Vetput legen en reinigen
Ter bescherming van het gemeentelijke riool, bodem en oppervlaktewater is het noodzakelijk dat het water van bepaalde bedrijven over een vetput ofwel vetafscheider wordt geleid voordat het wordt geloosd. Op deze manier krijgen milieuschadelijke stoffen de kans om te bezinken of in de afscheider achter te blijven, waardoor het water dat geloosd wordt schoon is. Maar hoe werkt een vetput? En hoe vaak moet deze worden onderhouden en worden schoongemaakt?
Wat is een vetput?
Een vetput scheidt het vet van het water, wat de naam vetafscheider verklaart. De werking berust op het principe dat vet op water blijft drijven. Dit komt doordat vet lichter is dan water.
Over het algemeen is een vetput voorzien van meerdere compartimenten: bijvoorbeeld één voor het bezinken van de zwaardere slibdelen en één waar het vet kan opdrijven. Op het einde komt het schone water onderin te zitten waar het via een doorgang naar het gemeentelijke riool kan stromen. Het vet dat achterblijft stroomt dus niet mee het riool in en kan daar geen verstoppingen veroorzaken. Vet blijft namelijk achter in het riool en hecht zich aan de wanden, waardoor op den duur het riool verstopt kan raken.
Waar zijn vetputten noodzakelijk?
Voorbeelden van plaatsen waar je vetafscheiders kunt aantreffen zijn slagerijen, restaurants, grote kantines, bakkerijen en andere levensmiddelenfabrikanten. Het vet kan zowel dierlijk of plantaardig zijn. Vetputten worden gebruikt op plaatsen waar het water een aanzienlijk vetgehalte bevat. Hoe hoog dit vetgehalte mag zijn is geregeld in de wetgeving. Welke wetgeving van toepassing is, is weer afhankelijk van de situatie. Er zijn bedrijven die te maken hebben met de algemene regels uit het Barim en er zijn bedrijven die te maken hebben met een eigen milieuvergunning of WVO-vergunning. Welk type vetput en welke grootte het meest geschikt is voor de bedrijfsvoering kan door leveranciers van de afscheiders worden vastgesteld.
Waaraan moet een vetput voldoen?
De dimensionering van vetputten is geregeld in enkele NEN-normen. Grofweg gezegd moet een vetput voldoende groot zijn om de hoeveelheid vethoudend water doeltreffend te kunnen verwerken. Sinds 2006 moeten vetafscheiders voldoen aan de Europese norm NEN-EN 1825-1 en 1825-2. Voor oudere vetafscheiders geldt de NEN 7087.
Hoe vaak onderhoud en reiniging nodig?
Zonder onderhoud en reiniging verliest een vetafscheider al snel zijn werking en zal op den duur vet in het riool verdwijnen. Daarom is het verplicht om onderhouds- en reinigingswerkzaamheden uit te laten voeren. Onderhoud, ledigingen en reinigingen kunnen worden uitgevoerd door gespecialiseerde bedrijven. Met speciaal materieel zuigen ze de vetput als het ware leeg en vullen de put erna weer met schoon water. Dit alles moet zo vaak worden gedaan als voor een goede werking nodig is. Als stelregel wordt vaak genomen dat dit het geval is als de vetlaag circa 16 centimeter dik is óf wanneer de put halfvol zit met vet. Bij sommige bedrijfsprocessen kan het noodzakelijk zijn om bijvoorbeeld eens per maand of eens per kwartaal de afscheider te laten ledigen. Wanneer er niet zoveel vet wordt geloosd wordt toch gezegd dat een vetput minimaal éénmaal per jaar geledigd, gereinigd en weer afgevuld met water moet worden. De frequentie van het onderhoud kan worden verlaagd door simpelweg minder vet te lozen. Een voorbeeld hiervan is dat restaurants eerst met wat papier de borden ontdoen van vet en etensresten voordat de borden in de vaatwasser worden geplaatst.
Lees verder