De zachte infrastructuur van China

De zachte infrastructuur van China Naast harde infrastructuur (bedrijven en overheid) heeft een land ook zachte infrastructuur nodig. Dit is onder meer onafhankelijke rechtspraak, goed onderwijs, onafhankelijke media, sociale zekerheid en intellectueel eigendom. Hier wordt de zachte infrastructuur van China geëvalueerd aan de hand van die punten. Hoewel China nog steeds iedere vijf jaar een Plan presenteert, is de economie verkapitaliseerd. Bedrijven maken winst, hebben aandelen (hetzij beperkt) en de prijzen van goederen worden bepaald door marktwerking. Maar het ontbreekt China aan de randvoorwaarden voor een goedlopende markteconomie. China heeft de harde elementen van het kapitalisme, maar de "zachtere" onderdelen niet; de non-markt instituten ontbreken.


Wat zijn non-markt instituten?

Dit zijn instituten die de markt helpen om beter te functioneren, maar ze zijn geen direct onderdeel van de markt zelf. Ze staan tussen de staat en de samenleving in. Deze instituten gaan vaak tegen de markt in, in plaats van met de markt mee. De missies en waarden van non-markt instituten zijn tegengesteld aan die van de markt (zoveel mogelijk winst maken) en houden daarmee de markt eerlijk.

Rechtspraak

Een van de belangrijkste non-markt instituten is de rechtspraak. Onafhankelijke rechters oordelen over gevallen binnen de letter van de wet, welke is gebaseerd op morele codes. Goed en fout zijn niet het oordeel van één persoon, maar komen voort uit een besluit over redelijk bewijs wat voldoet aan de universele principes van de wet.

Een dief is fout en dat weten we allemaal, maar je moet dan wel zeker weten dat de persoon die terecht staat ook echt de daad gepleegd heeft (bewijs). En je moet zorgen dat deze persoon zijn daad wel aan te rekenen valt; het beroemde voorbeeld van een dief die brood steelt om te eten. Is deze dief daadwerkelijk een dief of waren er andere omstandigheden in het spel die hem tot zijn daad dreven (universele morele principes)?

In China is rechtspraak niet gebaseerd op diezelfde principes; er zijn vier grote problemen.
  1. Presidenten en vice-presidenten van een gerecht worden van bovenaf aangewezen. Omdat het gerecht wordt gefinancierd door de provinciale overheid, willen de rechters hen niet tegen zich in het harnas jagen. Provincies beschermen zichzelf waardoor het voor burgers extreem moeilijk is om een zaak aan te spannen tegen de overheid.
  2. De rechtspraak kent dezelfde bureaucratie als elk ander overheidsorgaan. In China betekent dat dat er een partijcommittee is ter controle. Maar dat ondermijnt het onafhankelijke oordeel van de rechters, omdat ze vaak het oordeel van het partijcommittee volgen. Uiteraard is dat in het voordeel van de partij en overheid, niet van de bevolking. Zelfs als een rechter onafhankelijk wil zijn, wordt dat vrijwel onmogelijk gemaakt door het systeem.
  3. Veel rechters hebben geen training op het gebied van rechten. Ze zijn gepensioneerde legerofficieren die zonder morren de partijlijn volgen en er zijn talloze voorbeelden van corrupte rechters.
  4. De partij niet alleen de rechters beïnvloeden, maar ook de politie. Bepaalde zaken verschijnen simpelweg nooit voor de rechter.

Dit alles heeft een psychologisch effect: Chinezen gaan steeds minder rechtszaken aan. Je gaat alleen een rechtszaak aan als je gelooft dat conflicten het beste opgelost kunnen worden op het podium van rechtvaardigheid en dat deze rechtvaardigheid te behalen is in een rechtszaal waar onafhankelijk en objectief naar de zaak wordt gekeken. Je vertrouwt erop dat beide partijen in het conflict deze principes accepteren en de uitslag zullen respecteren. In China geloven de inwoners niet meer dan rechtvaardigheid in de rechtszaal te halen is, want er wordt niet onafhankelijk en objectief naar hun zaak gekeken. De partij accepteert de basisprincipes niet waardoor het respect voor de uitslag bij de inwoners verdwenen is. Als je niet gelooft dat de uitslag nuttig is, ga je de strijd niet aan.

De partij is zowel rechter als gedaagde in veel zaken. Je kunt op je klompen aanvoelen dat dit niet goed kan gaan. Er is geen externe controle over partijleden en o.a. corruptie blijft eenvoudig bestaan. In China is een rechterlijke uitspraak te koop.

Onderwijs

Het doel van hoger onderwijs is om kennis te vergaren en verspreiden. Onderzoekers volgen wetenschappelijke redeneringen, niet commercieel succes.

