mijn kijk opStaking: een goed sociaal overleg kan stakingen voorkomen
Een staking kan omschreven worden als een tijdelijke stop met werken, om een sociaal-politiek doel te bewerkstelligen. Toch wordt er geregeld gestaakt, in de ene sector of land wat meer dan het andere. Heeft een staking veel nut? Wordt er door de werknemers veel afgedwongen? Werkgevers hekelen een staking en worden geconfronteerd met productie- en inkomstenverlies. Staken of stakingen kunnen hun nut hebben, op voorwaarde dat de staking terecht is en dat de publieke opinie de staking begrijpt en aanvaardt. Wilde stakingen (zonder aanzegging) zijn helemaal onaanvaardbaar en zorgen voor heel wat frustratie, zeker bij overheidsbedrijven die publieke diensten verlenen.
Een goed sociaal overleg maakt stakingen vaak overbodig. /
Bron: Geralt, PixabayWat is een staking?
Een (werk)staking is het tijdelijk stoppen met werken om een ander doel– meestal sociaal of politiek doel – te bewerkstelligen. Werknemers gaan staken omdat ze niet akkoord gaan met de maatregelen die hen worden opgelegd. Met een staking willen ze druk zetten bij de directie. Heel vaak wordt er gestaakt omwille van onenigheid over de loonvorming of de arbeidsvoorwaarden. Indien het beleid van een onderneming te wensen overlaat, dan kunnen werknemers ook gaan staken om deze onvrede te uiten. Werknemers die willen staken, noemt men stakers. Zij die toch willen werken, worden werkwilligen genoemd. Sporadisch vindt er ook een algemene staking plaats. Dit wil zeggen dat de werknemers in verschillende sectoren op hetzelfde moment gaan staken. Een algemene staking vindt meestal plaats om het ongenoegen te uiten over de sociaal-economische maatregelen die een regering neemt. Voorbeelden van onrechtvaardige maatregelen, vanuit het standpunt van een werknemer, zijn het optrekken van de pensioenleeftijd of het overslaan van de indexering van de lonen.
Voorbeelden van grote stakingen in België en Nederland
In
België was er in de winter van 1960-1961 een algemene staking als reactie op de
Eenheidswet, ingevoerd door de regering van Gaston Eyskens. Het was een zeer bitsige staking waarbij heel wat ordetroepen opgetrommeld werden en enkele gewonden vielen. Op 7 oktober 2005 werd er door de
Belgische socialistische vakvereniging een volledige staking aangekondigd. De christelijke beweging riep op om niet te staken. Er werd gestaakt omwille van de veranderingen in de sociale zekerheid en de eindeloopbaan. Op 28 oktober was er dan nog een algemene staking van zowel de liberale, katholieke als de socialistische vakverbonden. Opnieuw werd er gestaakt omwille van de eindeloopbaan en de sociale zekerheid.
In 1903 was er in
Nederland een grote spoorwegstaking. Na deze staking werd op 9 april 1903 vastgelegd dat stakingen van ambtenaren en spoorwegpersoneel strafbaar waren. Andere stakingen in
Nederland zijn nog de februari-staking van 1941 en de spoorwegstaking van 1944.
Kan een staking nuttig zijn?
Een staking kan wel degelijk zijn nut bewijzen. Wanneer het sociaal overleg niets meer oplevert, is een stakingsdreiging heel vaak een laatste middel voor de vakbonden om druk te zetten. Via een stakingsdreiging of een werkelijke staking wordt op de valreep toch nog heel wat bereikt. De directie staat immers onder hele grote druk – mede van de aandeelhouders – om het bedrijf succesvol te runnen. Productieverlies bij een staking leidt uiteindelijk tot inkomstenverlies en dit is uiteraard iets waar werkgevers en aandeelhouders een hekel aan hebben. Om een staking te vermijden en een gunstig sociaal klimaat te creëren, primeert het sociaal overleg. De directie en vakbonden van een bedrijf moeten de wil hebben om het beste te willen voor dat bedrijf, waarbij de liefde tussen beide partners van beide kanten moet komen. Eenzijdig alles opleggen vanuit de directie werkt als een rode lap voor een stier. Een afwisseling tussen “geven” en “nemen”, in een overlegklimaat, leidt meestal tot de beste resultaten. Een bedrijf moet ten volle beseffen dat tevreden werknemers het uithangbord zijn voor schitterende resultaten van een bedrijf. Zonder de werknemers kan een bedrijf immers niet scoren. Een staking kan dus nuttig zijn, indien het overleg muurvast zit en men toch nog iets wil afdwingen of iets absoluut wil verhinderen. Voortdurende stakingen of stakingsdreigingen werken verlammend en zorgen voor een onrustig sociaal klimaat, waarbij de directie minder en minder zal geneigd zijn om de wensen van de werknemers in te willigen.
