Hoe werkt het afspiegelingsbeginsel?
Tot 2006 werd bij ontslagrondes gebruik gemaakt van het principe van last in, first out, het zogeheten lifo-principe. Dit had grote nadelen voor bedrijven die reorganiseerden. Het gevaar was dat ze alleen met de oudere werknemers bleven zitten. Daarom is er sinds 2006 sprake van het afspiegelingsbeginsel. Daarbij worden mensen uit verschillende leeftijdscohorten ontslagen.
Sinds 2006 is bij ontslagrondes het principe van first in, last out vervangen voor het afspiegelingsbeginsel. Het first in, last out, afgekort als lifo, ging er vanuit dat mensen die het kortst ergens werkt er bij een ontslagronde als eerste uitgingen. Er kleefden verschillende nadelen aan dit principe. Het waren vooral de oudere werknemers die hier van profiteerden. Dit pakte dus nadelig uit voor veel jongere werknemers. Iemand die verschillende reorganisaties achter elkaar mee maakte kwam op deze manier nooit ergens lang aan de bak. Tegelijkertijd was er ook voor werkgevers nadelig omdat zij vooral met veel oudere werknemers bleven zitten. Dit kan zorgen voor een disbalans binnen het bedrijf. Juist jongeren zorgen vaker voor extra creativiteit en nieuwe ideeën. Ook zijn ouderen gemiddeld duurder. Daarom is besloten om per 1 maart 2006 van dit principe af te stappen en te kiezen voor het afspiegelingsbeginsel.
Afspiegelingsbeginsel wettelijk afgesproken
Het afspiegelingsbeginsel is wettelijk voorgeschreven. Kantonrechters en het UWV houden daar ook rekening mee wanneer er een bedrijfsmatige reorganisatie gaande is. Het ontslag wordt afgewezen wanneer blijkt dat uw werkgever zich niet aan de regels heeft gehouden. Werkgevers dienen er dus zeer zorgvuldig mee om te gaan, omdat het anders tot veel emotionele en persoonlijke schade kan leiden. Het is niet leuk als een al ontslagen medewerker terug moet worden genomen, terwijl vervolgens iemand anders daarvoor in de plaats moet vertrekken. Dit kan makkelijk leiden tot een vertrouwensbreuk en veel onzekerheid voor de medewerkers, nog los voor de kosten voor een eventuele juridische procedure die beide partijen moeten maken.
Leeftijdscohorten
Bij het afspiegelingsbeginsel moet de werkgever alle werknemers in dezelfde functie, of nagenoeg dezelfde functie, in vijf groepen delen: van 15 tot 25 jaar, van 25 tot 35 jaar, van 35 tot 45 jaar, van 45 tot 55 jaar en van 55 jaar en ouder. Vervolgens dient de werkgever er zorg voor te dragen dat de leeftijdsopbouw zoveel mogelijk gelijk blijft. Als er dus veel mensen in de leeftijd van 35 tot 45 jaar werkzaam zijn, dan zullen de meeste ontslagen in deze groepen vallen. Nadat bepaald is in welke leeftijdsgroep(en) de ontslagen vallen wordt bepaald wie er ontslagen wordt. Deze keuze wordt gemaakt op lengte van het dienstverband. De medewerker met de kortste diensttijd wordt daarbij ontslagen. Daarbij wordt nog wel het onderscheid gemaakt tussen medewerkers met een tijdelijk dienstverband en medewerkers met een vast dienst verband. Medewerkers met een vast dienst verband gaan altijd boven medewerkers met een tijdelijk dienstverband. Dit is om te voorkomen dat een bedrijf veel kosten maakt. Het kan dus voorkomen dat iemand die ergens al bijna 3 jaar werkt, maar met een tijdelijk contract, moet vertrekken en iemand die bij hetzelfde bedrijf pas een half jaar werkt, maar met een vast contract, daar mag blijven.
Vast contract ontslaan duurder dan tijdelijk contract
Iemand met een vast contract ontslaan is veel duurder dan iemand met een tijdelijk contract de laan uitsturen. Een werkgever kan er ook voor kiezen om een volledige functiegroep te laten vervallen. In dat geval hoeft er uiteraard niet gespiegeld te worden,omdat alle medewerkers moeten vertrekken.