Ontslagvergoeding is afhankelijk van factoren
Ontslagen werknemers in vaste dienst, hebben vaak recht op een ontslagvergoeding. De hoogte van dit bedrag, kunnen de werkgever en de werknemer onderling bepalen of door de rechter laten vaststellen. Standaard wordt daar de kantonrechterformule voor gehanteerd.
Werknemers worden in de wet beschermd. Ze kunnen niet zomaar door de werkgever ontslagen worden. In het geval het bedrijf failliet gaat ligt de situatie volledig anders, maar bedrijven die moeten saneren om hun hoofd boven water te kunnen houden, kunnen niet zomaar werknemers ontslaan.
Kantonrechterformule per 2009
Per 2009 is de kantonrechterformule herzien. Tot dat moment waren de vergoedingen hoger. De bedragen zijn ongeveer gehalveerd ten opzichte van de situatie vóór 2009. De hoogte van het bedrag is afhankelijk van een formule.
Berekening van de kantonrechterformule
Deze formule zal gehanteerd worden indien de rechter uitspraak moet doen in een ontslagzaak. In de praktijk hoeft het niet meer tot een rechtelijke uitspraak te komen. De formule is voor een deel eenvoudig te berekenen. De werkgever en werknemer kunnen onderling de uitkomst uit de formule bepalen.
Ontslagvergoeding A x B x C
De hoogte van de ontslagvergoeding is afhankelijk van drie factoren. Het aantal gewogen dienstjaren (=A) wordt vermenigvuldigd met het salaris per maand (=B), vervolgens wordt het bedrag nog vermenigvuldigd met een eventuele correctiefactor (=C). Hieronder treft u een toelichting aan.
Aantal gewogen dienstjaren (factor A)
Er wordt niet gekeken naar het werkelijk aantal dienstjaren, maar er wordt rekening gehouden met de leeftijd. Dienstjaren voor een werknemer van 55 jaar of ouder tellen vier keer zo zwaar mee, als dienstjaren van een werknemer onder de 35 jaar. In onderstaand overzicht treft u de weging aan. De uitkomst is factor A van de formule.
- dienstjaren van werknemer jonger dan 35 jaar telt voor 0,5 jaar mee
- dienstjaren van werknemer tussen 35 en 45 jaar telt voor 1,0 jaar mee
- dienstjaren van werknemer tussen 45 en 55 jaar telt voor 1,5 jaar mee
- dienstjaren van werknemer vanaf het 55e levensjaar telt voor 2,0 jaar mee
Voorbeeld gewogen dienstjaren
Een 60 jarige heeft 20 jaar voor dezelfde baas gewerkt. Het aantal gewogen dienstjaren bedraagt:
- 40 jaar tot 45 jaar = 5 x 1 = 5 jaren
- 45 jaar tot 55 jaar = 10 x 1,5 = 15 jaren
- 55 jaar tot 60 jaar = 5 x 2 = 10 jaren
Factor A bedraagt voor deze werknemer: 30 jaren
Het salaris per maand (factor B)
Het salaris per maand is te berekenen door eerst het jaarsalaris te berekenen. Vakantiegeld en bijvoorbeeld een 13e maand, moet namelijk in de berekening worden meegenomen. Dit geldt ook voor vaste vergoedingen, zoals ploegentoeslag, winstdeling en structureel overwerk. Deze bedragen moeten bij elkaar opgeteld worden en vervolgens gedeeld worden door twaalf. De uitkomst in factor B.
Correctiefactor (factor C)
De correctiefactor is afhankelijk van de verwijtbaarheid van de werknemer of de werkgever. Met deze factor kan de kantonrechter een gewicht meegeven afhankelijk van de verwijtbaarheid. Is de werknemer terecht ontslagen, dan kan de factor zelfs gesteld worden op nul, waardoor er geen ontslagvergoeding wordt uitgekeerd. Bij het stellen van een factor tussen de nul en één, kent de kantonrechter schuld toe aan de werknemer. In het geval er geen bijzonderheden zijn, wordt de factor op één gesteld. De rechter past een factor tussen de één en twee toe, in het geval het een onterecht ontslag betreft door de werkgever.