Het onrecht dat wachtgeld heet?
Politici uit de tweede kamer, maar bijvoorbeeld ook wethouders en raadsleden hebben recht op wachtgeld op het moment dat hun positie komt te vervallen. De reguliere werknemers hebben onder voorwaarden recht op een WW uitkering, maar die krijgen ze niet op het moment dat zij hun baan zelf opzeggen.
Politici hebben een goed salaris. Kamerleden ontvangen ongeveer €7.000 bruto per maand. Ministers zitten nog iets beter en ontvangen op jaarbasis ongeveer €140.000. Het is een groot bedrag, maar in het bedrijfsleven blijken ze naar eigen zeggen nog beter te kunnen verdienen. Naast een goed salaris is een positie als minister ook een nuttige aanvulling op hun cv.
Op het moment dat wethouders, burgermeesters of bijvoorbeeld kamerleden, hun baan verliezen kunnen ze een beroep doen op de wachtgeldregeling. Hierbij maakt het niet uit hoe lang ze gewerkt hebben en hoe hun arbeidsverleden eruit zien (zoals bij de ww uitkering wel een rol speelt). De regeling is de afgelopen jaren wel iets versoberd. Indien ze aftreden binnen drie maanden na aanstelling, krijgen ze maximaal zes maanden wachtgeld.
Hoeveel wachtgeld krijgen politici
Het eerste jaar ontvangen ze 80 procent van het salaris, en de resterende jaren 70 procent. De politici die een andere baan aanvaarden hebben recht op aanvulling uit de wachtgeldregeling. De werknemers in het bedrijfsleven hebben ook recht op 70 procent van het laatstverdiende loon, maar werknemers met hogere inkomens ontvangen niet meer dan het maximale dagloon. Bij het verstrekken van wachtgeld maakt het niet uit of ze zelf ontslag hebben genomen of dat hun de wacht is aangezegd.
Onredelijke situaties
De regeling op zich is al onredelijk, maar er kunnen zich ook nog situaties voordoen waardoor de regeling dermate krom is, dat het eigenlijk strafbaar zou moeten zijn. Politici hebben recht op maximaal zes jaar wachtgeld. In het verleden zijn er gevallen bekend van politici die zeer kort (enkele dagen) als kamerlid waren aangesteld, en recht hadden op jaren wachtgeld. Dit is niet meer het geval, maar onredelijkheden komen nog steeds voor.
Een wethouder van Den Haag wordt Burgermeester in Delft. Deze overstap hield wel in dat hij minder zou gaan verdienen. Hij ontvangt nu wachtgeld om het verschil aan te vullen. Een “normale” werknemer heeft geen recht op compensatie bij het overstappen naar een baan met minder inkomen. De man heeft er zelf voor gekozen om een andere baan te aanvaarden.
Een Nederlandse gemeente heeft onlangs besloten om te besparen op de kosten. De huidige wethouders zouden deeltijd gaan werken en er werd een parttime wethouder extra aangenomen. Echter, de wethouders die minder zijn gaan werken worden de komende jaren nog wel aangevuld door de wachttijdregeling. Dit is dus een besparing die de eerste jaren meerdere tonnen kost.
Onnodige kosten voor de samenleving of een noodzakelijk recht
In de media ontstaat er steeds meer aandacht voor het wachtgeld. Normale werknemers krijgen te maken met een versobering van de regelingen, en de verschillen met de politici worden steeds groter. De politici zullen wel eerder in een de positie komen dat hun baan is komen te vervallen. Ze kunnen bijvoorbeeld niet herkozen worden. Ze hebben over het algemeen niet de mogelijkheid om in hun huidige baan te blijven tot hun pensioen. Een verdere versobering van de wachtgeldregeling lijkt echter onvermijdelijk.
Zie ook:
Hoeveel wachtgeld krijgen politici?