Opkopen en verkopen van restpartijen
Er kan veel geld worden verdiend met de handel in restpartijen. Er zijn partijen die zich helemaal hebben gespecialiseerd in de opkoop en doorverkoop daarvan. Voor supermarkten en winkels is het vaak niet voordelig om de goederen in de opslag te houden, omdat dat met hoge kosten gepaard gaat. Voor kopers van de restpartijen is het juist wel aantrekkelijk, omdat er vaak nog veel winst te maken is met de goederen. Ook leent het zich uitstekend voor acties om mensen naar de winkel te trekken.
Er is een levendige handel in restpartijen. Dit zijn partijen goederen die na een verkoop over zijn. Deze handel is sinds de uitbraak van de Kredietcrisis alleen maar toegenomen. Daar zijn verschillende redenen voor. Allereerst zijn er na de uitbraak van de crisis veel bedrijven failliet gegaan. Goederen die op dat moment nog niet verkocht zijn worden door de curator verkocht. Er zijn altijd opkopers die op deze manier hun slag proberen te slaan. Een andere reden is dat van sommige producten veel minder is verkocht dan verwacht. De consument houdt de hand op de knip en waar sommige – met name producten in het luxere segment – voorheen vrij snel werden verkocht blijven ze nu vaker met restpartijen zitten. In vergelijking met het begin van de Kredietcrisis zijn supermarkten wel kritischer geworden op de inkoop. Ze kopen liever wat voorzichtiger in om te voorkomen dat er veel geld verloren gaat.
Handel in restpartijen
Voor bedrijven is het vaak aantrekkelijker om de restpartijen door te verkopen dan om ze te bewaren. Dit is omdat de opslag vaak meer kost, zeker wanneer dit voor langere termijn moet gebeuren. Tegelijkertijd is het voor winkeliers en supermarkten weer aantrekkelijk om restpartijen op te kopen. Doordat zij een zeer lage prijs betalen kunnen zij aardig stunten of klanten met extra acties naar de winkel lokken. Uit onderzoek van het supermarktvakblad Levensmiddelenkrant bleek dat 60 procent van de winkelmanagers van zelfstandige supermarkten met enige regelmaat restpartijen opkocht. Ook marktkraamhouders kopen vaak goedkoop restpartijen op. Dat is de enige manier dat zij op de markt goedkope goederen kunnen aanbieden die nog wel van een goede kwaliteit zijn.
Kleding en voedsel
Bij de meeste restpartijen gaat het om kleding. Dat komt omdat kleding een snelle doorlooptijd heeft. Gemiddeld ligt het vier tot vijf maanden in de winkel. Er zijn weinig winkels die de kleding van vorig seizoen durven te verkopen. Door de wisselende modetrends is kleding namelijk als snel verouderd. Verder wordt er veel in voedsel gehandeld. Dit is aantrekkelijk, zeker wanneer het om A-merken gaat. Een nadeel daarbij is dat voedsel vaak maar beperkt houdbaar is. Het moet daarom snel worden doorverkocht. Soms wordt het ook verwerkt in bijvoorbeeld dierenvoer of cosmeticaproducten. Wanneer supermarkten hun restpartijen niet kunnen verkopen gaat het vaak naar de voedselbank.
Opkopen van restpartijen
De restpartijen kunnen op verschillende manieren worden opgekocht. Er zijn partijen die zich hebben gespecialiseerd in de handel in restpartijen. Zij functioneren als tussenhandelaar. Zo is de Groothandel Intro Internationaal uit Veenendaal de grootste tussenhandelaar als het gaat om kinderspeelgoed. De Megadump in Nunspeet is gespecialiseerd in bouwmateriaal zoals laminaat, tegels en bakstenen. Een andere afzetmarkt zijn de vele outletwinkels. Deze zijn vaak te vinden op industrieterreinen. Bekend is Bataviastad in Lelystad. Daar zitten vlak bij elkaar een groot aantal outletwinkels. Daar wordt vaak merkkleding van het jaar daarvoor verkocht. Jaarlijks komen er honderdduizenden mensen naar Batavistad. Een laatste plek om restpartijen op te kopen is via Marktplaats. Ook daar worden regelmatige grote restpartijen aangeboden.