Corporate image: Het STIP-model door Vos & Schoemaker
Het STIP-model is een model ontwikkeld door Vos & Schoemaker in 2006. Het model geeft vier randvoorwaarden die gelden voor het communicatiebeleid ten aanzien van het imago dat er bestaat van een organisatie (ook wel corporate image). Deze randvoorwaarden zijn systematiek, transitie, integratie en policy. Gezorgd moet worden dat deze vier punten terugkomen in het organisatiebeleid.
Corporate image
Met het
corporate image wordt bedoeld: "het beeld van de organisatie zoals dat bij de diverse publieksgroepen bestaat". Het corporate image omvat impressies en evaluaties t.a.v. de organisatie, en het gaat hier om een persoonlijk beeld. Het is belangrijk dat een organisatie een positief corporate image heeft, dus dat de beeldvorming van de organisatie goed is. Belangrijk hierbij is dat het met de
corporate identity, de ware identiteit van de organisatie, ook goed zit!
De invloed van de organisatie op de beeldvorming
De organisatie heeft slechts een beperkte invloed op de beeldvorming van eigen organisatie. Er zijn namelijk meerdere factoren die zorgen voor het corporate image (het beeld van de organisatie). Zo hebben intermediairen invloed op de beeldvorming. Een intermediair is bijvoorbeeld een decaan op een middelbare school die een bepaald beeld geeft van een universiteit en daarmee zorgt voor een bijdrage aan het corporate image van de universiteit. Daarnaast wordt publiek ook beïnvloed door anderen die al ervaring hebben met de organisatie. Een oud-student kan bijvoorbeeld ook een indruk geven van de universiteit. Dan zijn er ook omgevingsfactoren die zorgen voor de beeldvorming voor de organisatie, hiermee wordt de toestand in de samenleving in een bepaalde periode bedoeld.
STIP-model
Zo zijn er hierboven al 3 factoren opgenoemd die naast de organisatie zorgen voor de beeldvorming. Om toch meer grip uit te oefenen op de beeldvorming als organisatie is het STIP-model ontwikkeld. Het STIP-model geeft 4 factoren waaraan het organisatiebeleid moet voldoen voor een verbeterde beeldvorming. De 4 factoren worden hieronder beschreven:
1. Systematiek
Een systematische aanpak is belangrijk. Analyse- en planningsmethoden zullen goed moeten worden benut. Ook moeten procedures worden vastgesteld zodat er een onderlinge afstemming bestaat tussen verschillende communicatieactiviteiten.
2. Transitie
Associaties die de doelgroep van een organisatie heeft bij de organisatie zijn tijdgebonden, er is dus telkens een verschuivend beeld van de organisatie. Om op de hoogte te zijn van deze associaties zullen de trends in de omgeving moeten worden gevolgd. Wanneer dit gebeurt kan er op de trends worden ingespeeld in de interactie met de publieksgroepen.
3. Integratie
Een belangrijk aandachtspunt is dat de communicatiefunctie is geïntegreerd in het organisatiebeleid. Alle communicatiedoelstellingen moeten daarbij inhaken op het organisatiebeleid. Hiermee moet in alle deelgebieden van de organisatie rekening worden gehouden.
4. Policy
Een helder profiel van de organisatie is nodig. Dit vraagt om beleidskeuzes. Communicatiedeskundigen kunnen bijdragen aan de besluitvorming hiervan. De gekozen inhoudelijke richting kunnen ze vertalen in concrete communicatieactiviteiten.
Consequenties
Wanneer niet aan het STIP-model wordt gehouden zijn er een aantal consequenties voor het corporate image van de organisatie. Als niet wordt gehouden aan de randvoorwaarden kan het voorkomen dat communicatie-uitingen
tegenstrijdig zijn, dit doet afbreuk aan een eenduidig beeld van de organisatie. Ook
consistentie in de tijd is belangrijk. Je kunt het beleid van een organisatie niet zomaar veranderen, dit moet geleidelijk gaan om een positief beeld te behouden.