Regels WW-uitkering maken niet werken soms aantrekkelijk
Werknemers die door het verliezen van hun baan recht hebben op een WW-uitkering, moeten gemotiveerd worden om zo snel mogelijk weer aan het werk te gaan. In bepaalde gevallen is het aantrekkelijker om niet te werken.
De regels van de WW-uitkering zouden uitkeringsgerechtigden moeten motiveren om op korte termijn weer aan het werk te gaan. Als uitkeringsgerechtigde hebt u ook de plicht om actief op zoek te gaan naar een andere baan. Vanuit die gedachte is het niet logisch dat in onderstaande situaties het werken ontmoedigd wordt. Werknemers kunnen maandelijks minder krijgen als ze in combinatie met een WW-uitkering aan het werk gaan.
Een half jaar de tijd om een functie op eigen niveau te vinden
Vanaf de ingangsdatum van de WW-uitkering, krijgt de uitkeringsgerechtigde een half jaar de tijd om een baan te vinden op eigen opleidingsniveau en ervaringsniveau. Een werknemer die voorafgaand aan de uitkering een baan heeft gehad op universitair niveau, kan zich het eerste half jaar beperken tot het zoeken van een functie op vergelijkbaar niveau. Na het half jaar moet de uitkeringsgerechtigde ook genoegen nemen met een functie op HBO-niveau. Naarmate de werkloosheid langer duurt, worden steeds meer functies als passende functies gezien.
Werkhervatting in het eerste jaar op basis van arbeidsurenverlies
In het eerste jaar van de werkloosheid wordt er bij werkhervatting gekeken naar arbeidsurenverlies. Dat wil zeggen dat u niet gekort wordt op basis van het bedrag dat u met het werken verdient, maar u wordt gekort op basis van het aantal uren dat u werkt. Krijgt u een uitkering voor 36 uren in de week en u gaat voor 24 uren in de week aan het werk, dan zult u 12 uren aan werkloosheidsuitkering over houden. Indien u een beter betaalde parttime baan vindt hebt u voordeel, maar in de meeste gevallen zal deze manier van rekenen nadeel opleveren voor de uitkeringsgerechtigden. Hierdoor wordt het niet aantrekkelijk om in het eerste jaar een functie te aanvaarden met een inkomen onder het uitkeringsniveau.
Parttime werken wordt ontmoedigd
U kunt de uitkeringsperiode verlengen door een tijdelijke baan te accepteren. Na afloop van deze tijdelijke baan, hebt u nog recht op de resterende uitkeringsduur. Op deze manier kunt u dus langer verzekerd zijn van een bepaald inkomen. In het geval u een WW-uitkering krijgt gebaseerd op een fulltime dienstverband, is het niet aantrekkelijk om parttime te gaan werken. Sterker nog, als het inkomen onder het uitkeringsniveau ligt, zult u maandelijks minder krijgen, ondanks dat u gaat werken. Door de parttime functie wordt de uitkeringsperiode waar u recht op hebt niet verlengd.
WW-uitkering na één jaar werkloosheid
Na één jaar wordt niet meer gewerkt met arbeidsurenverlies, maar met de inkomensverrekening (=kortingsregeling). In dit geval wordt het werken juist gestimuleerd. Het nieuwe inkomen wordt namelijk voor 70 procent gekort op de WW-uitkering. Hierdoor kan de uitkeringsgerechtigde door te werken maandelijks een bedrag ontvangen dat hoger ligt dan de uitkering.
Voorbeeldberekening inkomensverrekening
Een man heeft recht op een WW-uitkering van €1.500. In het tweede jaar van zijn werkloosheid vindt hij een functie met een inkomen van €1.300. Door de inkomensverrekening wordt de man er financieel beter van om te gaan werken. Van het inkomen wordt 70 procent gekort op de uitkering:
€1.300 x 70 procent =
€910
De WW-uitkering bedraagt €1.500 - €910 =
€590
Zijn inkomen bedraagt nu: €590 + €1.300 =
€1.890