Moord, doodslag of dood door schuld
In de volksmond wordt meestal gesproken over moord. Iemand is vermoord maar zo eenvoudig ligt het voor de politie, de verdachte, de advocaat en de rechter niet. We spreken hier over verschillende feiten, die ieder voor zich weer zwaarder of lichter worden bestraft. Hoe zit dat nu en waarom begrijpen we sommige uitspraken van de rechter niet.Het is nog veel complexer dan U denkt want afgezien van moord ( art 289), doodslag ( art. 287) en dood door schuld ( art 307 ) bestaat er ook nog de eenvoudige mishandeling ( art 300 ), die de dood ten gevolge heeft en de zware mishandeling ( art 302 ) die de dood ten gevolge heeft. Om het wat ingewikkelder te maken bestaan er nog de diefstal door middel van geweld (art.312 ) en de afpersing ( art 317 ) die iemands dood ten gevolge heeft. Inmiddels zijn we al over 7 verschillende omstandigheden aan het praten waaronder iemand de dood kan vinden.
Laten we beginnen bij moord en doodslag. Juist bij die twee artikelen gaat namelijk om het opzettelijk een ander van het leven beroven. Het verschil tussen moord en doodslag is enkel en alleen de voorbedachte rade waarvan bij moord sprake is en bij doodslag niet. De betreffende artikelen luiden als volgt:
Artikel 287 van het wetboek van strafrecht
Hij die opzettelijk een ander van het leven berooft, wordt, als schuldig aan doodslag, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie.Artikel 289 van het wetboek van strafrecht
Hij die opzettelijk en met voorbedachten rade een ander van het leven berooft, wordt, als schuldig aan moord, gestraft met levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste dertig jaren of geldboete van de vijfde categorie.De elementen in de artikelen zijn bepalend
Het element hijDaar waar hij staat, mag ook zij gelezen worden.
Het element opzettelijk
Dit woordje is heel erg belangrijk. De verdachte moet dus de opzet gehad hebben het slachtoffer van zijn leven te beroven. Heel veel hangt in dit kader af van hetgeen de verdachte verklaart bij de politie en later bij de rechtbank en het is bij dergelijke ernstige feiten dus niet verwonderlijk dat de advocaat van een verdachte zijn cliënt opdracht geeft gebruik te maken van zijn zwijgrecht. Het geeft hem de tijd alle bewijsstukken en verklaringen in te zien en hij kan de uiteindelijke verklaring ten gunste van zijn cliënt aanpassen.
We hikken dan gelijk aan tegen het probleem waarmee de rechter zit en waarvoor moet hij een dader nu veroordelen? Enkele voorbeelden uit de praktijk.
Stel dat de verdachte verklaard heeft dat hij ruzie kreeg met een man in een café en dat hij hem een vuistslag in het gezicht geeft, echter zo hard dat de man achterover tuimelt en bij de val zijn schedel splijt. In de volksmond is het slachtoffer in het café vermoord. De verdachte echter verklaart dat hij hem slechts een vuistslag gaf en de man verder amper kende en hem zeker niet van zijn leven wilde beroven. Een tenlastelegging van doodslag is onterecht en wat overblijft is een eenvoudige mishandeling, die iemands dood ten gevolge heeft. U zult begrijpen dat de strafmaat voor dat artikel aanzienlijk lager is en wel eens tot onbegrip leidt bij de burger.
Een ander voorbeeld: De verdachte is een woning binnen gedrongen en heeft de bewoner vastgebonden en de mond dicht getaped. Hij zoekt naar buit in de woning en vertrekt, de bewoner in zijn benarde positie achter latend in de veronderstelling dat hij wel gevonden zal worden. Dat gebeurt niet en de bewoner overlijdt door verstikking. Is er sprake van doodslag of moord ? Nee, ook in dit geval is dat zeker niet het geval want de verdachte had niet de opzet de bewoner van zijn leven te beroven. De bewoner is overleden aan het geweld dat de verdachte toepaste om de diefstal gemakkelijk te maken. Daarop is het artikel 312 van het wetboek van strafrecht van toepassing, immers de diefstal staat daarin centraal. Strafverzwarend is daarin het feit dat het gebruikte geweld iemands dood ten gevolge heeft.
Nog maar een: Een bankovervaller rent het bankgebouw uit en schiet buiten in het wilde weg om paniek te veroorzaken in de hoop niet gepakt te worden. Hij schiet daarbij een voorbijganger dood. Hij verklaart het slachtoffer niet te kennen en hem dus zeker niet van het leven te hebben willen beroven. Is hij schuldig aan moord of doodslag ? Wederom niet en om dezelfde reden, de overval staat centraal, de diefstal dus en de strafverzwarende grond dat iemand daarbij de dood vindt is op hem van toepassing.
