De Sollicitatieplicht in Nederland
Gezien het feit dat de werkloosheid de komende jaren fors zal gaan stijgen, gaan steeds meer mensen zich verdiepen in zaken die bij een eventuele werkloosheid komen kijken. Daarbij hoort ook de sollicitatieplicht. Dit onderdeel is van essentieel belang om opnieuw aan werk te komen, maar nog belangrijker: om in aanmerking te blijven komen voor een WW-uitkering.De sollicitatieplicht
De verplichting van de werknemer om te voorkomen dat hij werkloos blijft, houdt in dat hij zich in voldoende mate moet inspannen om passende arbeid te verkrijgen. Dit betekent dat de werknemer regelmatig moet solliciteren. Bij beoordeling of de werknemer aan deze verplichting voldoet is het ‘Besluit Sollicitatieplicht werknemers WW 2009’ van belang. In dat besluit blijkt dat deze activiteiten kunnen variëren van het sturen van een open of een gerichte sollicitatiebrief tot de inschrijving bij een uitzendbureau, het afleggen van een sollicitatiebezoek of het voeren van een sollicitatiegesprek. Ook andere activiteiten kunnen onder deze noemer worden gebracht, zoals het ingaan op een verwijzing van een uitzendbureau naar mogelijk werk bij een nog anonieme werkgever, het volgen van een opleiding, een workshop volgen of het gaan verrichten van vrijwilligerswerk. Veel is mogelijk zolang de verrichte activiteit maar concreet en verifieerbaar is. In het ‘Besluit Sollicitatieplicht’ is expliciet bepaald dat, als het UWV de werknemer verwijst naar beschikbaar, passend werk bij een werkgever, van de werknemer wordt verwacht dat hij daarop afgaat. Gebeurt dat niet zonder een gegronde reden, dan wordt dat gekwalificeerd als schending van de sollicitatieplicht.Voldoende inspanningen
Van de werknemer wordt verder verwacht dat hij voldoende sollicitatie activiteiten verricht. Wat voldoende is hangt af van de individuele omstandigheden. Behalve de mogelijkheden en eventuele beperkingen van de werknemer en de normen die in de ‘Richtlijn passende arbeid 2008’ zijn vastgelegd, spelen hierbij ook de situatie op de regionale arbeidsmarkt en het aantal beschikbare vacatures een rol. In het licht van deze omstandigheden bepaalt het UWV in samenspraak met de betrokkene welke activiteiten van hem kunnen worden verlangd. De afspraken die hierover worden gemaakt, worden vastgelegd in de re-integratievisie. Zij blijven gelden totdat er andere afspraken worden gemaakt. Wordt het aantal keren dat er moet worden gesolliciteerd bij het maken van deze afspraken niet geconcretiseerd, dan geldt als uitgangspunt dat de betrokkene gemiddeld één keer per week moet solliciteren.De inhoud van de gemaakte afspraken geldt als maatstaf bij de beoordeling of de werknemer aan zijn sollicitatieplicht heeft voldaan. Constateert het UWV een tekortkoming op dit punt dan kan een maatregel worden opgelegd wegens schending van de verplichting om in voldoende mate te trachten passende arbeid te verkrijgen. Vereist is dan wel dat de werknemer van de geconstateerde tekortkoming een verwijt kan worden gemaakt. Ook moet de in de re-integratievisie omschreven verplichting, helder, inzichtelijk, ondubbelzinnig en voldoende bepaald zijn. Hetgeen van de betrokkene wordt verlangd moet met andere woorden voldoende geconcretiseerd zijn. Wordt hieraan niet voldaan, dan biedt de re-integratievisie onvoldoende grondslag om een maatregel op te leggen.