Oirschot, meubelindustrie en symbool De Grote Stoel
Halfweg de negentiende eeuw trokken veel ambachtslieden naar Amerika. Zij dachten daar een beter bestaan te kunnen opbouwen zowel sociaal als economisch. Het was de tijd van de industriële revolutie waarin veel ambachtelijk werk verdween en de machines veel taken van de mens overnamen. Ook sociaal gezien was het voor velen een moeilijke tijd. Toch bloeide er in die tijd een zekere industrie op vanwege het voorhanden hebben van veel handwerklieden rond de Brabantse plaats Oirschot. Die industrie was de meubelindustrie die nog steeds gloreert in Oirschot.
Landbouw, veeteelt en ambachtelijke nijverheid
In de eerste helft van de negentiende eeuw waren, in een streek waar later een bloeiende meubelindustrie zou ontstaan, aanvankelijk de belangrijkste bestaansmiddelen de landbouw en veeteelt maar zeker ook de ambachtelijke nijverheid zoals huisweverijen, klompenmakerijen, leerlooierijen, smederijen en ververijen. Maar de economische situatie van die streek, met het stadje Oirschot als middelpunt, was in die tijd voor een groot deel de dupe van het afzijdig liggen van de weg van 's Hertogenbosch naar Luik en de spoorlijn van Tilburg naar Eindhoven.
Veel handwerklieden voorhanden rond Oirschot
Een reden waarom juist in die streek in de loop van de negentiende eeuw meubelfabrieken ontstonden was dat er op het platteland voldoende grondstoffen voorhanden waren en vooral omdat er veel arbeidskrachten beschikbaar waren voor het vele handwerk waarmee zij reeds vertrouwd waren of waarmee zij vanuit andere handwerkactiviteiten snel vertrouwd konden raken. De lonen waren er overigens lager dan in de grote steden.
Amerikaanse stoel
Vooraf aan het ontstaan van die bloeiende meubelindustrie trokken, vanuit de ongunstige sociale en economische situatie voor ambachtslieden, in 1848 ook Cornelus Jacobus Teurlincx en Willem Meijers naar het verre Amerika. Tien jaar later kwamen ze weer terug naar Nederland met allerlei ideeën op meubelgebied. Zij streken neer in het Brabantse plaatsje Oirschot en ontwikkelden daar een zogenaamde Amerikaanse stoel. Die stoel was enigszins vergelijkbaar met de Brabantse knopstoel.
Variant op Brabantse knopstoel
Een knopstoel is een stoel waarbij de stijlen van de rug aan de bovenkant zijn voorzien van knoppen. Die knoppen waren niet alleen decoratief bedoeld maar hadden ook een functie om bijvoorbeeld een jas aan op te hangen. Een veelvoorkomend model van de knopstoel was de Brabantse knopstoel. Bij die stoel vormden de stijlen van de rug en de achterpoten een doorlopend geheel. Meestal had een Brabantse knopstoel een gevlochten zitting en een rechte rug.
Verschillen Amerikaanse stoel en knopstoel
Een belangrijk verschil tussen de Brabantse knopstoel en de Amerikaanse stoel was dat de zitting niet van gevlochten materiaal was gemaakt maar uit hout bestond. Een ander verschil was dat de leuning van de Amerikaanse stoel iets achterover helde waardoor een prettiger zithouding werd verkregen. Ook een duidelijk zichtbaar verschil was dat de stijlen van de rug bij het Amerikaanse model niet ononderbroken doorliepen naar de achterpoten. De poten en de rugleuning waren als afzonderlijke delen aan de houten zitting aangebracht.
Oirschot met succesvolle meubelindustrie
Voor het fabriceren van de nieuwe Amerikaanse stoel werd een fabriekje opgericht onder de naam Teurlincx & Meijers waar echter ook banken en tafels werden gemaakt. Later volgden meer meubelfabriekjes zoals Vlemmincks Erven & Co, Tret & Meeuwis, en Van Leuven. In 1910 telde Oirschot zes meubelbedrijven met in totaal 83 werknemers. Door het succes van de meubelindustrie werd in 1919 de R.K. Vereniging van Fabrikanten van Oirschotse stoelen opgericht. De volgende jaren liep het aantal bedrijven op tot acht.
De Grote Stoel
Als symbool van de succesvolle meubelindustrie en als eerbewijs aan het vakmanschap van de ambachtslieden werd door de firma Meeuwis in 1958 een kolossale stoel gemaakt die nog steeds een toeristische trekpleister van Oirschot vormt. De stoel staat bekend als de grootste stoel van Europa maar zal dat waarschijnlijk wel wereldwijd zijn.
Ook nu nog meubelindustrie
Ook al is de toptijd van de Oirschotse meubelindustrie voorbij zijn er ook tegenwoordig nog enkele meubelfabrieken in Oirschot zoals Meubelfabriek Veldhuizen, Meubelfabriek Montfort, Furnituremarc BV en Kees Verhouden Meubelen. Deze laatste heeft ook al een lange bestaansgeschiedenis. In 1937 werd het eerste bedrijf onder de naam Verhouden opgericht. In 1946 kwamen de broers van de oprichter Frans en Jan in het bedrijf. Er werden vooral eiken kasten en dressoirs vervaardigd. Vanaf 1950 veranderde de productie in voornamelijk eiken stoelen en tafels en bouwde het bedrijf uit tot in 1959 vijftig werknemers. Na enkele wisselingen van de macht wordt het bedrijf momenteel geleid door Kees Verhouden.
Lees verder