Risicokapitaal en externe financiering: de voor- en nadelen
Als een onderneming geld nodig heeft voor nieuwe investeringen, dan bestaan er verschillende manieren om het benodigde kapitaal bijeen te krijgen. Zo beschikken sommige ondernemingen over een vrije reserve, kan soms aanspraak gemaakt worden op subsidies of wordt geld opgehaald via crowdfunding. De meest gebruikelijke vormen van bedrijfsfinanciering blijven echter de inbreng van risicokapitaal en het aantrekken van externe financiering. Vanuit het perspectief van de ondernemer kunnen beide vormen van financiering voor- en nadelen hebben.
Risicokapitaal
Risicokapitaal (of: risicodragend kapitaal) is het vermogen dat door investeerders wordt ingebracht in ruil voor uitgifte van nieuwe aandelen. Door de levering van de aandelen worden deze investeerders mede-eigenaar van de onderneming. Zij kunnen hun investering terugverdienen als de onderneming winst maakt en deze winst uitkeert als dividend. Ook kunnen zij winst maken door hun aandelen later te verkopen tegen een hogere prijs.
Anderzijds lopen de investeerders het risico dat zij hun volledige investering verliezen als de onderneming failliet gaat. Vandaar de benaming risicokapitaal.
Voordelen
Het grootste voordeel van risicodragend kapitaal is dat er geen terugbetalingsverplichting ontstaat. Daardoor neemt de liquiditeit van de onderneming niet af. Het geld dat anders zou moeten worden afgelost aan een lening kan besteed worden aan andere dingen.
Nadelen
Zeggenschap
Aan aandelen zijn zeggenschaprechten verbonden. Zo hebben aandeelhouders het recht om de algemene vergadering bij te wonen en daarin te stemmen. Er zijn ook andere constructies mogelijk waarbij de zeggenschap wordt geminimaliseerd (zoals bij uitgifte van certificaten van aandelen), maar over het algemeen wil een investeerder wel iets te zeggen hebben. Natuurlijk hoeft dit geen probleem te zijn als de aandeelhouders op een lijn zitten, maar als een aandeelhouder dwars gaat liggen kan dit besluitvorming binnen de onderneming ernstig vertragen.
Verwatering
Door de uitgifte van nieuwe aandelen zullen de andere aandeelhouders relatief gezien een kleiner belang overhouden. Dat zal betekenen dat de andere aandeelhouders minder te zeggen hebben en meestal ook minder dividend krijgen uitgekeerd.
Voorbeeld: Jan en Kees hebben samen een onderneming opgezet en houden ieder 50% van de aandelen. In jaar 1 bedraagt de winst 50.000 euro die als dividend wordt uitgekeerd. Jan en Kees ontvangen ieder (50.000 * 50% =) 25.000 euro aan dividend.
In jaar 2 investeert Piet 200.000 euro tegen uitgifte van nieuwe aandelen. Piet krijgt een belang van 1/3e. Het aandelenbezit van Jan en Kees valt terug tot 1/3e per persoon.
De winst in jaar 2 bedraagt 60.000 euro. Jan, Kees en Piet ontvangen ieder (60.000 * 1/3e =) 20.000 euro aan dividend. Jan en Kees ontvangen dus vergeleken met jaar 1 minder dividend, terwijl de winst hoger is.
Geen duidelijk einde
Risicokapitaal wordt in principe geïnvesteerd voor onbepaalde tijd. Dat betekent dus ook dat als de samenwerking niet goed verloopt, je toch met elkaar verder moet. Dat kan soms tot vervelende situaties leiden. Het is daarom goed als de aandeelhouders onderlinge afspraken maken over de wijze waarop conflicten worden beslecht. Deze afspraken kunnen worden vastgelegd in een aandeelhoudersovereenkomst.
Externe financiering
Met externe financiering wordt een lening bedoeld. Externe financiering staat op de
balans van de vennootschap als ‘vreemd vermogen’. Het is vermogen dat uiteindelijk moet worden terugbetaald aan de leninggever, bijvoorbeeld een bank. Meestal wordt afgesproken dat de lening in termijnen moet worden terugbetaald, maar het komt ook voor dat de lening op enig moment in de toekomst ineens geheel opeisbaar is.
Voordelen
- Bij externe financiering hoeven er geen nieuwe aandelen te worden uitgegeven. Dat betekent dat de aandeelhouders niet verwateren en dat de leninggever in beginsel geen zeggenschap heeft. Toch stellen banken vaak extra eisen bij het verstrekken van financiering, bijvoorbeeld dat uitgaven boven een bepaald bedrag moeten worden goedgekeurd door de bank.
