Reclame, wat houdt het in?

Reclame heeft een grote invloed op de economie, reclamemakers worden ingehuurd om mensen te verleiden tot het kopen van een bepaald product. Er zijn natuurlijk ook reclames om mensen iets niet te laten doen, zoals SIRE reclames.

Het doel van reclame

Het doel van reclame kan heel verschillend zijn, zoals imagoverbetering, naamsbekendheid vergroten of omzetverhoging. De reclames worden niet door bedrijven/organisaties bedacht, vaak wordt er de hulp van reclamebureaus ingeroepen. Door middel van marktonderzoeken komen ze dingen te weten over de levensstijl van mensen. Verder richten veel bedrijven zich ook op bepaalde doelgroepen en voor welke groep de reclame is bedoeld. Het ene doel is op kort termijn(zoals de winst verhogen of producten snel weg te krijgen) en andere dingen zijn weer bedoeld voor een langere termijn(zoals reclamespotjes over het milieu of ze willen winst over een langere periode . Hierop spelen ze in. Er zijn een paar verschillende soorten reclames:

• Commerciële reclame: Reclame die ervoor bedoeld is producten te verkopen en hiervan winst te maken.
• Sluikreclame: In een tv-programma wordt er stiekem een merk naar voren gebracht, zoals dat iemand Coca-Cola drinkt of een pak koekjes van het merk Verkade.
• Themareclame: Het gaat niet om een product, maar om een thema.
• Onbaatzuchtige reclame: Ze streven niet naar een winst, maar ze streven ernaar dat mensen lid worden van een goeddoel of geld doneren aan een goeddoel.
• Individuele reclame: Reclame dat wordt uitgevoerd wordt door een ondernemer onder de naam van zijn bedrijf.
• Combinatiereclame: Reclame dat wordt uitgevoerd door verschillende bedrijven uit verschillende branches.
• Themareclame: Er wordt door verschillende bedrijven gemaakt uit dezelfde branche om de verkoop in de branche te vergroten. Dit gebeurd vaak in een sfeer van een feestdag zoals Kerstmis of Pasen.
• Misleidende reclame: In een reclame wordt met opzet verkeerde informatie gegeven.
• Merkreclame: In een reclame wordt niets gezegd over een bepaald product, maar over een merk.
• Suggestieve reclame: Een reclame die beroep doet op menselijke gevoelens door diensten om te zetten in aantrekkelijke behoeften.
• Agressieve reclame: Ze zeggen in de reclame dat ze beter zijn dan een ander product of dat ze goedkoper zijn dan de ander.

De reclames zijn te verdelen in commerciële- en niet-commerciële reclames. Onder niet-commerciële reclames verstaan we overheidsreclames en onbaatzuchtige reclames. Je kan hieronder verstaan zoals spotjes van het WNF, Greenpeace of SIRE. Deze organisaties willen mensen anders laten denken over bepaalde dingen. Commerciële reclame verstaan we o.a. sluikreclame, misleidende reclame, themareclame of merkreclame. Onder commerciële reclame verstaan we natuurlijk winstgevend.

Invloed van reclame op de consument

Er zijn een aantal hoofddoelgroepen van de makers van reclames, namelijk kinderen, tieners, ouders, vrouwen en bejaarden. Natuurlijk verschillen alle behoeftes van deze doelgroepen, daarom wordt de reclame zo aangepast op een bepaalde doelgroep. Er wordt op verschillende manieren gepraat, gehandeld of weergegeven. Reclame wordt er letterlijk ingestampt, dit is de beste manier om mensen te aansporen. Niet ieder mens kan makkelijk te beïnvloeden, maar een groot deel van de bevolking echter wel. Op deze vormen komt reclame voor:

• Televisie: Door middel van sluikreclame in films etc. of door reclames. Verder hebben bepaalde programma’s ook een hoofdsponsor. Dit zeggen ze op het begin of het eind van een programma.
• Kranten/tijdschriften: Door middel van advertenties
• Radio: Radio uitzendingen worden mede mogelijk gemaakt door een bepaald merk of radio reclames.
• Internet: Advertenties of aan het begin van een filmpje is er een kleine reclame.
• Buitenreclame: Folders en flyers.
• Promotiefilmpjes: Dit zijn meestal films, die worden getoond aan het begin van een andere film
• Reclamemakers gebruiken verschillende dingen om de aandacht te trekken van mensen. Per doelgroep verschild hoe ze worden gebruikt of dat ze wel worden gebruikt:
• Herhalen: Om te zorgen dat een product/merk goed opvalt worden ze vaak herhaald, dit doen ze bijv. het product herhalen in de reclame of in een reclameblok de reclame twee maal te laten tonen.
• Getuigenissen: Om de kwaliteit van een product aan te tonen, laten ze het mensen testen en die geven dan hun oordeel. Dit wordt vaak in teleshops programma’s gebruik van gemaakt.
• Buzzen: Iemand het product te laten uitproberen en deze zal het door vertellen. Dit heet ook wel mond-tot-mond reclame.
• Slogans: Door een aantrekkelijk zin in een reclame/advertentie te laten opnemen die de mensen onthouden.
• Teasing: De gevoelens van mensen prikkelen.
• Mental Preference: Mensen aan het denken zetten