In China is in de tijd van Mao veel vooruitgang geboekt; zo is analfabetisme sterk teruggedrongen. Maar de groei stagneert. De reden hiervoor is dat de centrale overheid niet in onderwijs investeert. Ten tijde van de communes werd alles centraal geregeld, nu is het ieder voor zich. Districten moeten 80% van de kosten van scholing dragen via belastingen en andere middelen. Voor arme gewesten is de uitkomst voorspelbaar: ze moeten veel schoolgeld vragen wat onderwijs onbetaalbaar maakt. Hoe armer de regio, hoe slechter het onderwijs. Families worden gedwongen om jarenlang te sparen voor het onderwijs van hun kinderen.

Slecht onderwijs betekent slechte kennisverspreiding. Slechte kennisverspreiding betekent slechte onderzoekers. Slechte onderzoekers betekent gebrek aan innovatie. En zonder originele innovatie kan een economie zich niet ontwikkelen (zie intellectueel eigendom).

Media

Hoewel de media winst moeten maken, hebben ze ook een doel als non-markt instituut: het onafhankelijk rapporteren van de objectieve werkelijkheid. Ze bieden een vorm van rekenschap voor zowel de private als publieke domein.

Een onafhankelijke krant kan zonder problemen over corruptie publiceren. Een onafhankelijke website kan zonder angst schrijven over milieuvervuilende bedrijven. Een onafhankelijk televisiestation kan zonder gevaar de regering bekritiseren. Begin 2008 kondigde Philip Freriks een item aan in het acht uur journaal over de dienstauto’s van ministers en staatssecretarissen. Blijkbaar heeft de Nederlandse regering zich tot doel gesteld dat ze allemaal het goede voorbeeld moeten geven met energiezuinige auto's van minimaal klasse C. Verschillende ministers en staatssecretarissen worden getoond in auto’s die klasse D, E of zelfs F hebben. Hoewel het hier om een redelijk lichte kritiek gaat en het slechts een gevoel van schaamte moet oproepen bij de regering – er worden ten slotte geen harde wetten overtreden enkel een richtlijn – is een dergelijk item absoluut ondenkbaar in China.

China heeft meer dan tweeduizend kranten, tweehonderd televisiestations, negenduizend magazines en 450 radiostations. Elk van deze media staat onder streng toezicht van de partij via Beijing of de provinciale propaganda-autoriteit. Dagelijks geven zij richtlijnen uit waarover wel en niet gepubliceerd mag worden. Journalisten die hier tegenin gaan, worden ontslagen of zelfs gevangen gezet. De redacteur van Beijing News werd in 2005 ontslagen nadat hij artikelen had toelaten over dorpsdemonstraties tegen oneerlijke landinname. Journalisten mogen niet zomaar naar een stad reizen die buiten hun district valt en over het nieuws daar schrijven. De staat is niet eigenaar van de media – met enkele uitzonderingen – maar vertelt de media van bovenaf wat ze wel en niet kunnen doen.

Het internet met haar open karakter is een grote bron van zorg voor de partij. De overheid heeft inmiddels al 800 miljoen dollar uitgegeven aan het blokkeren van internetwebsites via de Great Firewall. In China kun je niet zoeken naar "Tiananmen Square" (Plein van de Hemelse Vrede) of "democratie" zonder tegen meldingen aan te lopen als "server onbeschikbaar" of "server geherinitialiseerd tijdens laden". Onzin natuurlijk, de overheid houdt Chinese internetters tegen. Het internet komt maar op drie plaatsen het land in: bij Beijing, Shanghai en Guangzhou. Het is daarom betrekkelijk eenvoudig om de knop voor een bepaalde website om te zetten op negatief.

Tijdens de SARS-epidemie probeerde de overheid de ernst van het probleem te ontkennen. Ziektes vallen onder het staatsgeheim, dus ondanks het grote gevaar van een groeiende epidemie, bleven de media melden dat het slechts enkele gevallen waren. Pas toen een dokter naar de buitenlandse media stapte, kwam de waarheid naar buiten en wordt de officiële lijn bijgesteld. De minister van volksgezondheid en de burgemeester van Beijing werden ontslagen als een soort zondebokken. Iets vergelijkbaars gebeurde met de vogelgriep in 2005. De onderzoekers die ontdekt hadden dat de griep was overgegaan van gefokte vogels naar wilde vogels werden gedwongen te stoppen en zes journalisten die het verhaal naar buiten wilden brengen, werden gearresteerd. Het was hetzelfde liedje eind 2008 met het melkschandaal waarbij melamine was gemengd in babymelkpoeder. Tienduizenden baby's werden ziek en zes stierven (voor zover bekend). Het probleem was al vroeg in het jaar bekend en zeker al centraal bekend voor het begin van de Olympische Spelen. Opnieuw moesten buitenlandse media (en een Nieuw-Zeelands bedrijf) eraan te pas komen voordat alles naar buiten kwam.