- Een externe financiering kent een duidelijk einde. De relatie met de leninggever eindigt op het moment dat de lening plus rente en kosten volledig is afbetaald.
- Externe financiering is doorgaans goedkoper, omdat de leninggever geen aanspraak heeft op dividend.
Nadelen
- Externe financiering zorgt ervoor dat de vaste lasten van de onderneming stijgen. Niet alleen moet de lening worden terugbetaald, maar ook rente en afsluitprovisies. Als de onderneming in betalingsproblemen komt kan dit tot vervelende situaties leiden, soms zelfs tot een faillissement.
- Daarnaast vereisen banken vaak extra zekerheden. Zo verlangt een bank meestal een persoonlijke borgstelling van een bestuurder of pandrechten op voorraden of vorderingen. Als de onderneming de lening niet meer kan terugbetalen, dan moet de bestuurder uit eigen zak het tekort aanvullen of heeft de bank het recht om de pandrechten uit te winnen. De deurwaarder verkoopt in dat geval de verpande goederen op een veiling. Voor de onderneming is dat natuurlijk uiterst vervelend, aangezien die goederen benodigd zijn voor de bedrijfsvoering. Uitwinning van pandrechten leidt meestal tot faillissement.
- Het is niet mogelijk om oneindig externe financiering aan te trekken zonder daar eigen vermogen tegenover te zetten. Bij het verstrekken van nieuwe leningen kijken kredietgevers onder andere naar de solvabiliteit. Solvabiliteit wordt berekend door het vreemd vermogen op de balans te delen door het totaal vermogen. Hoe hoger de solvabiliteit hoe beter, maar men neemt aan dat een gezonde ratio tussen de 0,25 en 0,4 ligt.
Voorbeeld: Een BV heeft een totaal vermogen van 750.000 euro. Daarvan is 500.000 euro vreemd vermogen. Voor een nieuwe investering trekt de BV een lening aan van 250.000 euro. Het totale vermogen groeit daarmee naar 1 miljoen euro. Daarvan is 250.000 euro eigen vermogen en 750.000 euro vreemd vermogen. De solvabiliteit is 250.000 / 1.000.000 = 0,25. Die solvabiliteit zit tegen de ondergrens aan. Het zal in dat geval moeilijk zijn om nieuw extern vermogen aan te trekken, mocht dat nodig zijn.
Stel dat er een investeerder wordt gevonden die voor 500.000 euro stort en daarvoor aandelen krijgt. Het totale vermogen van de onderneming stijgt naar 1,5 miljoen. Omdat risicokapitaal als eigen vermogen op de balans wordt gezet, stijgt het eigen vermogen naar 750.000 euro. De solvabiliteit is in dat geval 750.000 / 1,5 miljoen euro = 0,5. Dat is een gezonde ratio.
Hybride vormen
Er zijn ook financieringsvormen die kenmerken vertonen van zowel risicokapitaal als externe financiering. Deze vormen worden hybride vormen genoemd.
De achtergestelde lening
Dit is een lening die meestal verstrekt wordt door een aandeelhouder en wordt achtergesteld op andere leningen. Achtergesteld betekent dat in geval van faillissement de lening pas wordt terugbetaald als alle andere schuldeisers volledig voldaan zijn. In de praktijk betekent dit meestal dat voor de achtergestelde leninggever niets overblijft. Daarom is de achtergestelde lening extern vermogen, maar vertoont tegelijk kenmerken van risicokapitaal.
De converteerbare lening
Bij een converteerbare lening verstrekt de geldschieter in eerste instantie een gewone lening. Over deze lening moet ook rente betaald worden. Onder bepaalde voorwaarden heeft de leninggever het recht om zijn lening om te zetten in aandelen. Dit wordt ook wel
debt-for-equity swap genoemd. De converteerbare lening heeft voor de leninggever het voordeel dat hij aandeelhouder kan worden als de onderneming goed begint te lopen. Blijkt het echter geen succes, dan kan de leninggever de lening terugvorderen.
Conclusie
Risicokapitaal en externe financiering hebben vanuit het perspectief van de ondernemer voordelen en nadelen. Welke financieringsvorm in een specifiek geval passend is, hangt af van de omstandigheden van het geval. Een ondernemer doet er goed aan om zich hierover te laten adviseren door een specialist op het gebied van bedrijfsfinancieringen.