De reclamemakers richten zich vooral op de jeugd, deze groep heeft een voorkeur voor bepaalde merken en producten. Vaak beïnvloeden ze ook de ouders. Dit zijn twee belangrijke redenen waarom de reclamemakers zich vooral richten op de jeugd. Verder is er nog een probleem het ‘groepsgevoel’, vaak als iemand begint met roken in een bepaalde groep volgen er meer. Dit doen ze erom bij te horen. Reclamemakers geven weer dat iedereen het product heeft en hierdoor zullen jongeren het product sneller kopen, dit komt door het groepsgevoel. Het verschil met ouderen is dat jongeren in de groei zijn lichamelijk en geestelijk. Ouderen zijn zekerder over zichzelf en willen niet perse ergens bij horen.

Invloed van reclame op het koopgedrag

Reclame heeft een belangrijke invloed op het koopgedrag van de consument. Maar reclame kan niet alleen positief uitpakken maar ook negatief. Je moet goed aangeven voor welke doelgroep je reclame maakt en bij reclame worden mensen veel in hokjes geplaatst: leeftijd, opleiding, geslacht etc. Maar tegenwoordig is de consument goed geïnformeerd door middel van consumentengidsen, internet of tv. Maar te veel reclame kan leiden dat mensen weinig aandacht geven aan reclames op tv of advertenties in kranten etc. De consument is vooral gevoelig voor prijsdalingen. Er zijn ook een aantal punten waarop producenten op inspelen om hun producten sneller te verkopen.

De producent gebruikt hiervoor de 4 p’s, de marketingmix:

• Product: Ze maken reclame voor hun product om hun kwaliteit, service etc.
• Prijs: Bedrijven kunnen mensen lokken met lage prijzen, prijsverlagingen of je kunt bijv. 3 producten voor de prijs van 2 kopen.
• Plaats: Ze kunnen advertenties plaatsen op goede plaatsen langs de weg of op goede plaatsen in kranten etc.
• Promotie: Door middel van reclame of advertenties.

De bedrijven kunnen vaak niet op alle punten uit blinken, daarom kiezen ze voor een of twee van deze punten. Zoals lage prijzen of een goede service.

Bescherming van de consument voor reclames

Er zijn wettelijke voorschriften voor reclame, dit wordt gedaan om de consument te beschermen. De consument heeft recht op eerlijke en duidelijke informatie over een bepaald product of organisatie. Misleidende reclame is een goed voorbeeld, er is een strenge regeling over wat wel mag en wat er niet is toegestaan. De consument het recht om voorlichting te krijgen.

Er is in Nederland een organisatie ‘De Reclame Code’ die toezicht houdt op reclame. Ze kijken of er echt wordt nageleefd volgens wetten en ze geven ook aanbevelingen. Dit geldt niet alleen voor publieke omroepen maar ook voor commerciële omroepen.. Er is verder een regel ingevoerd door de Europese Unie, dat de omroepen maximaal 15% van hun zendtijd mogen besteden aan reclame. In Nederland mogen publieke omroepen maar maximaal 6,5% van hun zendtijd aan reclame besteden.
Verder mogen schokkende reclames niet worden uitgezonden. Bij de STER controleren ze van tevoren alle reclames die worden aangeboden. Maar het komt maar zelden voor dat de STER een reclamespotje weigert of dat het reclamespotje moet worden aangepast. In dat geval kan de adverteerder een aanklacht indienen bij de reclame code commissie.

Postbus 51 is een centraal loket, hier kun je terecht als je vragen hebt over de Rijksoverheid. Postbus 51 is een onderdeel van het rijksvoorlichtingsdienst van het ministerie van Algemene Zaken. Ze kunnen vragen beantwoorden over bijv. sluipreclame.