet-denkend wezen die puur uitvoerende taken moest hebben. Het denkwerk moest de verantwoordelijkheid zijn van opzichters en managers. In die tijd gingen veel bedrijven over op stukloon om de luiheid bij arbeiders weg te halen. Echter werd het stukloon vaak verlaagd wanneer arbeiders hoge aantallen hadden gerealiseerd. De arbeiders gingen als reactie daarop een soort optimale hoeveelheid creëren waarbij zij zich niet overmatig hoefde in te spannen en waarbij de productie niet dusdanig hoog was, dat het stukloon verder verlaagd zou worden. Taylor zag in een stukloon in deze vorm geen oplossing en stelde dat een bedrijf de controle moet houden over elke stap in het arbeidsproces.
Scientific Management
Taylor stelde dat mensen zo weinig mogelijk inspanning willen verrichten voor zo veel mogelijk geld. Onder inspanning verstond Taylor vooral complexe taken waarbij mensen moeten nadenken. Het werk moest dus zo simpel mogelijk worden gemaakt. Door de taak zo systematisch mogelijk in te delen, was stukloon mogelijk waarbij zowel werknemer als werkgever baat bij hadden. Hierdoor zouden er minder vaak conflicten ontstaan.
Volgens Taylor moest het arbeidsproces rekening worden gehouden met de volgende uitgangspunten:
- Voor elk onderdeel van het werk moeten wetenschappelijke regels worden ontwikkeld
- De werknemer moet wetenschappelijk getraind en ontwikkeld worden
- Er moet een goede verstandhouding zijn tussen werknemer en werkgever zodat de werknemer volgende de opgelegde wetenschappelijke regels blijft werken
- Er moet een eerlijke verdeling zijn van werk en verantwoordelijkheid. Dit had als gevolg dat al het denk-, regel- en besliswerk bij de manager kwam te liggen.
De uitgangspunten vertalen zich in het volgende ontwerp van het werk:
Standaardisatie
Er werd een best practice opgesteld met een hoge mate van formalisatie. De taak werd zeer specifiek omschreven in de vorm van handleidingen, processen, procedures etc. Er werd een vast patroon ontworpen wat precies gevolgd moest worden om de taak zo efficiënt mogelijk uit te voeren (de best practice). Door de hoge mate van formalisatie werd het patroon voorgeschreven en werden onnodige acties van werknemers vermeden.
Werkinstructies
Om nieuwe werknemers zo snel mogelijk bekend te maken met het productieproces, werden er zeer gedetailleerde werkinstructies gemaakt.
Het splitsen van doen en denken
Dit is misschien wel het belangrijkste gevolg van het scientific management. Taylor stelde dat managers zich alleen moeten richten op intellectuele arbeid (het denken) en dat arbeiders alleen goed zijn voor fysieke arbeid (het doen).
Het splitsen van taken
De arbeid werd opgesplitst in zeer kleine delen. Hierbij moet gedacht worden aan een lopende band waarbij een arbeider alleen maar de producten op een lopende band zet of een arbeider die alleen maar elke doos op een lopende band van een stempel voorziet. Het voordeel was dat werknemers snel ingewerkt waren, weinig training behoefden en weinig onnodige acties maakten.
Tijdsnormen
De verschillende acties werden gedetailleerd gemeten. Deze tijdstudies werden gebruikt om processen verder te optimaliseren en om tot een gerechtvaardigd stukloon voor de arbeiders te komen. Op basis van wetenschappelijke normen werd bekeken hoeveel stuks een arbeider per dag zou moeten kunnen produceren, rekening houdend met de wetenschappelijke normen voor rust om fysieke ongemakken te voorkomen, tijd die een nieuwe werknemer extra nodig heeft om het werk uit te voeren etc.
De resultaten
Het Taylorisme leidde tot grote verbeteringen in de efficiëntie van bedrijven. Vooral vanuit vakbonden waren er echter veel bezwaren. Enerzijds stelden zij dat het werk mensonterend was en dat een arbeiders niet meer na mocht denken maar alleen maar puur uitvoerende taken mocht verrichten. Anderzijds leidde de efficiëntieverbeteringen tot meer werkloosheid, omdat er minder arbeidskrachten nodig waren om het zelfde werk uit te voeren.
De Ford Fabriek
Het bekendste voorbeeld van het Taylorisme werkprincipe is de Ford fabriek. Ford bedacht het principe van de lopende band, waarbij de lopende band het werktempo van de arbeiders bepaalde. Door een verregaande splitsing van de taken en de splitsing van doen en denken werd een Tayloristische benadering van het werk ingevoerd. Het werk was routinematig, zonder uitdaging en ongeschoolde arbeiders konden vrijwel direct aan de slag. Door het systeem was massaproductie mogelijk
Kritiek op het Taylorisme
De meeste kritiek heeft betrekking op de inhoud van het werk. Omdat elke vorm van denken uit het werk wordt gehaald en een arbeider alleen zeer kortcyclische taken mag uitvoeren, vindt er totaal geen ontwikkeling, groei, zelfontplooiing of persoonlijke voldoening plaats. In de huidige tijd, waarbij de nadruk steeds meer ligt op kennis en ontwikkeling, wordt de extreme vorm die het Taylorisme hanteerde nauwelijks toegepast.