Het inkomensverlies bij arbeidsongeschiktheid van ZZP'ers
Tijdens de economische crisis zijn er veel ZZP'ers bijgekomen. Mensen die hun vaste baan verloren werden simpelweg ondernemer en wisten niet wat de gevolgen zijn bij arbeidsongeschiktheid. Het risico bij arbeidsongeschiktheid leidt tot groot inkomensverlies omdat er geen opvangregeling is zoals bij werknemers. De relatief hoge premie voor een verzekering is voor de groep met een laag inkomen niet te betalen. Hoe kan de ondernemer bij langdurige arbeidsongeschiktheid zorgen dat het inkomensverlies beperkt blijft?
Hou een deeltijdbaan aan bij een laag ondernemersinkomen
ZZP’ers kunnen een parttime dienstverband aanhouden naast hun onderneming. Daardoor behouden zij nog beperkt aanspraak op WIA-regelingen.
Tot 2016 is de groei van ZZP’ers sterk geweest en kwam deze vooral van hoogopgeleiden. Bij het aantrekken van de economie keren hoger opgeleiden terug naar vaste banen terwijl ZZP’ers met een lagere of middelbare opleiding blijven werken als zelfstandigen. De lager opgeleiden zijn voornamelijk te vinden in de bouw terwijl de middelbaar opgeleiden vaker te vinden zijn in de zakelijke en overige dienstverlening. Het uurtarief van deze groep ZZP'ers is lager dan van de hoger opgeleiden. Met een gemiddeld inkomen dat ligt rond 25.000 euro per jaar kunnen deze ondernemers de premie voor de arbeidsongeschiktheidsverzekering moeilijk opbrengen. Een deeltijdbaan zorgt hier voor een deel-oplossing omdat bij arbeidsongeschiktheid voor dat deel van het inkomen in ieder geval een beroep kan worden gedaan op de loondoorbetaling bij ziekte en de WIA-regeling.
Dit is slechts een doekje voor het bloeden want het weggevallen ondernemersinkomen wordt hiermee bij lange na niet opgevangen.
Vorm een financiële buffer
Financiële buffers kunnen bestaan uit spaargelden en bezittingen die gemakkelijk te gelde gemaakt kunnen worden. Denk bijvoorbeeld aan de lijfsieraden en de dure verzamelingen maar ook eventueel een boot, caravan of een dure auto.
Mensen met een eigen woning kunnen een vermogen hebben opgebouwd door waardestijging van hun woning en/of aflossingen van hun hypotheekschuld. Dat vermogen kan door een hypotheekverhoging ook te gelde gemaakt worden maar dat is niet eenvoudig op het moment dat u al ondernemer bent. Met een vaste dienstbetrekking kunt u de hypotheek nog verhogen en dat geld als een buffer aanhouden voor moeilijke tijden.
Breng een duidelijke scheiding aan in het vermogen tussen u en uw partner
ZZP’ers zijn met hun gehele vermogen aansprakelijk voor de schulden van hun onderneming. Spaargelden en bezittingen blijven daarom niet geheel buiten schot als er bij arbeidsongeschiktheid betalingsachterstanden ontstaan en/of oplopen. Veilig is het vermogen pas als het niet op naam is van de ondernemer zelf. Is er een partner, zorg dan voor een duidelijke scheiding van het vermogen dat op naam van de partner komt te staan. Dat kan door een notariële akte van boedelscheiding te laten opstellen en het huwelijk om te zetten naar een huwelijk op huwelijkse voorwaarden. Laat u hierbij goed adviseren door een notaris.
Zorg voor een partner met een inkomen
Natuurlijk is dit advies niet voor iedereen. De meeste ondernemers die echter arbeidsongeschikt raken kunnen terugvallen op een partner met een vast inkomen en daarmee is dit een heel belangrijke vangnet geworden. Hou ook hier rekening met het scheiden van vermogen tussen de partners.
Wat is arbeidsongeschiktheid precies?
De mate van arbeidsongeschiktheid wordt bepaald aan de hand van de verdiencapaciteit die iemand nog beschikbaar heeft. Verdient iemand vóór de arbeidsongeschiktheid bijvoorbeeld 20.000 per jaar en resteert er daarna nog maar een verdiencapaciteit van 10.000 dan is hij voor 50% arbeidsongeschikt. Zou dezelfde persoon 50.000 hebben verdient i.p.v. 20.000 dan had hij een arbeidsongeschiktheidspercentage van 80%. Dat percentage heeft dus niet direct te maken met de fysiek uitgevallen functies. Iemand met een laag inkomen valt niet zo gauw in een hoog arbeidsongeschiktheidspercentage.
Hoe u de premies voor arbeidsongeschiktheidsverzekering kan verlagen
Vanwege de relatief hoge premies zijn veel ondernemers niet verzekerd tegen arbeidsongeschiktheid. Een premie voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering wordt o.a. vastgesteld aan de hand van de leeftijd van de aanvrager, de hoogte van de te verzekeren uitkering, de duur en de wachttijd van de uitkering en de risico's van het beroep. Een dakbedekker loopt een groter risico dan een boekhouder bijvoorbeeld. Heeft u bestaande kwalen of gebreken dan kan de verzekeraar bepaalde risico's uitsluiten van dekking of toeslagen op de premie leggen. Zij kunnen u zelfs weigeren!
Wachttijd
Kies een lange wachttijd als u voldoende financiële buffer heeft. De wachttijd kan vanaf 30 dagen oplopen tot twee jaar. Hoe langer de wachttijd is hoe lager de premie. De uitkering gaat pas in na de gekozen wachttijd.
Uitkeringsduur
Bij arbeidsongeschiktheid weet u natuurlijk niet hoelang het kan duren. Het is echter niet nodig dat de uitkering voortduurt tot uw pensioendatum. Vaak is het voldoende als er genoeg tijd is voor een omscholing naar een ander beroep. Daarom kan de uitkeringsduur beperkt worden waardoor de premie binnen de perken blijft. Kies een uitkeringsduur die past binnen het budget dat u hiervoor beschikbaar heeft. De leeftijd op einddatum van de uitkeringsperiode speelt hier ook een rol. Naarmate u ouder bent is de premie hoger.
Uitkeringsgrens
De uitkeringsgrens bepaalt vanaf welk arbeidsongeschiktheidspercentage een uitkering wordt gedaan. Hoe lager het percentage hoe hoger de premie. Wilt u de premie betaalbaar houden dan is het verstandig om te kiezen voor een hoge uitkeringsgrens. Aan de andere kant is het uit oogpunt van risicomijding goed om de grens niet te hoog te houden want dan wordt er bijna nooit iets uitgekeerd. Een gulden middenweg is hier een grens van 55% aan te houden.
Premies voor de arbeidsongeschiktheidspremies zijn aftrekbaar voor de belastingen en de uitkering is dan weer wel belast.
Kort samengevat dienen ZZP'ers zelf te zorgen voor het opvangen van inkomensverlies door een arbeidsongeschiktheidsverzekering af te sluiten en daarnaast moeten ze ook zorgen voor het beschikbaar hebben van een buffer en een alternatieve bron van inkomen.