Omloopsnelheid debiteuren, crediteuren en voorraden
Financiële ratio geven inzicht in de financiële prestaties van het bedrijf. Om de liquiditeit van een bedrijf te beoordelen, zijn de omloopsnelheden van de vlottende activa en vlottende passiva van belang. Deze omloopsnelheden geven aan hoe snel voorraden worden verkocht en hoe lang het duurt voordat debiteuren betalen en crediteuren betaald worden. Hoe worden deze ratio berekend en wat zegt de score van deze ratio?
Artikelindeling
Omloopsnelheid
Op basis van de balans die periodiek (over het algemeen jaarlijks) wordt opgesteld kan de omloopsnelheid van de vlottende activa en de vlottende passiva worden gemeten. De hoogte van de omloopsnelheid is een indicator van de liquiditeit van het bedrijf, namelijk in welke mate het bedrijf in staat is om aan de kortlopende verplichtingen te voldoen. De omloopsnelheid van de vlottende activa en passiva is ook van invloed op de
Quick Ratio en de
Current Ratio.
De meest gebruikte indicatoren zijn de omloopsnelheid van de debiteuren, de omloopsnelheid van de crediteuren en de omloopsnelheid van de voorraden.
De omloopsnelheid van de debiteuren
De omloopsnelheid van de debiteuren wordt op de volgende wijze berekend:
Omloopsnelheid van de debiteuren = hoogte debiteuren / omzet op rekening
De omloopsnelheid van de debiteuren kan omgezet worden in een omlooptijd door de uitkomst van de omloopsnelheid met het aantal dagen (bij een jaarrekening 365 dagen) te vermenigvuldigen.
Een voorbeeld:
Bedrijf X | Omzet | Debiteuren |
| 750.000 | 100.000 |
De omloopsnelheid van de debiteuren bedraagt 100.000 / 750.000 = 0,13. De omlooptijd bedraagt 0,13 x 365 dagen = 49 dagen. De gemiddelde debiteurentermijn bedraagt dus 49 dagen, wat neerkomt op iets meer dan anderhalve maand.
Voor de omlooptijd geldt dat hoe lager de uitkomst is, hoe beter dit voor de liquiditeit van het bedrijf is. Wanneer de debiteuren immers snel betalen, komt er snel cash binnen waarmee bijvoorbeeld voorraden kunnen worden ingekocht of crediteuren kunnen worden betaald.
Omdat een balans een momentopname is, kan de omloopsnelheid soms een vertekend beeld geven. Stel dat het bedrijf X in december een grote opdracht (met een omzet van 200.000 aanneemt) en deze opdracht nog net in dat jaar afrondt, wordt de omloopsnelheid van de debiteuren als volgt:
Bedrijf X | Omzet | Debiteuren |
| 950.000 | 300.000 |
De omlooptijd bedraagt nu 115 dagen (300.000/950.000 x 365 dagen), wat neerkomt op bijna vier maanden. Het lijkt nu alsof het bedrijf een slecht debiteurenbeheer voert. Er moet immers bijna vier maanden op het geld worden gewacht. De omloopsnelheid is echter vertekend door de stijging van de debiteuren in december.
Investeerders of banken nemen de omloopsnelheid van de debiteuren vaak mee in hun afweging. Wanneer dit soort "incidenten" een vertekend beeld geven, is het verstandig om deze bij het indienen van bijvoorbeeld een financieringsaanvraag toe te lichten.
De omloopsnelheid van de debiteuren is van groot belang voor de levensvatbaarheid van een onderneming, maar het zegt niet alles over de financiële prestaties van een bedrijf. De omloopsnelheid hoeft niet alles te zeggen over de kwaliteit of afhankelijkheid van de debiteuren. Zo kan de debiteurentermijn heel laag zijn, als de gehele debiteurenportefeuille maar uit één of twee debiteuren bestaat, loopt het bedrijf toch een heel groot risico. Wanneer er één debiteur niet meer kan of wil betalen, ontstaat een groot probleem. Aan de andere kant kan er bewust een lange debiteurentermijn worden afgesproken, vanwege de goede marges die op deze debiteur worden gerealiseerd.
De omloopsnelheid van de crediteuren
Bij de omloopsnelheid van de crediteuren gaat het om de snelheid waarin een crediteur wordt betaald. De berekening van de omloopsnelheid van de crediteuren is als volgt:
Omloopsnelheid van de crediteuren = hoogte crediteuren / inkoopwaarde van de omzet
De omloopsnelheid van de crediteuren kan omgezet worden in een omlooptijd door de uitkomst van de omloopsnelheid met het aantal dagen (bij een jaarrekening 365 dagen) te vermenigvuldigen. Bij de omlooptijd geldt dat hoe lager de uitkomst is, hoe sneller de crediteuren betaald (moeten) worden. Dit heeft een nadelig effect op de liquiditeit.
De omloopsnelheid van de voorraden
De omloopsnelheid van de voorraden laat zien hoe lang het duurt voordat de voorraden verkocht worden. Het doel is om de omlooptijd zo kort mogelijk te houden. Hoe korter de omlooptijd, hoe vaker de voorraden in een jaar worden verkocht.
De omloopsnelheid van de voorraden wordt op de volgende manier berekend:
Omloopsnelheid van de voorraden = inkoopwaarde van de omzet / inkoopwaarde van de voorraden
De omlooptijd kan berekend worden door het aantal dagen (bij een jaarbalans 365 dagen) te delen door de omloopsnelheid. Een omloopsnelheid van 3 betekent dat de voorraad vier maanden op voorraad ligt voordat deze verkocht wordt. Een lage omlooptijd heeft als voordeel dat de opslagkosten laag zijn (er hoeft minder lang voorraad opgeslagen te worden) en dat het bedrijf minder gevoelig is voor trends (het uit de mode raken van voorraden).