Aansprakelijkheidsrecht: beschouwing op onrechtmatig gedrag

De onrechtmatige daad, art. 6:162 BW
Lid 1Artikel 6:162 lid 1 Burgerlijk wetboek (BW) zegt het volgende:
‘Hij die jegens een ander een onrechtmatige daad pleegt, welke hem kan worden toegerekend, is verplicht de schade die de ander dientengevolge lijdt, te vergoeden’. Met andere woorden wordt hier gezegd, dat een verplichting tot schadevergoeding, pas ontstaat indien er schade is ontstaan doordat een andere persoon zich onrechtmatig jegens u heeft gedragen. Is dit niet het geval? Dan bent u in beginsel zelf aansprakelijk voor de schade. Wanneer sprake is van een onrechtmatige daad hangt vaak sterk af van de omstandigheden van het geval.
Lid 2
Toch geven de drie leden van artikel 6:162 BW een aantal criteria, zou luidt lid 2:
‘Als onrechtmatige daad worden aangemerkt een inbreuk op een recht en een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht of met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, een en ander behoudens de aanwezigheid van een rechtvaardigingsgrond’. Hieruit kan men lezen dat er sprake moet zijn van een inbreuk op een recht, een strijd met een wettelijke plicht of een doen of nalaten in strijd met een zorgvuldigheidsnorm. Dit worden wel de drie onrechtmatigheidsgronden genoemd
Lid 3 en art. 6:163 BW
In lid 3 lezen wij het volgende:
‘Een onrechtmatige daad kan aan de dader worden toegerekend, indien zij te wijten is aan zijn schuld of aan een oorzaak welke krachtens de wet of de in het verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening komt’. Alleen als de onrechtmatige daad aan de pleger kan worden toegerekend, is deze aansprakelijk voor de geleden schade. Het artikellid spreekt hier van schuld in de vorm van verwijtbaarheid.
Het hierboven genoemde lid 1 geeft ons nog een tweetal criteria: er moet tevens sprake zijn van schade en van causaal verband tussen schade en de onrechtmatige gedraging. Als laatste geeft artikel 6:163 Bw ons nog te kennen dat er ook sprake moet zijn van relativiteit. Dit laatste betekent dat er een verband moet bestaan tussen de belangen van degene die schade lijdt en de geschonden norm. De norm (bijvoorbeeld een wet of regel) behartigt een bepaald belang en wanneer dit belang niet overeenkomt met het belang van het slachtoffer, dan is de dader niet aansprakelijk.