Accounting: Hoe waardeer ik mijn voorraad?
Misschien bent u wel eens de termen FIFO of LIFO tegengekomen. Dit zijn twee manieren om de voorraad van bijvoorbeeld een bedrijf te waarderen. In veel winkels worden deze termen gebruikt, maar het zijn niet de enige mogelijkheden om de voorraad te waarderen. In dit artikel worden vier methodes beschreven.Het waarderen van de inventaris
Laten we het eerst over het waarderen van de voorraad in het algemeen hebben. Waarom bedrijven hun voorraad willen kunnen waarderen is niet zo moeilijk. De bedrijven willen weten wat ze in huis hebben, wat de waarde is van hun inventaris, want dit is een belangrijk aspect in de omzet. Een voorbeeld. Stel nu dat de kosten van schoenen hard stegen tussen januari en juni dit jaar. In november worden vier paar schoenen verkocht voor honderd euro per paar, dus de opbrengsten zijn vierhonderd euro. Maar wat zijn dan de kosten (bijvoorbeeld inkoopkosten) van de verkochte schoenen? Dit hangt af van welke methode we gebruiken om de voorraad te waarderen!FIFO
Dit is misschien wel de bekendste methode om de inventaris te waarderen. FIFO is een afkorting en staat voor First-in, First-out. Dit houdt in dat de producten die het eerst ingekocht zijn, ook het eerst verkocht moeten worden. Deze methode wordt veel in supermarkts gebruikt, denk maar aan de versafdelingen waar de producten met de meest nabije houdbaarheidsdatum vooraan worden gezet, met de intentie dat deze het eerst worden verkocht. Toch is deze methode niet alleen toepasbaar met beperkt houdbare producten. Ook bijvoorbeeld schoenenwinkels zijn goede kandidaten om deze methode te gebruiken. Dat heeft alles te maken met het bijhouden van omzet, kosten, winst etcetera. Dit wordt ook wel accounting genoemd of boekhouden.Bij het boekhouden wordt er dus rekening mee gehouden dat het oudste product eerst wordt verkocht. Op deze manier wordt dat dus ook op de balans of resultatenrekening gezet. Stel dat een schoenenwinkel nog twee paar schoenen op voorraad heeft. Het ene paar heeft vijftig euro gekost bij het inkopen en het andere latere aangeschafte paar heeft zestig euro gekost. Als er nu een paar wordt verkocht, zal eerst het paar van vijftig euro worden verkocht en dus, als de verkoopprijs gelijk wordt gehouden, kan hier meer omzet op worden gemaakt.
Door het gebruik van FIFO kan dus ook de waarde van de voorraad varieren. Zie de voorraad maar als een grote ton, met de oudste producten onderin. Iedere keer als er een product wordt verkocht, wordt het onderste product weggehaald. Als er producten in de ton zitten met verschillende inkoopwaarden, kan de waarde van de voorraad dus ook varieren. Denk maar aan het vorige voorbeeld met de schoenen met waardes van vijftig en zestig euro. Er is een verschil of de schoenen van onder of van boven uit de ton worden gepakt. De ene keer is de waarde van het restant voorraad zestig euro (in het geval van FIFO, dus de schoenen met waarde vijftig zijn verkocht) en in het andere geval is de waarde nog vijftig euro (als de schoenen eerst van bovenuit de ton zijn gepakt)