Spreekrecht van slachtoffers tijdens een rechtszaak
Wie het slachtoffer is geworden van een misdrijf of nabestaande is van een slachtoffer kan de behoefte voelen om tijdens de rechtszaak van de dader te spreken. De motivatie hiervoor kan velerlei zijn. De een wil de rechter op het hart drukken de dader vooral zo hard mogelijk te straffen, de ander wil de dader toespreken of juist spreken over vergiffenis. Welke mogelijkheden biedt het Nederland strafprocesrecht het slachtoffer en hoe zal dit in de toekomst mogelijk worden veranderd?
De ontwikkeling van het spreekrecht van slachtoffers in Nederland
In tegenstelling tot een aantal van de ons omringende landen kennen wij in Nederland een dadergericht strafrecht. Het is een slachtoffer van een misdaad verboden het recht in eigen hand te nemen. Dit verbod wordt gecompenseerd door het feit dat de overheid de taak op zich heeft genomen om aan misdrijven sancties te koppelen. Dat het slachtoffer daarbij zijn eventueel bestaande wraakgevoelens ter zijde moet schuiven en het lot van de dader in handen van de overheid moet leggen is op mentaal vlak niet niks.
Anno 2015 staat het slachtoffer echter een zich steeds verder uitbreidend instrumentarium ter beschikking om zijn invloed uit te oefenen op het strafproces. Een aantal voor slachtoffers belangrijke rechten zijn inmiddels de norm geworden, zoals het recht om informatie te krijgen en te verstrekken, het recht op rechtsbijstand en het recht op schadevergoeding. Echter met het opnemen van het spreekrecht voor slachtoffers in het Wetboek van Strafvordering (Sv) in 2005 kregen zij in het strafproces pas echt een rol van betekenis. Door een uitbreiding van de kring van spreekgerechtigden in 2012 is het voor ouders van minderjarige slachtoffers, maar ook voor andere bloedverwanten mogelijk geworden te spreken tijdens de terechtzitting, tezamen met of in plaats van het slachtoffer zelf. Op dit moment (april 2015) ligt er bovendien een wetsvoorstel van staatssecretaris Teeven om dit spreekrecht nog verder uit te breiden, van een spreekrecht naar een adviesrecht.
Het huidige spreekrecht
Van het spreekrecht voor slachtoffers zoals dat nu in de praktijk bestaat kan alleen gebruik worden gemaakt in zaken met betrekking tot zware delicten en geldt zowel voor slachtoffers als nabestaanden van slachtoffers. Hen wordt de mogelijkheid geboden op de terechtzitting te spreken over de impact van het delict op hun leven. Een dergelijke verklaring mag ook schriftelijk gedaan worden. Dit spreekrecht is echter wel vrij strikt afgebakend. Zo mogen slachtoffers niet speculeren over de toedracht van een delict en moet men zich verre houden van uitspraken over de eventuele strafmaat.
Wat is nu het doel van dit spreekrecht voor slachtoffers? Moet het hen een stukje genoegdoening geven of wil de wetgever de rechter een extra overweging meegeven bij het bepalen van de strafmaat? In de Memorie van Toelichting (MvT) bij de wet die het spreekrecht mogelijk maakte worden vier doelen genoemd:
- het informeren van de rechter over de gevolgen van een misdrijf op het slachtoffer;
- het verkleinen van de kans op recidive van de dader door confrontatie met de impact van zijn handelen;
- het doen uitgaan van een algemene preventieve werking door de zichtbaarheid van het slachtoffer in de samenleving te vergroten, en;
- het bijdragen aan het emotionele herstel van het slachtoffer.
Deze doelen zijn door de wetgever gerealiseerd met de toevoeging van artikel 51e aan het Sv. In 2010 werd door een commissie onder leiding van Prof. Dr. Koppen een evaluatie gemaakt van de mate van tevredenheid van hen die gebruik hebben gemaakt van dit spreekrecht. Zij bleken hierover overwegend positief, al geeft de helft van de spreekgerechtigden aan dat ze de inhoud van de verklaring onvoldoende vinden. Wat zij missen is de mogelijkheid iets te zeggen over de gewenste strafmaat, de feiten van het misdrijf en hun gevoelens met betrekking tot de verdachte. Een voorstel tot uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers van staatssecretaris Teeven komt wellicht tegemoet aan hun wensen.
Het spreekrecht verder uitgebreid?
