Werknemersverzekeringen in Nederland
Nederland kent verschillende wetten die samen het stelsel van sociale zekerheid vormen. Deze kunnen worden onderscheiden in werknemersverzekeringen, volksverzekeringen en sociale voorzieningen. Dit artikel legt uit welke werknemersverzekeringen er zijn en hoe deze werken.
Werknemersverzekeringen
Werknemers, dit zijn mensen die in loondienst zijn bij een werkgever, zijn dankzij een aantal wetten automatisch verzekerd voor een aantal situaties. Als een werknemer zijn baan verliest door lichamelijke beperkingen en hierdoor niet of nog maar gedeeltelijk kan werken, heeft hij toch inkomsten. Je bent werknemer als je in loondienst werkt bij een werkgever. Je hebt dan een arbeidsovereenkomst. De premie die de werknemer betaald wordt ingehouden op zijn of haar brutoloon, dit noemt men het werknemersaandeel. Ook moet de werkgever een premie betalen voor zijn werknemer. Dit noemt men het werkgeversdeel.
De Ziektewet (ZW) en de Wet loondoorbetaling bij ziekte (WULBZ)
Als een werknemer een keertje ziek wordt, hoeft hij niet te vrezen voor zijn baan en inkomen. Want voor werknemers is inkomen bij ziekte wettelijk geregeld door de ziektewet. Je werkgever betaald dan gewoon je loon door of je hebt recht op een Ziektewetuitkering. Alle nemers zijn daarom ook verzekerd voor de Ziektewet. Gek genoeg geeft deze wet maar in een beperkt aantal situaties recht op een uitkering.
De Ziektewet is er alleen nog maar voor werknemers die geen werkgever hebben om het loon door te betalen. Dit kunnen bijvoorbeeld werklozen, uitzendkrachten en werknemers van wie het contract afloopt in tijde van ziekte. Voor uitzonderlijke gevallen zoals zwangerschapsverlof bij vrouwen, hebben ook zij recht op een uitkering. De werkgever moet wel gewoon het loon door betalen maar hij mag hier de Ziektewetuitkering van aftrekken. Meestal gaat het recht op loondoorbetaling voor op de Ziektewetuitkering. Normaal gesproken betaalt jouw werkgever dus gewoon je salaris (gedeeltelijk) door. Hij zal dit doen zolang je ziek bent. Pas als je langer dan 104 weken (dat is dus 2 jaar) constant ziek bent zal je in een andere wet terecht komen.
De Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA)
De WIA vervangt sinds 29 december 2005 de oude WAO. De WIA is een verzekering voor werknemers die door ziekte lange tijd niet of niet genoeg kunnen werken. Hierdoor lopen zij hun inkomen mis en kan je een beroep op de WIA doen. De WIA komt in beeld als je langer dan 104 weken ziek bent geweest. De eerste twee jaar is je werkgever verplicht je loon door te betalen of je krijgt een Ziektewetuitkering. Na twee jaar zal de WIA een deel van het inkomen dat je mist door ziekte of handicap vervangen. Je krijgt pas een WIA-uitkering als je minstens 35% minder loon verdient dan in een vorige situatie. Kun je met algemeen geaccepteerd (dus dit kan ook ander werk zijn dan je oude werk!) meer dan 65% van je oude inkomen verdienen, dan heb je geen recht op een WIA-uitkering. Je blijft dan gewoon in dienst van je werkgever of je krijgt een Werkloosheidswet-uitkering.
In de WIA staan twee soorten uitkeringen;
- Uitkering voor mensen die helemaal niet meer kunnen werken
- Uitkering voor mensen die nog gedeeltelijk kunnen werken
De uitkering voor mensen die helemaal niet meer kunnen werken is bedoeld voor volledig gehandicapten of IVA-uitkeringen en uitkeringen voor mensen die meteen of op termijn nog gedeeltelijk kunnen werken. Dit noemt men ook wel de werkhervattingsregeling gedeeltelijk arbeidsongeschikten of WGA-uitkeringen. De WIA geldt niet voor mensen die op 29 december 2005 al een WAO-uitkering hadden. Zij blijven dus gewoon in de WAO!
De Werkloosheidswet
Voor mensen die geen werk hebben, bestaat de Werkloosheidswet. Deze Werkloosheidswet is beter bekend als de "WW". De WW regelt dat werklozen onder bepaalde voorwaarden een uitkering krijgen. Deze uitkering noemt men een WW-uitkering. Een voor de hand liggende voorwaarde is dat je werkloos bent. Dit is natuurlijk logisch. Voordat je werkloos bent moet je werknemer zijn geweest. In de wet wordt omschreven wanneer je voor de Werkloosheidswet onder werknemer valt. Een ander belangrijk punt is hoelang je werknemer bent geweest. Dat moet een aantal minimale weken en jaren zijn. Verder moet je ook beschikbaar zijn om te werken. Tot slot is de reden waarom je werkloos bent geworden van groot belang.
Je krijgt geen Werkloosheidswet-uitkering als je verwijtbaar werkloos bent. Dit betekent dat je niet in aanmerking komt voor een WW uitkering als je zelf ontslag hebt genomen omdat je je werk niet meer leuk vond. Ook als je door de werkgever zelf bent ontslagen omdat je je werk niet goed deed heb je geen recht op een WW uitkering. Over dit laatste zijn al menig rechtszaken gevoerd.
Mensen die aan alle voorwaarden voldoen krijgen een WW-uitkering. De hoogste van deze uitkering is geheel afhankelijk van de persoonlijke situatie. Zoals eerder gezegd is het aan gewerkte jaren van cruciaal belang. Verder is ook de hoogte van het laatst verdiende salaris van belang. Soms raken mensen "slechts" gedeeltelijk werkloos, deze mensen krijgen dan ook maar een gedeeltelijke WW-uitkering. De WW is een individuele uitkering, dit betekent dat er dus geen rekening wordt gehouden met een eventueel tweede inkomen van een partner.