Hoe je een goed gesprek voert
Om goed te kunnen communiceren met een ander zijn er aan aantal regels. Door deze regels toe te passen is de kans groot dat het gesprek een stuk soepeler verloopt. Deze regels zijn in bijna alle gesprekken toe te passen, zowel in een informeel als een formeel gesprek. Deze regels voor een goed gesprek worden in dit artikel uitgelegd.
Een neutraal gesprek
Om een neutraal gesprek te voeren is het handig de regels uit dit artikel toe te passen. Een neutraal gesprek kan je in principe met iedereen voeren, vaak is een sollicitatiegesprek ook een neutraal gesprek. In zo'n gesprek is het vaak belangrijk dat je communicatief sterk over komt bij je gesprekspartner.
De eerste indruk, een hand geven
De eerste indruk, op communicatief gebied gezien, is vaak al erg belangrijk. Vaak begin je een formeel gesprek met een hand. Je geeft je gesprekspartner een hand. Deze hand kan direct al veel zeggen over het gevolg van het gesprek.
Slap of sterk
Je kunt een slappe handdruk, gemiddelde handdruk of een sterke handdruk geven. Een slappe komt vaak ongeïnteresseerd en onzeker over. Een sterke handdruk is erg overheersend. Daarom wordt het aangeraden om een gemiddelde handdruk te geven.
Boven of onder
Daarnaast kun je je hand boven, onder of gelijk aan de ander zijn hand houden. Wanneer je jouw hand boven de hand van de ander houdt zal dit overheersend overkomen, jij bent de baas en jij zal dit wel even doen. Wanneer je je hand onder houdt kom je onzeker over, je geeft je gesprekspartner de leiding. Wanneer je je hand gelijk aan de hand van je gesprekspartner houdt dan zijn jullie gelijkwaardig. Deze laatste handdruk wordt doorgaans aangeraden.
Oogcontact
Een andere eerste indruk, het oogcontact is ook belangrijk. Wil je zeker overkomen van je zaak? Kijk je gesprekspartner dan goed in de ogen als je aankomt. Wanneer je je gesprekspartner niet echt in de ogen kijkt, maar dus een beetje wegkijkt, kom je onzeker over.
Open of gesloten vraag
Om het gesprek goed op gang te brengen is een vraag belangrijk. Er bestaan open en gesloten vragen. Op een gesloten vraag kan men alleen maar 'Ja' of 'Nee' op antwoorden. Op een openvraag moet men vaak een langer antwoord geven. Om een gesprek niet heel statisch te laten verlopen is het handig om openvragen te stellen. Wanneer je alleen maar gesloten vragen stelt zal je gesprekspartners alleen maar korte antwoorden kunnen geven, daardoor moet jij zelf heel veel vragen stellen om het gesprek op gang te houden. Dat is lastig. Vragen die beginnen met het woord 'Waarom' zijn vaak goede vragen. Daarop moet je gesprekspartner vaak een langer antwoord geven.
De ander op gemak stellen
Je gesprekspartner kun je op het begin van het gesprek wat op zijn of haar gemak stellen. Je stelt je gesprekspartner op zijn of haar gemak door eerst een beginvraag te stellen. Deze beginvraag is om het ijs een beetje te breken. Je kunt diegene bijvoorbeeld vragen hoe zijn of haar weekend was, of hij of zij de weg makkelijk heeft kunnen vinden naar de huidige locatie. Deze vraag dient in ieder geval niet volledig gesloten te zijn.
Aanmoedigingen
Een goed gesprek voer je natuurlijk door goed naar je gesprekspartner te luisteren. Door duidelijk te maken dat je luistert zal je gesprekspartner het gesprek als prettiger ervaren. Er zijn een aantal manieren om aan te geven dat je goed luistert en het gesprek voort te laten gaan. De volgende gesprekstechnieken kun je daarvoor gebruiken:
- Papegaaien: Herhaal het laatste kernwoord van je gesprekspartner. Voorbeeld: "Ik vind Windows een goed besturingssysteem." "Windows?" "Ja, volgens mij werkt het veel beter dan Linux." In dit geval wordt het woord "Windows" herhaald door de luisterende persoon.
- Hummen en hammen: Reageer in een verhaal op de ander met het woord/geluid "hmm". De gesprekspartner heeft nu door dat je luistert.
- Ja-Knikken: Door het Ja-knikken onder een gesprek zal je gesprekspartner ervaren dat je het met hem of haar eens bent. Dit geeft hem of haar een goed gevoel.
- Oké: reageer met het woord oké.
- Stilte: soms is een stilte goed om gesprek voort te laten vloeien, je gesprekspartner zal verder praten om hij of zij een stilte wil voorkomen. Kies hiervoor wel het juiste moment, en zorg dat je je gesprekspartner aankijkt.
Samenvatten
Aan het einde van een gespreksonderwerp of een geheel gesprek kan het goed zijn om het gesprek even samen te vatten. Hierdoor laat je horen dat je goed geluisterd hebt, dit komt communicatief sterk over. Het samenvatten van een gesprek wordt ook wel parafraseren genoemd. Het parafraseren begint vaak met het woord "dus".
Reflectie van gevoel
Een moeilijkere gesprekstechniek is het reflecteren van het gevoel van je gesprekspartner in een gesprek. Vraag hoe hij of zij zich voelt bij een bepaald gesprek. Bijvoorbeeld: "Daar ben je erg enthousiast over he?" Zorg hierbij wel dat je het gevoel van de ander juist hebt waargenomen. Wanneer de ander daadwerkelijk enthousiast over dit onderwerp zal dit gesprek goed voor hem of haar voelen. Hij of zij heeft dan door dat je hem begrijpt, dit is vaak belangrijk voor je gesprekspartner. Ook geef je hiermee weer aan dat je naar hem of haar luistert.
Laat OMA thuis, gebruik LSD
Over een neutraal gesprek wordt vaak ook wel gezegd: Laat OMA thuis, gebruik LSD. De letters OMA staan hierbij voor de woorden Oordelen, Mening en Adviseren. Het is een neutraal gesprek dus niet handig om je oordeel of mening te geven, of om een advies te geven. De letters LSD staan voor de woorden Luisteren, Samenvatten en Doorvragen. Bij de communicatie in een neutraal gesprek is het dus goed om te luisteren, het gesprek te samenvatten en door te vragen over het onderwerp.