Aldi: een Duits succesverhaal
Sinds de Aldi-winkels in het midden van de jaren zeventig in de Lage Landen vestigingen openden is de winkelketen niet meer uit het dagelijkse leven weg te denken. De stichters werden de rijkste mannen van Duitsland.
Geschiedenis
De naam Aldi is eigenlijk een samentrekking van de woorden
Albrecht en
Discount. De broers Karl en Theo Albrecht richtten de discount op in 1946, maar eigenlijk begon het verhaal al in 1913 toen moeder Albrecht in
Essen een winkel voor levensmiddelen opende.
Na de Tweede Wereldoorlog wilden de broers de winkel vooral rendabel maken en beperkten het aanbod van 250 producten. Deze politiek wierp zijn vruchten af en weldra konden ze beginnen uit te breiden. Van 13 zaken in de Ruhrvallei 1950 steeg het aantal filialen tot 170 over het hele land eind de jaren vijftig van vorige eeuw.
In 1961 ontstond er een dispuut tussen de broers of er al dan niet sigaretten mochten verkocht worden. Ze kwamen niet tot een vergelijk en zo werd Aldi opgesplitst in een
Aldi Nord mét sigaretten onder leiding van Theo en een
Aldi Süd zonder sigaretten onder leiding van Karl. In Duitsland werd een imaginaire scheidingslijn tussen beide ketens getrokken die men de Aldi-evenaar noemde en onder andere langs de Ruhr liep.
In de jaren zeventig en tachtig begon de internationalisering van het bedrijf met onder andere Nord-vestigingen in België (1973) en Nederland (1975), maar ook in andere landen als Luxemburg, Frankrijk, Spanje, Portugal, Denemarken en Polen, terwijl de Süd-vestigingen in Oostenrijk, Zwitserland, Ierland, het Verenigd Koninkrijk, Slovenië, Griekenland, Hongarije, de Verenigde Staten en Australië oprezen. Wereldwijd beschikt Aldi thans over zowat 7600 winkels. In België zijn er dat 443 in Nederland 463.
Toch bleven de broers elkaar op commercieel vlak trouw: de website wordt nog gedeeld, dezelfde principes blijven in beide ketens gelden en er wordt met dezelfde leveranciers onderhandeld om de beste prijzen te bekomen.
Principes
Om de prijzen te drukken wordt er op verschillende manieren bespaard.
- Zo wordt er voor de goedkoopste locaties gekozen en worden de winkels zo sober mogelijk ingericht. De producten worden niet uitgestald zoals in andere winkels maar op grote paletten aangeboden. De klanten moeten de producten uit de verpakkingen of dozen halen.
- Van bekende merken is geen sprake. Met de leveranciers wordt keihard onderhandeld en omdat deze van grote afzethoeveelheden verzekerd zijn is de druk hoog om ze zo goedkoop mogelijk te leveren.
- Aldi beperkt het aantal personeelsleden per vestiging en elk persoonslid kan overal worden ingezet. Zo moeten kassiersters rekken aanvullen of poetsen als er niet te veel klanten zijn en worden pas extra kassa’s geopend als er lange wachtrijen ontstaan.
- Aldi was bij de eersten om geen gratis draagtassen te geven. Aan de kassa is een ‘parkeerruimte’ voor het winkelwagentje voorzien waar de waren meteen worden ingeladen als ze met de barcodes zijn ingescand. Klanten maken dan ook gebruik van de dozen die leeg in de winkel achterblijven om er hun waren in over te laden of er zelfs inkopen mee te doen.
- Reclamevoering gebeurt slechts op beperkte schaal. Enerzijds heb je de folder ‘Aldi informeert’ die wekelijks verspreid wordt. Daarnaast wordt de eigen website geüpdatet. Sporadisch wordt er in de (plaatselijke) pers geadverteerd.
Andere producten
Naast het assortiment voeding, sanitair- en schoonmaakmateriaal biedt Aldi wekelijks ook andere producten aan zoals kleding, cadeautjes, kleine toestellen maar ook grotere apparaten en huishoudtoestellen in een beperkte oplage onder het motto: ‘
wie het eerst komt, het eerst maalt’. Daarvoor wordt vaak samengewerkt met één producent. Omdat algemeen geweten is dat de aangeboden producten van goede kwaliteit zijn moeten klanten zich vaak haasten om er één op de kop te kunnen tikken, want doorgaans zijn ze na enkele uren al uitverkocht. Voor computers en aanbehoren wordt bijvoorbeeld samengewerkt met
Medion.
Ook in de telefonie heeft Aldi zich een plaats op de Duitse, Nederlandse en Belgische markt veroverd met
Aldi Talk.
Concurrentie
In 1973 verscheen de eerste (Duitse) concurrent op de markt:
Lidl. Ook deze keten richtte zich op de discountmarkt, maar in tegenstelling tot Aldi evolueerde Lidl naar een winkel waar een breder gamma wordt aangeboden en naast de onbekende merken ook A-merken worden verkocht.
Door de opgang van Aldi zagen de warenhuizen hun verkoopcijfers aanzienlijk dalen zodat er naar een oplossing werd gezocht om het tij te doen keren. Zo ontstonden de witte producten en de huismerken.
Colruyt was de trendsetter maar ook
Delhaize greep in met goedkopere producten onder de naam ‘
365’.
Rijkdom
De Aldi-winkels legden de broers Albrecht geen windeieren. Beide heren werden de rijkste mannen van Duitsland. Karl met 18 miljard, Theo met 12,7 miljard euro.
Eind augustus 2010 overleed Theo na een slepende ziekte. Zijn twee jaar oudere broer, behorend tot de tien rijkste mensen ter wereld, leeft nog steeds.