In het huidige systeem wordt van slachtoffers die gebruik maken van hun spreekrecht nadrukkelijk verwacht dat zij dit spreekrecht gebruiken om te vertellen over de weerslag die het misdrijf in kwestie op hun leven heeft gehad. Staatssecretaris Teeven wil dit recht nu uitbreiden. Hiertoe zond hij in oktober 2013 een wetsvoorstel naar de Kamer. Het wetsvoorstel strekt er met name toe slachtoffer in de gelegenheid te stellen zich ter terechtzitting indien gewenst ook uit te laten over ‘hun opvatting over de omvang van de bewezenverklaring, de kwalificatie van het feit, de schuld van de verdachte en de passende straftoemeting’.
Deze uitbreiding wordt met nadruk een adviesrecht genoemd, dat kan worden uitgeoefend in aanvulling op het spreekrecht. Het slachtoffer wordt hiermee in feite adviseur bij de te nemen beslissingen bedoeld in art. 350 Sv. Dit heeft verregaande consequenties. Door het toekennen van een adviesrecht aan het slachtoffer ontstaat ook een nieuw recht voor (de raadsman van) de verdachte. Deze mag namelijk gebruikmaken van zijn ondervragingsrecht, waarvoor het slachtoffer moet worden beëdigd als getuige. Zonder dit ondervragingsrecht zou de procedure op gespannen voet staan met art. 6 EVRM, dat verdachten het recht geeft getuigen à charge te ondervragen. Uit de parlementaire geschiedenis blijkt dat deze wetenschap heeft meegespeeld bij de inkleding van het huidige spreekrecht als spreekrecht in plaats van adviesrecht.
Voor- en nadelen uitbreiding spreekrecht
Dat de voorgestelde wijziging grote consequenties heeft voor de inrichting van het strafproces in Nederland moge duidelijk zijn. Over de wenselijkheid hiervan bestaan verschillende opvattingen. Een aantal hiervan zijn in de MvT bij het wetsvoorstel samengevat. Daarnaast hebben diverse deskundigen zich gevraagd en ongevraagd over de kwestie uitgelaten.
Als belangrijkste voordeel kan genoemd worden dat meer tegemoet gekomen wordt aan de wens van veel slachtoffers, zoals vervat in het onderzoek van de Commissie-Van Koppen. Daarbij is te verwachten dat de positie van het slachtoffer ook zijn weerslag heeft op de waarheidsgetrouwheid van de verklaringen van de verdachte. Deze moet er immers alert op zijn dat zijn weergave van de feiten weersproken kan worden. Inconsequenties kunnen daarbij worden afgestraft.
Als nadeel van de uitbreiding van het spreekrecht van slachtoffers naar een adviesrecht is in de Kamer opgeworpen dat dit het voor de rechter extra moeilijk zal maken voor om tegelijk empathie te tonen ten opzichte van het slachtoffer en vast te houden aan de in het strafrecht zo belangrijke onschuldpresumptie. Uit onderzoek dat is vooraf gegaan aan het wetsvoorstel is gebleken dat deze twijfel ook leeft bij rechtspractici. Staatssecretaris Teeven vindt dit echter niet overmatig bezwarend.
De Raad voor de Rechtspraak deelt de mening van de staatssecretaris dat meer ruimte moet komen voor het slachtoffer in het strafproces. Zij zien echter meer heil in het uitbreiden van het huidige spreekrecht dan in de stap naar een adviesrecht. Het belangrijkste nadeel dat zij aankaarten is de emotionele belasting voor het slachtoffer wanneer hij als getuige wordt gehoord. Ook meent de Raad dat gewaakt moet worden voor te hoge verwachtingen bij slachtoffers. De rechter zal immers lang niet altijd rekening kunnen houden met hun advies.
Deze zienswijze sluit aan bij die van Slachtofferhulp Nederland, dat veel slachtoffers bijstaat bij de verwerking van trauma’s als gevolg van misdrijven. In een advies naar aanleiding van de eerdere uitbreiding van de kring van spreekgerechtigden in 2012 gaven zij aan dat onder het merendeel van hun cliënten duidelijk de wens leeft om meer invloed te kunnen uitoefenen op het strafproces. In dit advies benadrukten zij echter ook zich goed te kunnen vinden in het op dat moment uitblijven van een inhoudelijk uitbreiding van het spreekrecht naar een adviesrecht. Dit juist omdat het daarmee samenhangende ondervragingsrecht zou kunnen leiden tot secundaire victimisatie, dat wil zeggen dat slachtoffers door de herbeleving ervan voor een tweede maal slachtoffer worden van het delict. In een advies naar aanleiding van de in oktober 2013 voorgestelde uitbreiding noemt Slachtofferhulp Nederland het adviesrecht zelfs ‘een antwoord op een vraag die niet gesteld is’.