De overheidscensuur penetreert elk onderdeel van het nieuws in China. Veel Chinezen weten wel dat er gecensureerd wordt, maar zien dat niet als een probleem: het past perfect in de historie van China. Ze hebben de voordelen van onafhankelijke media nooit aan den lijve ondervonden, dus zien niet in waarom ze dat nodig zouden hebben. Veel internetters zijn zich echter wel onbewust van de Great Firewall. Altijd horen ze enkel de partijlijn en ze zijn niet getraind in het stellen van kritische vragen. Het wordt geslikt als zoete koek. Als er dan eens een ander verhaal naar buiten komt, kan de staat het eenvoudig afdoen als een eenmalig incident.

Sociale zekerheid

Onder sociale zekerheid verstaan we een vangnet voor de bevolking in geval van problemen zoals ouderdom, ziekte en werkeloosheid. Sociale zekerheid is niet het resultaat van marktwerking (winst maken), maar van sociale solidariteit.

Als mensen gegarandeerd geld krijgen als ze oud zijn, hoeven ze niet tijdens hun leven te sparen. Ook hoeven ze dan geen kinderen te krijgen die voor hen zorgen. Als mensen weten dat ze goed verzorgd zijn bij ziekte, hoeven ze geen spaarpot aan te leggen. Als mensen kunnen rekenen op hulp bij werkeloosheid zijn ze niet bang om geld uit te geven.

In China zijn kinderen legaal gebonden aan de verzorging van hun ouders. Het is niet alleen een morele plicht, maar ook een wettelijke plicht. En aangezien iedereen maar één kind mag krijgen, betekent dat een grote last op de schouders van het kind. De oudedagsvoorziening is dus volledig gebaseerd op je eigen reserves en die van je kinderen.

Voorheen verzorgden de communes gezondheidszorg, maar die zijn verdwenen. Slechts 15% van het gezondheidsbudget gaat naar het platteland waar 70% van de mensen woont. Het resultaat is dat doktoren geld moeten vragen, waar de boeren al een chronisch gebrek aan hebben. Zo'n 37% van de boeren kan geen gezondheidszorg betalen en 65% wordt geweigerd aan de poort van het ziekenhuis. De kwaliteit is ook enorm verslechterd; er wordt gewerkt met ongesteriliseerd gereedschap en er zijn geen patiëntendossiers. De Wereldgezondheidsorganisatie zette China in 1997 op de 144e plaats. Het is dus geen wonder dat Chinezen moeten sparen voor het geval dat ze ziek worden.

China kent geen vakbonden die instaan voor de rechten van de werknemers. De bestaande vakbonden zijn onderdeel van de partij. Als je bedenkt dat de meeste bedrijven ook gerund worden door de partij, is het probleem direct duidelijk. Ondanks het formele bestaan van vakbonden worden werknemers niet beschermd voor willekeurig ontslag of lage lonen. Er is geen recht op staking of een manier om werkomstandigheden te verbeteren. Bedrijven worden niet automatisch beter voor werknemers, ze moeten enigszins gedwongen worden. Het is juist deze spanning tussen geld verdienen en voor je werknemers zorgen, dat een bedrijf brengt tot ontwikkeling en groei. De Chinezen reageren met het gebruikelijke antwoord op hun problemen: sparen.

Sparen is goed, Nederlanders zijn er een kei in. Maar als een land te veel spaart, wordt er te weinig geconsumeerd. In een kapitalistische economie moeten de inwoners vertrouwen hebben in de economie, want dan geven ze meer geld uit. In China is het geen kwestie van vertrouwen in de zachte infrastructuur (oudedagsvoorziening, gezondheidszorg, vakbonden), maar een totaal gebrek hieraan. Hierdoor sparen Chinezen meer dan ze uitgeven en belemmeren zo de economische groei. De reden is simpel: ze moeten wel, want er is geen vangnet.

Huiseigendom

In westerse landen kun je een stuk land kopen met een huis erop en dat is dan voorgoed van jou, totdat jij besluit het te verkopen. Niemand kan je zomaar je land of huis afnemen en het dient als onderpand voor hypotheken. Behalve economisch voordeel biedt een huis ook psychologische genoegdoening van het eigendom en een gevoel van autonomie.

In China kun je als privépersoon geen land of huis kopen voor de eeuwigheid. Eigendom is beperkt tussen 30 en 70 jaar pacht. Er is geen nationale landregistratie, waardoor landeigendom nog onduidelijker wordt. Je huis is niet van jou waardoor de overheid minder problemen ziet in het onteigenen van huiseigenaren op land waar ze andere plannen mee hebben. Compensaties zijn vaak minimaal en door het gebrek aan onafhankelijke rechtspraak kunnen burgers nergens heen met hun klachten.

