Legaliteitsbeginsel: geen bevoegdheid zonder wet

Het staatsrechtelijk, strafrechtelijk en bestuursrechtelijk legaliteitsbeginsel
- Betekenis van het legaliteitsbeginsel: geen bevoegdheid zonder wet
- Legaliteitsbeginsel in het staatsrecht
- Legaliteitsbeginsel in het strafrecht
- Legaliteitsbeginsel in het bestuursrecht
- Voor welk overheidsoptreden geldt het legaliteitsbeginsel?
- Negatief ingrijpend overheidsoptreden
- Positief ingrijpend overheidsoptreden
- Uitzondering: positief niet-ingrijpend overheidsoptreden
- Beperkingen van het legaliteitsbeginsel
- Niet al het ingrijpend overheidshandelen staat beschreven in een wet
- Delegatie van bevoegdheden vermindert de democratische legitimiteit
Betekenis van het legaliteitsbeginsel: geen bevoegdheid zonder wet
De betekenis van het legaliteitsbeginsel is dat de overheid niet mag ingrijpen in de rechten en vrijheden van burgers zonder dat daarvoor een bevoegdheid bestaat die democratisch gelegitimeerd is. Dit houdt in dat de wet dient te beschrijven dat het overheidsorgaan een bepaalde taak of handeling ook daadwerkelijk mag uitvoeren. Het legaliteitsbeginsel is een belangrijk beginsel in zowel het staatsrecht, strafrecht als het bestuursrecht. Het vormt samen met de machtenscheiding, fundamentele rechten en onafhankelijke rechtsspraak de voorwaarden voor het bestaan van een rechtsstaat. De idee van de rechtsstaat is dat naast alle burgers, ook de overheid gebonden is aan de wetten. Het legaliteitsbeginsel bevordert de rechtszekerheid en stelt tot doel willekeurig optreden door de overheid te voorkomen.In verschillende rechtsgebieden heeft het legaliteitsbeginsel een eigen vorm. Zo bestaat een:
- staatsrechtelijk legaliteitsbeginsel
- strafrechtelijk legaliteitsbeginsel
- bestuursrechtelijk legaliteitsbeginsel
Legaliteitsbeginsel in het staatsrecht
Het staatsrechtelijk legaliteitsbeginsel houdt in dat al het overheidshandelen gebonden is aan de wet. Dit betekent dat de wet de bevoegdheden van de overheid dient te beschrijven, voordat de overheid van een van deze bevoegdheden gebruik mag maken. De idee hierachter is dat elk willekeurig optreden van de overheid dient te worden voorkomen. Hierom beschrijft de wet wanneer en hoe een overheidsorgaan een bepaalde handeling dient te verrichten. Net zoals burgers, dienen overheidsorganen zich aan de wet te houden. Ook dient het legaliteitsbeginsel de rechtszekerheid te bevorderen; doordat de wet beschrijft welk handelen van de overheid wel en niet is toegestaan, zijn burgers ervan op de hoogte wat hun rechtspositie is ten opzichte van de overheid.Legaliteitsbeginsel in het strafrecht
In het strafrecht heeft het legaliteitsbeginsel de volgende betekenis: een gedraging is pas strafbaar als die ten tijde van het begaan van het strafbare feit in een wettelijke bepaling strafbaar is gesteld. Het materiële strafrechtelijk legaliteitsbeginsel (ook wel het nulla poena-beginsel genoemd) vereist onder andere dat omschrijvingen van wettelijke strafbepalingen duidelijk dienen te zijn, zodat de burger kan weten onder welke voorwaarden een bepaalde gedraging strafbaar is. Hierbij dient de rechter in bepaalde gevallen de wet te interpreteren. Het materiële strafrechtelijk legaliteitsbeginsel staat zowel beschreven in artikel 1 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) als in artikel 16 van de Grondwet (Gw):"Geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane wettelijke strafbepaling" (art. 1 lid 1 Sr en art. 16 Gw).
Naast een materieel strafrechtelijk legaliteitsbeginsel, is er ook een formeel strafrechtelijk legaliteitsbeginsel. Dit betekent dat bij opsporing, vervolging en bestraffing van strafbare feiten, dit alleen is toegestaan indien een wet (in formele zin) de bevoegdheden daartoe beschrijft. Het formele strafrechtelijk legaliteitsbeginsel staat beschreven in artikel 1 van het Wetboek van Strafvordering (Sv):"Strafvordering heeft alleen plaats op de wijze bij de wet voorzien" (art. 1 Sv).
