Brandweer, hulpverlening in geval van nood

De brandweer is een organisatie die zich voornamelijk bezighoud met het blussen van branden, maar is ook aangewezen op veel andere taken. Hiervan zijn het redden van katten of het bestrijden van ongedierte voorbeelden. De brandweer is gesitueerd in een brandweerkazerne, waar veel materieel staat om de branden te blussen. De grotere gemeenten beschikken over een brandweerkazerne met blusauto’s, maar ook veel kleinere gemeenten hebben een blusauto tot hun beschikking. De brandweerlieden die daar werken zijn meestal vrijwilligers.

Branden

Iedere dag vinden er branden plaats, maar geen enkele brand is hetzelfde. Voordat de brandweer arriveert moeten ze alle informatie over de betreffende plaats hebben verschaft alvorens ze kunnen gaan blussen. Een brand op een boerderij is namelijk heel anders dan een brand in een woonwijk. Bij een boerderij is er namelijk weinig kans op het overslaan van de brand, er staan immers weinig gebouwen in de omgeving. Een woonwijk daarentegen staat vol huizen. Niet alleen het gebouw waar de brand heerst moet worden geblust, ook de omliggende huizen zullen nat moeten worden gemaakt om overslaan van de brand te voorkomen. Tot slot is een industrieterrein een heel ander verhaal. Allereerst staan daar vaak meerdere gebouwen bij elkaar. Ten tweede kunnen die gebouwen gevaarlijke stoffen bevatten die kunnen ontploffen of erg giftig kunnen zijn, waardoor de gezondheid van de mensen in de omgeving gevaar loopt.

Na de melding

Na een melding van een brand, ook wel brandalarm genoemd, is het noodzakelijk dat de brandweer binnen een minuut de kazerne heeft verlaten. Allereerst trekken de brandweerlieden hun laarzen, broek en jas aan en zetten ze hun helm op. De chauffeur heeft inmiddels plaatsgenomen, samen met de bevelvoerder. De bevelvoerder weet waar hij moet zijn en bekijkt waar de brandkranen zitten in de omgeving van de brand. Ook krijgt hij van de brandweercentrale te horen wat het laatste nieuws is over de brand.

De aanwezige brandweerlieden rusten zich ondertussen verder uit met persluchtflessen en maskers en ze krijgen te horen wat hun taak is. Op die manier kan er snel en efficiënt worden gewerkt.

Ploegen

Brandweerlieden vormen samen verschillende ploegen, waarin ze samenwerken. Voorbeelden van ploegen zijn:

• Aanvalsploeg. Deze groep mensen komen direct in actie om mensen en dieren te redden die in nood zitten, bijvoorbeeld door brand.
• Waterploeg. De mensen die in deze ploeg werken zorgen voor het bluswater. Ze sluiten de slangen op de brandkranen aan in de omgeving en maken in het begin gebruik van een tankautospuit. Die auto bevat een grote tank met water zodat de brandweerlieden daarmee, voordat de anderen de brandkranen hebben gevonden en de slangen daarop aan hebben gesloten, voorlopig vooruit kunnen.

Brandweerwagens

Er zijn verschillende soorten brandweerwagens:

• Bluswagen. Deze wagen bevat een grote watertank waarmee de eerste branden kunnen worden geblust. Ook zitten er slangen in deze wagen, tangen en ijzersnijders voor auto-ongelukken en andere blusmiddelen waaronder poedersneeuw. Dat wordt gebruikt bij branden waar gevaarlijke stoffen bij aanwezig zijn. Bij olie is het bijvoorbeeld gevaarlijk om met water te blussen.
• Hulpverleningswagen. Deze wagen heeft veel gereedschap bij zich om hulp te verlenen.
• Hoogwerker/autoladder. Deze auto heeft een ladder waarmee de brandweer op grote hoogte hulp kan verlenen. Met deze auto kunnen mensen gered worden of er kan op grote hoogte worden geblust. Verder heeft de brandweer verschillende andere auto’s waaronder dienstauto’s, blusboten, bosbestrijdingsauto’s en verbindingswagens.

Andere taken van de brandweer

De brandweer zorgt er niet alleen voor dat de branden geblust worden. Ook de volgende taken zijn voor de brandweer weggelegd.

• Auto-ongelukken met gewonden. Hiervoor gebruikt de brandweer lasapparatuur en ijzersnijders. Maar ook de redschaar en een spreidvijzel kunnen handig zijn bij het openbreken van een auto. Daarnaast kan de brandweer eerste hulp verlenen als de ambulance nog niet ter plaatse is.
• Ernstige auto-ongelukken zonder gewonden. Naast ongelukken met gewonden, zijn er ook ongelukken zonder gewonden. Gekantelde vrachwagens zijn hier een voorbeeld van. Als zo’n wagen benzine bij zich heeft of andere explosieve stoffen, vergroot dit het gevaar. De brandweer zoekt het lek op en maakt dit dicht. Vaak zetten ze ook de vrachtwagen weer rechtop.
• Auto-ongeluk in het water. De duikploeg van de brandweer komt ter plaatse als er een auto in een sloot of gracht is belandt. Mensen die bekneld zitten worden er vervolgens zo snel mogelijk uitgehaald.
• Dieren in nood. Niet alleen het redden van mensen behoren tot de taken van de brandweer. Een kat die hoog in de boom is geklommen en er niet meer uit kan, wordt er door de brandweer gemakkelijk met de ladder uitgehaald. Ook koeien en paarden die in een sloot terecht zijn gekomen moeten worden bevrijd. De brandweer heeft de juiste middelen om de dieren veilig uit de sloot te hijsen.