De wet van Parkinson - C. Northcote Parkinson
In het jaar 1955 voorspelde de Engelse econoom C. Northcote (1909-1993) Parkinson in het blad The Economist dat regeringsbureaucratie een steeds hoger wordende pyramide vormt door het toenemen van personeel, onafhankelijk van het gegeven of het aanbod van werk gelijk blijft, meer wordt of juist afneemt.
De wet van Parkinson
Wat is de wet van Parkinson?
De econoom had vastgesteld dat het Ministerie van Koloniën in Engeland gedurende het tijdvak 1935-1954 flink was gegroeid, terwijl het aantal koloniën was afgenomen. Hij rekende uit dat het aantal mensen in een bureaucratie, ongeacht het werkaanbod, met 5,17 - 6,56% per jaar toeneemt.
Arbeid dijt uit naarmate er meer tijd beschikbaar is voor zijn voltooiing
Dit noemde hij de Wet van Parkinson: Arbeid dijt uit naarmate er meer tijd beschikbaar is voor zijn voltooiing. De mate waarin een taak verricht moet worden en in belangrijkheid en ingewikkeldheid uitdijt, is recht evenredig met het beschikbare tijdsbestek om die taak uit te voeren. Onder tijd wordt hier verstaan zowel de feitelijk benodigde capaciteit in manuren als ook de doorlooptijd. Een toenemend aantal ambtenaren of werknemers wijst dus niet op een groeiende hoeveelheid werk. De stijging van het aantal werknemers wordt geheel en al beheerst door de Wet van Parkinson en is afhankelijk van een tweetal factoren:
- Een ambtenaar wil meer ondergeschikten (en geen concurrenten).
- Ambtenaren scheppen werk voor elkaar.
Voorbeeld: ambtenaar Jaap
Jaap is overwerkt
Stel u een ambtenaar voor. We noemen hem Jaap. Jaap meent dat hij overwerkt is. Er zijn aantal mogelijkheden. Hij kan ziek worden, ontslag nemen, een andere baan zoeken, vragen zijn werk te mogen delen met een collega, er in berusten of hij kan bijstand zoeken door de leiding te verzoeken om twee ondergeschikten. Volgens Parkinson is er "in de geschiedenis geen enkel geval bekend" van een ambtenaar die een ander dan het laatste alternatief verkoos. Uw werk delen met een collega is "niets anders doen dan een rivaal inschakelen" voor de functie direct boven die van Jaap. Andere baan zorgt voor een pensioenbreuk, met ontslag nemen verspeelt u uw rechten, enz.
Kennis is macht
Nu moeten de twee nieuwe ondergeschikten van Jaap onafscheidelijk van elkaar zijn; hun werk moet nauw met elkaar samenhangen, maar ze doen elk slechts een deel van wat Jaap deed. Zo hebben ze minder status dan Jaap en de twee ondergeschikten zijn elkaars concurrenten, die elkaar in toom houden uit angst dat de ander wordt gepromoveerd. Een uitstekende zet voor Jaap, aangezien hij zijn positie moet beschermen! Bovendien heeft Jaap kennis en kunde van de werkzaamheden van zijn beide ondergeschikten en u weet dat het gezegde luidt: 'kennis is macht'. Op den duur zal ook één van zijn ondergeschikten klagen over de hoge werkdruk, en u raadt het al: er wordt geadviseerd tot aanstelling van twee nieuwe assistenten. De andere ondergeschikte blijft niet achter en wil zijn positie behouden en wil ook twee ondergeschikten. Zeven ambtenaren doen nu het werk wat ooit één ambtenaar uitvoerde.
Werk brengt werk voort
Nu komt factor twee om de hoek kijken. Deze zeven ambtenaren scheppen zo veel werk, dat ze elkaar druk bezighouden. Een inkomend stuk gaat van het ene bureau naar het andere bureau en een ander maakt een concept-plan die weer door een ander gelezen en waar nodig gecorrigeerd wordt en vervolgens bij een derde op het bureau belandt ter accordering, enz. U begrijpt het waarschijnlijk al: de ambtenaren houden elkaar van de straat. Werk brengt werk voort.
Self-fulfilling prophecy
In januari 2007 werd er gemeld dat de Nederlandse rijksoverheid de afgelopen 4 jaren met 7,4 procent in omvang was gegroeid en de totale overheid – inclusief provincies en gemeenten – met 2,6 procent. Dat is minder dan de rekensom van Parkinson voorschrijft. Daarbij moeten we echter niet vergeten dat het streven van de kabinetten-Balkenende was om de personeelsomvang van de overheid terug te dringen. En dan toch die groei van een kleine 2 procent per jaar voor de rijksoverheid.
Parkinson heeft een terechte constatering gedaan; een bureaucratie heeft de neiging om te groeien of er nu meer werk is of niet. De groei van het ambtenarenapparaat lijkt een autonoom proces, die zich nauwelijks laat beheersen. Hiermee is overigens niet gezegd dat we ons moeten overgeven aan defaitisme en we de handdoek in de ring moeten gooien. Er bestaat ook nog zoiets als een self-fulfilling prophecy.
Lees verder