Organisatieleren: de actietheoretische benadering
De actietheoretische benadering is één van de benaderingen waaruit gekeken kan worden naar het leren van organisaties. Deze benadering is ontwikkeld door Argyris. Hiertoe onderscheidt hij twee handelingstheorieën. Ook onderscheidt hij twee manieren om tegen leren aan te kijken, en leidt hij hier twee leermodellen uit af. Mensen hebben mentale mappen die ze gebruiken om te reageren in bepaalde situaties. Hier bouwt Argyris op voort.
De actietheoretische benadering (Argyris, 1976) is gebaseerd op de handelingstheorie. Het startpunt is dat mensen mentale mappen hebben die bepalen hoe ze reageren in bepaalde situaties. Dit heeft betrekking op de manier waarop ze plannen, implementeren en hun acties beoordelen. Volgens Argyris zijn het deze mappen die de acties van mensen begeleiden, in plaats van de theorieën die ze eigenlijk voorhanden hebben. Weinig mensen zijn zich bewust van de mappen of theorieën die ze gebruiken. Een manier om dit uit te leggen is om te zeggen dat er een scheiding is tussen theorie en actie.
Handelingstheorieën
Om de theorie van de actie uit te leggen kan er onderscheid worden gemaakt tussen wat we daadwerkelijk doen en dat wat we zeggen om onze acties uit te leggen aan andere mensen. Deze twee theorieën worden respectievelijk de ‘espoused theory’ en de ‘Theory in use’ genoemd.
- De espoused theory is wat mensen zeggen dat ze zouden doen in bepaalde situaties. Hierbij horen ook de regels en procedures van een organisatie.
- De theory in use is hoe mensen zich daadwerkelijk gedragen, dit gedrag is vaak onbewust. Dat wat de organisatie wil dat er gebeurt ligt niet altijd op één lijn met wat er daadwerkelijk gebeurt. Van welke theorie uitgegaan wordt is van invloed op het leren van organisaties.
Met het maken van deze distinctie kunnen we vragen stellen over in hoeverre ons gedrag past bij de espoused theorie en of deze gevoelens tot uiting komen in onze acties. Volgens Argyris stemt effectiviteit uit het afstemmen van de espoused theory en de theory in use. Belangrijk hierbij is reflectie.
Single- en double-loop-learning
Argyris onderscheidt twee soorten leren, namelijk ‘single-loop-learning’ en ‘double-loop-learning’. Single-loop-learning houdt in dat er fouten in een proces binnen de organisatie ontdekt en opgelost worden. Hierbij wordt gekeken naar de normen en waarden van de organisatie. Er wordt gebruik gemaakt van de theorieën, frames en strategieën die ze al kennen, welke vanzelfsprekend zijn. Een voorbeeld is een thermostaat die detecteert dat het te koud of te warm is en hierdoor de temperatuur aanpast. Het doet wat het weet wat het moet doen, maar leert niets nieuws. Bij ‘double-loop-learning’ worden operationele normen continu ter discussie gesteld. De fundamentele aspecten van de organisatie worden veranderd, nu wordt er niet rekening gehouden met de normen en waarden maar worden deze aangepast. De frames en denkwijzen die al bestonden worden nu ter discussie gesteld. Reflectie is hier ook meer fundamenteel, de basis assumpties achter ideeën en beleidsregels worden ter discussie gesteld. Argyris stelt dat double-loop-learning fundamenteel is als organisaties goede beslissingen willen maken in een snel veranderende omgeving.
Model I en model II
Bij deze twee soorten leren heeft Argyris (1997) twee modellen ontwikkeld, genaamd Model I en Model II. Single-loop-learning hoort bij Model I. Dit model is gebaseerd op defensief gedrag, en wordt gebruikt om routine problemen op te lossen. Hierdoor wordt het moeilijk om buiten de gestelde normen en waarden te treden en wordt leren bemoeilijkt. Model I maakt gebruik van de theory in use. Double-loop-learning hoort bij Model II. Hierbij kunnen mensen buiten de gestelde waarden en normen van de organisatie leren. Hierdoor is er alle ruimte om te leren. Intrinsieke motivatie en samenwerking is erg belangrijk bij Model II. Bij Model II wordt de theory in use omgezet naar de espoused theory.