Legaliteitsbeginsel in het bestuursrecht
Een belastende bestuurshandeling dient op een wettelijke grondslag te berusten; het vereiste van een wettelijke grondslag is een onderdeel van het legaliteitsbeginsel. Een wettelijke grondslag betekent dat een bepaalde bevoegdheid staat beschreven in een wet. De betekenis van het bestuursrechtelijk legaliteitsbeginsel is dat de bestuurlijke overheid haar burgers iets mag verbieden of gebieden indien de wet regelt dat de overheid daartoe bevoegd is. Echter, soms is sprake van een bestuurlijke bevoegdheid welke wordt ontleend aan het ongeschreven recht. In de praktijk wordt hierom niet ál het overheidshandelen dat ingrijpt in de rechten en vrijheden van burgers in een wettelijke grondslag omschreven. Daarnaast dient overheidshandelen altijd in overeenstemming te zijn met de wet.Voorbeeld
Een voorbeeld van een bevoegdheid van de overheid welke kan worden ontleend aan het ongeschreven recht: de beslissing van een bestuursorgaan om onverschuldigde betaalde bedragen van een burger terug te vorderen, waarbij het bestuur deze beslissing kan baseren op een algemeen rechtsbeginsel en niet op een specifieke wet.
Het legaliteitsbeginsel voor bestuurlijke sancties is vastgelegd in artikel 5:4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb):
[OLIST]"De bevoegdheid tot het opleggen van een bestuurlijke sanctie bestaat slechts voor zover zij bij of krachtens de wet is verleend" (art. 5:4 lid 1 Awb).
"Een bestuurlijke sanctie wordt slechts opgelegd indien de overtreding en de sanctie bij of krachtens een aan de gedraging voorafgaand wettelijk voorschrift zijn omschreven" (art. 5:4 lid 2 Awb).[/OLIST]
"Een bestuurlijke sanctie wordt slechts opgelegd indien de overtreding en de sanctie bij of krachtens een aan de gedraging voorafgaand wettelijk voorschrift zijn omschreven" (art. 5:4 lid 2 Awb).[/OLIST]
Voor welk overheidsoptreden geldt het legaliteitsbeginsel?
Volgens het legaliteitsbeginsel dient al het overheidsoptreden dat bindend is voor burgers te berusten op een wettelijke grondslag. In de praktijk betekent dit dat voor al het negatief ingrijpend overheidsoptreden en in bepaalde gevallen ook voor positief ingrijpend overheidsoptreden een wettelijke grondslag op het overheidsoptreden van toepassing dient te zijn. Negatief overheidsoptreden is per definitie ingrijpend van aard. Positief overheidsoptreden dat niet ingrijpend van aard is, is uitgezonderd van het legaliteitsbeginsel.Negatief ingrijpend overheidsoptreden
Op grond van het legaliteitsbeginsel is vereist dat negatief ingrijpend overheidsoptreden een wettelijke grondslag behoeft. Negatief overheidsoptreden is per definitie ingrijpend van aard, omdat door negatief overheidsoptreden de overheid door middel van een gebod of verbod ingrijpt op de rechten en vrijheden van burgers.Positief ingrijpend overheidsoptreden
Soms is ook voor positief overheidsoptreden een wettelijke grondslag vereist: sinds het Fluorideringsarrest van de Hoge Raad (HR 22 juni 1973) moet ook het positief overheidsoptreden voor zover dat ingrijpend van aard is op een wettelijke grondslag berusten. Een voorbeeld van positief ingrijpend overheidsoptreden is het verstrekken van subsidies en uitkeringen. Het vereiste van een wettelijke grondslag geldt dus niet alleen voor besluiten die negatief ingrijpen in de rechtspositie van burgers, maar ook voor overheidsoptreden waarbij de overheid een prestatie levert ten opzichte van de burgers die ingrijpend van aard is, dus overheidsoptreden dat op een positieve wijze ingrijpt in de rechten en vrijheden van burgers.Uitzondering: positief niet-ingrijpend overheidsoptreden
Er bestaat overheidsoptreden waarvoor geen wettelijke grondslag is vereist: positief niet-ingrijpend overheidsoptreden. Dit is de enige vorm van overheidsoptreden waarvoor géén wettelijke grondslag hoeft te bestaan. Het is dus niet zo dat op grond van het legaliteitsbeginsel letterlijk ál het overheidsoptreden op een wettelijke grondslag dient te berusten.Beperkingen van het legaliteitsbeginsel
Er zijn een aantal beperkingen van het legaliteitsbeginsel:- De wet beschrijft niet al het ingrijpend overheidshandelen.
- Delegatie van bevoegdheden leidt tot een vermindering van de democratische legitimiteit.