Zodra de verdachte verklaart niet de opzet te hebben gehad een ander van het leven te beroven zal hij dus niet voor moord of doodslag veroordeeld worden tenzij uit bewijzen of getuigenverklaringen anders blijkt. De man die de nieuwe vriend van zijn ex-vrouw met een mes dood steekt in diens woning en verder niets steelt, pleegt een doodslag, misschien zelfs een moord.
Het element met voorbedachte rade
Dat is helemaal niet zo eenvoudig te bewijzen en de voorbedachte rade zal door iedere advocaat aangevochten worden en zal dus uit wel heel degelijk bewijs moeten blijken. Wat wordt er eigenlijk mee bedoeld ? De voorbedachte rade blijkt meestal uit het feit dat er een planning aan het strafbare feit vooraf is gegaan. De verdachte heeft het hele feit doordacht, middelen aangeschaft en plannen gemaakt. Hij heeft zelfs een hele tijd gehad om zich misschien nog te bedenken maar heeft dat niet gedaan en het feit bewust gepleegd. Dat zijn duidelijke voorbeelden van het element met voorbedachte rade. Het verschil met doodslag is dat doodslag vaak gebeurt in een opwelling.
Toch werd een man die op het station ruzie kreeg met een ander en deze dood stak, na even snel bij de Hema een mes te zijn gaan stelen, niet veroordeeld voor moord. Voorbedachte rade werd niet bewezen geacht daar de verdachte verklaarde in een opwelling gehandeld te hebben. De rechter was van oordeel dat de dader onvoldoende tijd had om tot bezinning te komen.
Die tijdsfactor staat nergens met zoveel woorden omschreven en zal bij ieder feit afzonderlijk bekeken worden. Hoeveel tijd heb je wel nodig dan, alles hangt af van de omstandigheden en verklaringen.
Uiteraard is de man die zijn vrouw gedurende enige weken dagelijks gif toedient, dat hij in het buitenland heeft aangeschaft, strafbaar voor moord maar zo duidelijk liggen de zaken vaak niet. Er zal een uitgebreid en intensief politieonderzoek aan een dergelijke zaak vooraf gaan om alle feiten boven water te halen. Iemand die een moord op zo’n manier plant zal beslist ook geprobeerd hebben alle hem belastende feiten en omstandigheden op te ruimen.
Ten slotte nog het voorbeeld van de man, die zijn nieuwe waterscooter gaat uitproberen op een plaatselijk meertje. Hij vermaakt zich reuze en gaat als een wildeman te keer maar ziet dan een zwemmer over het hoofd en vaart met hoge snelheid over hem heen. Het slachtoffer overlijdt vrijwel onmiddellijk. U begrijpt het natuurlijk al, er is geen sprake van opzet en daarmee is er dus ook geen sprake van doodslag of moord. Door dat roekeloze gedrag is de man wel te verwijten dat een ander om het leven is gekomen en in dat geval spreekt men van dood door schuld, strafbaar gesteld in
Artikel 307 van het wetboek van strafrecht
1. Hij aan wiens schuld de dood van een ander te wijten is, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.2. Indien de schuld bestaat in roekeloosheid, wordt hij gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.
Uiteraard zal ook bij dit artikel nogal eens bevochten worden of er nu sprake is van verwijtbare schuld of niet en er zijn tal van voorbeelden bekend.
Neem bijvoorbeeld de smokkelaar die 20 illegalen in een container een land probeert binnen te smokkelen maar door een voor hem onverwacht oponthoud blijft de container ergens langer staan dan gepland. De mensen blijken allen te zijn overleden. Is er sprake van verwijtbare schuld?
Een ander berucht voorbeeld is de huisarts die weigert om ’s nachts op visite te komen en volstaat met een telefonisch consult. De patiënt overlijdt die nacht en het blijkt dat de arts het verkeerd heeft ingeschat. Als hij wel gegaan was zou de patiënt het hoogstwaarschijnlijk overleefd hebben.
De badmeester die 25 kinderen les geeft en waarvan er eentje aan zijn aandacht ontglipt.
De gids die de mensen in het grottenstelsel rondleidt en bij binnenkomst 20 zielen telde en bij de uitgang nog maar tot 19 komt.
In alle gevallen wordt telkens gekeken naar de verwijtbaarheid en zal de rechter uiteindelijk tot een oordeel komen en recht spreken. Of dat recht is of in onze ogen wat krom kan dus aan vele factoren liggen zoals U nu gezien heeft. Als politieambtenaar ben je gemotiveerd de waarheid naar boven te halen en bewijzen te verzamelen maar hoe de zaak op een rechtszitting loopt blijft een verrassing. Na het opmaken van je proces-verbaal begint voor jou weer een volgende zaak. Soms is het frustrerend maar daar dien je je bij neer te leggen