nieuws uitgelichtAanraken van de smartphone tijdens het autorijden strafbaar
Op 24 juli 2017 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland bepaald dat - na eerder het inklemmen van de smartphone tussen hoofd en schouder, het vastmaken aan de pols en het plaatsen van de mobiel tussen oor en hoofddoek al te verbieden - het aanraken van een smartphone in een houder onder de reikwijdte van het begrip 'vasthouden van een telefoon' valt. De bestuurder van de auto brengt mogelijk de verkeersveiligheid in gevaar, hetgeen door de Nederlandse wetgever strafbaar is gesteld in artikel 61a het Reglement Verkeersregels en Verkeersteken.
Inhoudsopgave
Regelgeving vasthouden smartphone tijdens autorijden
Sinds 1990 stelt
artikel 61a van het Reglement Verkeersregels en Ve (afgekort: RVV) dat: 'het degene die een motorvoertuig, bromfiets, snorfiets of gehandicaptenvoertuig dat is uitgerust met een motor bestuurt verboden is tijdens het rijden een mobiele telefoon vast te houden'. Uit
de uitspraak van de kantonrechter van de Rechtbank blijkt echter dat het 'vasthouden van een mobiele telefoon' ruim moet worden opgevat. Ook het inklemmen van een mobiele telefoon tussen bijvoorbeeld hoofd en schouder, het vastmaken van de telefoon aan de pols en het positioneren tussen oor en hoofddoek vallen hieronder te scharen.
Casus
De bestuurder van de auto viel op 7 december 2016 in Sneek (Stadsrondweg-Zuid) op bij agenten, omdat deze bezig was met het aanraken van zijn smartphone. De man reed voorbij aan de politiewagen, terwijl hij zijn mobiele telefoon bediende - welke vast zat in de houder aan de linkerkant van het stuur - en viel daardoor op bij de agenten. Voor het aanraken van de smartphone kreeg de bestuurder een boete van 239 euro, waar hij vervolgens bij de kantonrechter tegen in beroep is gegaan.
Rechtszaak
Bestuurder
De bestuurder betoogt voor de kantonrechter dat hij zijn smartphone niet vastgehouden of zelfs aangeraakt heeft en dat hij zijn smartphone altijd aan de linkerkant van het stuur heeft in de houder. Daarnaast vertelt de bestuurder aan de rechter dat hij daarbij zijn arm op het linkerraamstijl laat rusten, omdat dit comfortabel is tijdens het rijden. Daardoor is mogelijk de schijn gewekt bij de agenten dat hij bezig zou zijn geweest met het vasthouden of aanraken van zijn mobiele telefoon, terwijl dit in werkelijkheid niet het geval was. Als laatste verweer tegen de boete van 239 euro stelt de bestuurder dat hij zes gemiste oproepen had, hetgeen hij ook aan de agenten heeft laten zien. Deze zes gemiste oproepen zou hij niet hebben gehad indien hij daadwerkelijk zijn smartphone tijdens het rijden zou hebben gebruikt.
Officier van justitie
De officier van justitie was een andere mening toegedaan en stelde dat de bestuurder zichtbaar bezig was met zijn smartphone en daarbij constant keek naar het telefoonscherm tijdens het rijden. Dit alles werd opgemerkt door de agenten vanuit de opvallende politiewagen. Gezien de brede strekking van het begrip 'vasthouden van een mobiele telefoon' was de officier van justitie van mening dat het handelen van de bestuurder ook onder het verbod zou moeten vallen.
Rechter: aanraken strafbaar
De kantonrechter gaat niet mee met het verhaal van de bestuurder en stelt dat niet valt uit te sluiten dat de bestuurder ten tijde van de overtreding bezig was met andere zaken, zoals het beantwoorden van berichten dan wel het volgen van sociale media. Hierdoor zou de bestuurder te veel worden afgeleid en de verkeersveiligheid mogelijk in gevaar brengen. De kantonrechter volgt hiermee het oordeel van de officier van justitie dat handelen van de bestuurder onder de reikwijdte van het verbod valt en handhaaft de boete van 239 euro.
Conclusie - bedienen mobiele telefoon
Aan het tijdperk waarin het vanzelfsprekend was om tijdens het rijden de mobiele telefoon met de hand te mogen bedienen - wanneer deze in een houder is geplaatst - lijkt anno 2017 een einde te komen. De Nederlandse rechter heeft in de afgelopen jaren steeds meer handelingen geschaard onder het begrip 'vasthouden van een mobiele telefoon'. Met deze laatste uitspraak wordt daarnaast de taalkundige uitleg van het begrip 'vasthouden' verlaten.
De toekomst?
Grote vraag in deze is dan ook of straks het bedienen van een navigatiesystemen, radio of airco strafbaar zal worden. Immers, deze zaken kunnen eveneens een afleiding voor het wegverkeer vormen en daarmee de verkeersveiligheid in gevaar brengen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het Openbaar ministerie (ondanks dat zij in het gelijk zijn gesteld!) in hoger beroep gaat tegen de uitspraak van de kantonrechter om meer duidelijkheid te verkrijgen.