Wat zijn voorraadkosten, de 3 R's
Voorraadkosten zijn kosten waar een bedrijf bijna niet onderuit komt. Het zijn kosten die gemaakt moeten worden om het bedrijf draaiende te kunnen houden. Voorraadkosten zijn dan ook op te splitsen in drie soorten kosten, de 3 R's, te weten: rentekosten, ruimtekosten en risicokosten. Lees in dit artikel wat de rente, ruimte en risico als kosten inhouden op je voorraad.
Voorraadkosten
Het hebben van een voorraad als bedrijf kost geld. De kosten die hieraan gebonden zijn bestaan uit bestel- en voorraadkosten. Bestelkosten bestaan voornamelijk uit administratiekosten en loonkosten. Voorraadkosten zijn kosten die worden gemaakt bij het aanhouden van een voorraad. Er zijn in totaal drie soorten voorraadkosten, welke ook wel de drie R’s worden genoemd:
- Ruimtekosten
- Rentekosten
- Risicokosten
Ruimtekosten
Ruimtekosten ontstaan doordat je winkel een magazijn nodig heeft om de artikelen op te slaan. Ruimtekosten kunnen onder andere zijn:
- De huur van het magazijn
- Onderhoudskosten, zoals reparatiekosten voor een kapotte stelling en schoonmaakkosten
- Afschrijvingskosten van stellingen en transportmiddelen
- Energiekosten, zoals een verwarming en elektra.
Er zijn winkels zonder een magazijn. In deze winkels staat de hele voorraad in de schappen in de winkel. Grote voorraden nemen veel verkoopruimte in beslag en verkoopruimte is duur. Het hebben van een grote voorraad is nadelig voor een winkel zonder magazijn. Als er een grote voorraad van één artikel in je winkel staat, houd je minder ruimte over voor andere artikelen.
Kortom, hoe groter de voorraad van elk artikel, hoe minder artikelen je kunt opnemen in het assortiment. Een ander nadeel is dat er vaker moet worden geleverd, soms dagelijks of om de dag. De winstgevendheid van het assortiment kan daardoor teruglopen.
Rentekosten
Een voorraad is een investering. Het geld van de winkelier zit in de voorraad. Het komt voor dat een winkelier eerst geld moet lenen en dan pas artikelen kan bestellen. Die artikelen vormen dan het onderpand van de lening. Over dat geleende geld moet natuurlijk wel rente worden betaald. Zolang je de artikelen uit de voorraad niet verkoopt, verlies je rente.
Tegenover de kosten van de lening staan dan immers geen opbrengsten. Ook als de winkellier de goederen contant betaald is er sprake van renteverlies. Hij stopt het geld in een voorraad goederen. Als het geld op een bankrekening had gestaan, had hij rente ontvangen, die hij nu niet krijgt. Dus ook in deze situatie is er sprake van renteverlies.
Risicokosten
Het aanhouden van een voorraad brengt risico’s met zich mee die geld kunnen kosten. Voorbeelden van risicokosten zijn:
- Als je artikelen lange tijd in voorraad houdt, kan de kwaliteit van die artikelen achteruitgaan, waardoor ze minder waard worden.
- Als de verkoopprijs van artikelen daalt, daalt ook de winst op de artikelen die nog in voorraad zijn.
- De vraag naar artikelen kan afnemen, bijvoorbeeld omdat ze uit de mode raken.