Factoren die het succes van een staking bepalen
De publieke opinie speelt een belangrijke rol in een staking. Indien een staking veel kritiek krijgt, dan zal de staking niet als succesvol kunnen beschouwd worden. Stakers van autofabrieken die failliet gaan, krijgen meestal heel wat steun. In deze fabrieken zijn heel vaak man en vrouw aan het werk, waardoor deze 2 personen uit hetzelfde gezin zonder loon zouden vallen. Staken omwille van een sluiting van een autofabriek (
Ford Genk) verdient dus meestal wel de steun van de bevolking, ook al weet de publieke opinie dat de sluiting heel vaak niet te voorkomen is. Een staking die wereldwijd of op grotere schaal wordt opgevolgd, is meestal ook succesvoller. Een internationaal bedrijf, met een stakingsaanzegging in de filialen overal ter wereld, zorgt voor een sterker signaal naar de directie.
Stakingen bij de spoorwegen vallen bij de publieke opinie niet in goede aarde. /
Bron: Geralt, PixabayPublieke opinie reageert hard op stakingen in de openbare sector
Heel wat anders zijn de regelmatige stakingen in de openbare sector, en dan heel dikwijls de spoorstakingen. Deze stakingen kunnen op heel weinig begrip rekenen bij de bevolking, omdat er heel wat pendelaars deze treinen moeten nemen om op het werk te geraken. Uiteraard weten de vakbonden van de spoorwegen dit ook, en is een staking dus een ideaal drukkingsmiddel naar de directie toe, en achterliggend ook naar de regering. Daarbovenop komt nog het feit dat ambtenaren heel dikwijls als “lui” worden gepercipieerd (ook al is dit niet zo), en daardoor absoluut geen begrip krijgen voor hun stakingen. In België is er nog een moeilijkheid. Het is traditioneel geweten dat de Waalse vakbonden heel wat strijdlustiger zijn dan de Vlaamse vakbonden. Indien men in Vlaanderen toch wil overleggen, maar in Wallonië niet, kan het zijn dat een staking toch volledig het treinverkeer lam legt. Het feit dat heel wat mensen afhangen van een dienstverlening van de Belgische Spoorwegen, maakt stakingen bij de NMBS heel onpopulair. Het feit dat de media deze stakingen telkens weer in de kijker zet, zorgt ervoor dat de echte essentie van het sociaal overleg – en wat er op het spel staat voor de spoorwegwerknemers – telkens weer op de achtergrond verschijnt.
Conclusie: sociaal overleg blijft “key”
Het sociaal overleg is heilig. Aan de onderhandelingstafel “echt” onderhandelen over de toekomst van een bedrijf moet primordiaal zijn. Wederzijds respect tussen werknemers en werkgevers is daarom van erg groot belang. In tijden van besparingen moeten ook de vakbonden bereid zijn om het besparingsbeleid te steunen. Als compensatie moet de werkgever er dan voor zorgen dat ook de werknemers kunnen mee participeren in de goede resultaten van een onderneming. Een gezond sociaal klimaat is immers steeds “geven” en “nemen”. De sociale onrust start immers vaak wanneer de ene partner zich benadeeld vindt en dingen moet aanvaarden zonder dat erover gepraat is.