Intellectueel eigendom

Intellectueel eigendom verwijst naar het hebben en beschermen van origineel idee. Als iemand een uitvinding doet, kan hij daar patent op nemen zodat niemand het zomaar kan kopiëren. Japan is een uitstekend voorbeeld waar de ontwikkeling van goed intellectueel eigendom heeft geleid tot vooruitgang. Japan begon haar ontwikkeling met het reproduceren van westerse producten, maar stapte over op het maken van eigen spullen, beschermd onder copyright wetten. Japan ontwikkelde wereldmerken als Sony en Toyota, zoals de VS en het VK daarvoor hadden gedaan.

China heeft ook de massale investeringen vanuit het buitenland die Japan had. Dit maakt het land tot de fabriek van de wereld. Maar onderzoek valt onder supervisie van de overheid, niet onder de vrije wil om nieuwe ontdekkingen te doen. Intellectueel eigendom is officieel beschermd, maar dit wordt niet gecontroleerd. Hierdoor baseert de Chinese economie zich op het produceren onder buitenlandse licentie of simpelweg (illegaal) kopiëren. China heeft geen wereldmerken. Wie heeft ooit van Lenovo, Midea of Haier gehoord, drie grote spelers op de Chinese markt in elektronica en witgoed? Chinese bedrijven geven in verhouding weinig geld uit aan Research en Development, want alles is gericht op het drukken van de kosten.

Voor het hier en nu is dat geen probleem, want de producten gaan naar het westen. Maar de westerse markt raakt langzamerhand verzadigd met Chinese producten en welke markt moet China aanboren als dat gebeurt? Haar thuismarkt, natuurlijk, maar zoals hier uitgebreid is beschreven, ontbreekt het China aan de zachte infrastructuur die het mogelijk maakt voor mensen om de spaargedachte los te laten en te gaan consumeren.

Conclusie

China is halverwege socialistisch en kapitalistisch op economisch gebied, maar zal dit niet vast kunnen houden. Non-markt instituten creëren rekenschap, transparantie, rechtvaardigheid, kennisverspreiding, en de mogelijkheid voor de gewone burger om deel te nemen aan de samenleving. Er ontstaat een publiek domein die in zichzelf geen macht heeft, maar waar overheid en markt naar luisteren. Maar dit betekent dat de partij in China moet accepteren dat er een publiek domein is, onafhankelijk van de staat en de partij.

Als het kapitalistisch deel van de economie instort, gaat China terug naar de tijden van Mao met communes en dat zal zelfs de eigen partij niet willen. Als het socialistisch deel instort, zal China in oproer geraken, want het is een combinatie van patriottisme en economische groei die als wortel voor de neuzen van de Chinezen wordt gehouden. Valt een van de twee weg, dan gaat China zware tijden tegemoet.

Lees verder

© 2008 - 2024 Jantrao, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Sociale grondrechten in NederlandSociale grondrechten in NederlandWat zijn sociale grondrechten? Sociale grondrechten zijn beschreven in de Nederlandse Grondwet. Sociale grondrechten vor…
Wat is infrastructuur?Wat is infrastructuur?Infrastructuur is het geheel aan basisvoorzieningen en netwerken bedoeld ter verzorging van huishoudens en bedrijven. Di…
Het statuut van zelfstandige: Hoofdberoep of bijberoep? (BE)Het statuut van zelfstandige: Hoofdberoep of bijberoep? (BE)Een zelfstandige is een persoon die een winstgevende beroepsactiviteit uitoefent, zonder daarbij gebonden te zijn door e…
Contact met je docent op sociale media: zinvol of ongepast?Contact met je docent op sociale media: zinvol of ongepast?Op sociale media zoals Whatsapp, Facebook en Instagram, die over het algemeen niets met school te maken hebben, voegen d…

Praktische toepassing competentiemanagementPraktische toepassing competentiemanagementKansen en mogelijkheden voor de werkgever én de werknemer door middel van het toepassen van competentiemanagement binnen…
Kernkwadrant - hulp bij zelfinzicht en interactieHet kernkwadrant is een model dat jouw eigenschappen, leerpunten en gevoeligheden in kaart brengt. Het is ontworpen rond…
Bronnen en referenties
  • Inleidingsfoto: Pedronet, Flickr (CC BY-2.0)
  • Hutton, Will (2007). The Writing on the Wall: China and the West in the 21st century. (Hoofdstuk 4 tot 8) London: Little Brown.
Jantrao (202 artikelen)
Laatste update: 29-05-2015
Rubriek: Zakelijk
Subrubriek: Diversen
Bronnen en referenties: 2
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.